In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets Gebouwbeheer
Slide 1 - Tekstslide
Welke uitspraak over gebouwenbeheer is NIET juist?
A
Beheren is een puur facilitaire aangelegenheid
B
Een doel van gebouwenbeheer is ervoor te zorgen dat mensen goed en veilig kunnen werken
C
Het belangrijkste doel van gebouwenbeheer is het gebouw in topconditie houden
D
Het is verplicht om de 3 jaar groot onderhoud te doen aan het gebouw
Slide 2 - Quizvraag
Onderhoud aan automatische deuren valt onder:
A
Onderhoud aan gebruiksmiddelen
B
Onderhoud van bouwkundige zaken binnen het gebouw
C
Onderhoud van de schil van het gebouw
D
Onderhoud van installaties en apparatuur
Slide 3 - Quizvraag
Wat valt niet onder de ‘schil’ van het gebouw?
A
Buitendeuren
B
Kozijnen
C
Plafondplaten
D
Trappen
Slide 4 - Quizvraag
Stelling 1: Het MJOP gaat alleen over zaken die direct met het gebouw te maken hebben. Stelling 2: Een jaarplan noemen we het onderhoudsplan.
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Welke soort apparatuur valt NIET onder ‘comfortabel’?
A
Automatische deuren
B
Luchtgordijnen
C
Noodstroomgeneratoren
D
Verwarmingsinstallaties
Slide 6 - Quizvraag
Stelling 1: Bij lange termijn onderhoud hebben we het over periodes van 10 tot 15 jaar Stelling 2: Meestal wordt er uitgegaan van een vaste onderhoudsinterval
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Stelling 1: Vooral in grote organisaties wordt vaak gebruik gemaakt van een extern expert voor de MJOP omdat dat erg veel geld kost. Stelling 2: Het is voor aannemers verplicht een bouwkundig MJOP te maken.
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Stelling 1: Een GBS staat altijd binnen het gebouw. Stelling 2: Bij een GBS gaat het meestal om de elektrische- en werktuigbouwkundige installaties van een gebouw.
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Welk van onderstaande installaties zijn werktuigbouwkundige installaties?
A
Beveiligingsinstallatie
B
Keukenapparatuur
C
Klimaatinstallaties
D
Lichtinstallaties
Slide 10 - Quizvraag
Als een monteur één keer per jaar langs komt voor onderhoudswerkzaamheden spreken we van….
A
Correctief onderhoud
B
Periodiek onderhoud
C
Preventief onderhoud
D
Technisch onderhoud
Slide 11 - Quizvraag
Stelling 1: Een centrale thermostaat valt onder het ‘regelniveau’ van het GBS. Stelling 2: De hoofdkraan van het gas valt onder het ‘beheerniveau’ van het GBS.