Cursus 7 - Meer dan lezen - paragraaf 1 - hoofdletters

Nederlands week 50
  • Op tafel
  -  leesboek 
  -  boek Nederlands blz. 246
  -  pen en schrift   

  •  Computer
   - mag nog even in je tas blijven   

  • Aan je eigen tafel zitten  


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Nederlands week 50
  • Op tafel
  -  leesboek 
  -  boek Nederlands blz. 246
  -  pen en schrift   

  •  Computer
   - mag nog even in je tas blijven   

  • Aan je eigen tafel zitten  


Slide 1 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Programma deze les
  • Huiswerk nakijken van de vorige les
  • Doel van deze les
  • Voorkennis
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Huiswerk volgende week les

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Huiswerk vorige les: 
Puzzel 3 en 4 op bladzijde 246

Slide 4 - Tekstslide

Doel
Ik kan hoofdletters op de juiste manier gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis
Uit welke 3 delen bestaat een tekst bijna altijd? 


Antwoord
Inleiding - middenstuk - slot

Slide 6 - Tekstslide

Voorkennis
In welk van die 3 delen vind je vaak de meeste informatie? 


Antwoord
In het middenstuk

Slide 7 - Tekstslide

Voorkennis
Hoe noem je stukjes tekst? 


Antwoord
Alinea's

Slide 8 - Tekstslide

Instructie 
Om een tekst goed leesbaar te maken, gebruiken we hoofdletters

Je mag niet zelf kiezen wanneer je een hoofdletter gebruikt, daar zijn regels voor. 

We gaan de regels nu stuk voor stuk bij langs.

Slide 9 - Tekstslide

Instructie 
Regel voor hoofdletters 1:

Je schrijft een hoofdletter aan het begin van een zin

Voorbeelden:
  • Ik ga naar de supermarkt in het dorp.
  • Over twee weken is het kerstvakantie.

Slide 10 - Tekstslide

Instructie 
Regel voor hoofdletters 2:

Je schrijft een hoofdletter bij namen

Voorbeelden:
Bob - Kleinsma - Hoofdstraat - Amsterdam - Bjorn - Indonesië - Ikea - Lowlands

Slide 11 - Tekstslide

Instructie 
Regel voor hoofdletters 3:

Je schrijft een hoofdletter bij woorden die van namen komen

Voorbeelden:
  • Wilhelminastichting
  • de Amsterdamse voetbalvereniging

Slide 12 - Tekstslide

Instructie 
Regel voor hoofdletters bij tussenvoegsels:



Slide 13 - Tekstslide

Instructie
Er is vandaag geen filmpje!

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Ga aan de slag met opdracht 1/2/3/4/5 op bladzijde 222-223.

Ben je klaar? Kies uit:
- maak de trainer bij deze les
- ga lezen in je leesboek

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk

Woensdag 11 december:

- maak opdracht 1/2/3/4/5 op bladzijde 222-223

Slide 16 - Tekstslide