In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
§2.3 Spieren
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Huiswerk & Herhalen 2.2
Theorie 2.3
Quiz
Video klokhuis (15 min)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Succes !
vergroeiiing
naadverbinding
gewrichten
kraakbeen
Slide 6 - Sleepvraag
Hoe heet het laagje vloeistof dat tussen de botten in het gewricht zit en ervoor zorgt dat de botten soepel langs elkaar kunnen bewegen?
A
gewrichtssmeer
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtsband
D
kraakbeenlaagje
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet gewricht nummer 4?
A
rolgewricht
B
zadelgewricht
C
scharniergewricht
D
eivormiggewricht
Slide 8 - Quizvraag
§2.3 Spieren
Slide 9 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt de bouw en de werking van je spieren beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe je spieren samenwerken.
Je kunt beschrijven hoe de hartspier werkt.
Je kunt beschrijven hoe kring- en lengtespieren samenwerken.
Je kunt beschrijven wat willekeurige en onwillekeurige spieren zijn.
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht: schrijf op
1. Een graafmachine op de bouw kan hele grote kuilen graven.
Hoe ziet zo'n graaf machine eruit en wat gebruikt het allemaal?
2. Een sterke bouwvakker kan ook een hele diepe kuil graven.
Wat gebruikt deze bouwvakker allemaal in zijn lichaam?
Ga ze vergelijken en schrijf alle verschillen op!
Slide 11 - Tekstslide
Een grote sterke bouwvakker heeft nodig:
1. Gezond botten, zenuwen en hersenen.
2. Grote sterke spieren.
3. Voldoende voeding (brandstof).
Slide 12 - Tekstslide
De spieren van de grote sterke bouwvakker
Het menselijke lichaam bestaat uit meer dan 600 spieren.
Aan de uiteindes van een spier zitten pezen, wat doen die?
hiermee zitten de spieren vast aan de botten.
Slide 13 - Tekstslide
De opbouw van de spier van de bouwvakker
De pees (aan het bot).
De spier.
De spierbundels.
De spiervezels.
Een spier is eigenlijk weefsel dat bestaat uit cellen die kunnen samentrekken en ontspannen, waardoor beweging mogelijk is. Leg je hand maar op je spierbal en span je spier aan.
Slide 14 - Tekstslide
antagonisten
Antagonisten: spieren die samenwerken aan een tegengestelde beweging
Slide 15 - Tekstslide
Wat moet er op het vraagteken staan?
A: Spiervat
B: Spierbundel
C: Peesbundel
D: Spierbonk
?
Slide 16 - Tekstslide
Wat moet er op het vraagteken staan?
A: Spiervat
B: Spierbundel
C: Peesbundel
D: Spierbonk
?
Slide 17 - Tekstslide
Opbouw spier
Spierbundel
Slide 18 - Tekstslide
Maken
2.3: Opdracht 1 t/m 9(p.90)
Slide 19 - Tekstslide
wel spier: hand omhoog | geen spier: hand naar beneden
Slide 20 - Tekstslide
wel spier: hand omhoog | geen spier: hand naar beneden
Slide 21 - Tekstslide
wel spier: hand omhoog | geen spier: hand naar beneden
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Spieren in slokdarm
Je slokdarm maakt een peristaltische beweging.
Peristaltische beweging is een knijpende beweging van onze darmen.
De voedsel brei word naar beneden geduwd.
Hierdoor zouden wij ook ondersteboven kunnen eten en drinken.
Slide 24 - Tekstslide
peristaltische bewegingen
Slide 25 - Tekstslide
Maken
2.3: Opdracht 10-12 (p.93)
Huiswerk wordt 1-12
Slide 26 - Tekstslide
Waar bevindt zich een pees in het lichaam?
A
Een pees bevindt zich tussen spieren en botten
B
Een pees bevindt zich in de bloedsomloop
C
In de darmen om samen te trekken
Slide 27 - Quizvraag
spier
spierbundel
pees
spiervezel
Slide 28 - Sleepvraag
Hoe noemen we de spieren die tegenovergestelde bewegingen uitvoeren?
A
antagonisten
B
synergisten
C
contracties
D
agonisten
Slide 29 - Quizvraag
Kringspieren
Wand slokdarm
Lengtespieren
Slide 30 - Sleepvraag
Slide 31 - Tekstslide
De spieren in de wand van je slokdarm, maag en darmen persen het voedsel door je verteringsstelsel. Er zijn twee soorten spieren in deze organen: