Instructieles 2

Griekse cultuur
1 / 26
volgende
Slide 1: Woordweb
GeschiedenisBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Griekse cultuur

Slide 1 - Woordweb

Leerdoel:
- ik maak kennis met de Griekse cultuur.
- ik maak kennis met de Griekse bouwstijl

Slide 2 - Tekstslide

Bouwkunst
De Oude Grieken waren goede bouwers. Ze wisten veel van architectuur (= bouwkunst) af.
Het Parthenon is het beroemdste van al die gebouwen (zie volgende foto). 
Het is gebouwd op de Acropolis, een heuvel van waaruit men over Athene kijkt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat valt je op aan de bouwstijl?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Drie bekende Griekse bouwstijlen

Zoek de 3 bekendste bouwstijlen van de oude Grieken op.

Noteer je antwoord in een nieuwe notitie!

Slide 8 - Tekstslide

Welke 3 bekende bouwstijlen heb je gevonden? (noteer ze achter elkaar met een komma ertussen)

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Welke bouwstijl was het meest versierd?
A
dorisch
B
ionisch
C
korintisch

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Waarom werden deze gebouwen vooral gebouwd?
A
om in te wonen
B
om te vergaderen
C
om tentoonstellingen in te houden
D
om Goden te eren.

Slide 13 - Quizvraag

Waarom eerden de mensen zoveel Goden?

Slide 14 - Open vraag

Hoe zou het kunnen dat er nog zoveel oude Griekse gebouwen bestaan?

Slide 15 - Open vraag

Waar is Griekenland vooral bekend door?
A
de Feta-kaas
B
de hoge werkloosheid
C
ontstaan van de eerste beschaving
D
dat het land eilanden heeft

Slide 16 - Quizvraag

Waardoor werden de oude Grieken bang?
A
de rijke mannen waren erg streng
B
door de vele oorlogen in het land
C
door onverklaarbare natuurverschijnselen
D
geen van bovenstaande antwoorden is goed

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heette de opper-God, de baas van alle Goden?
A
Zeus
B
Zues
C
Zoes
D
Zuis

Slide 18 - Quizvraag

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 19 - Open vraag

Het Griekse alfabet

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Weetje!
Je moet dit alfabet van boven naar onder lezen. Wat valt je op aan de eerste twee tekens met daarbij de namen? Juist! Er staat alphabeta; de naam van ons alfabet is ervan afkomstig. Of beter nog: het Nederlandse alfabet komt voort uit het Griekse alfabet

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 1:
Bestudeer het alfabet met de benamingen eens goed. Wat valt je op? Zijn er tekens of benamingen die je al kent?

Het Griekse alfabet is voor ons Nederlanders soms lastig uit te spreken. Bovendien 'missen' er twee letters. Welke zijn dat?
(noteer dit in een nieuwe notitie op je ipad)

Een aantal tips om Griekse woorden goed uit te spreken zijn:
- De eta, jota, upsilon worden tegenwoordig in het Grieks uitgesproken als 'ie'
- De b van beta wordt tegenwoordig in het Grieks meer uitgesproken als de w
- De g van gamma moet als een 'zachte g' worden uitgesproken, maar soms ook als de letter j

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 2:
Schrijf een een paar namen in het Grieks op een leeg blaadje.

Lukt dit? Probeer dan eens een hele zin te schrijven.

Klaar? Maak een foto van je blad en bewaar dit in je portfolio.

Slide 26 - Tekstslide