Levensloop hoofdstuk 7
1 / 12
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De sociale zekerheid bestaat uit twee soorten wetten. Welke twee?
A
volksverzekeringen & werkgeversverzekeringen
B
volksverzekeringen & werknemersverzekeringen
C
algemene verzekeringen & werkgeversverzekeringen
D
algemene verzekeringen & werknemersverzekeringen
Slide 2 - Quizvraag
Volksverzekeringen worden gefinancierd met het
A
omslagstelsel
B
kapitaaldekkingsstelsel
Slide 3 - Quizvraag
Let op: er zit een sociale voorziening bij.
volksverzekering
werknemersverzekering
AOW
Wlz
WW
WIA
ANW
AKW
ZW
WULBZ
Bijstand
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Tekstslide
Is er bij de AOW sprake van averechtse selectie?
A
Ja, de goede risico's worden door de oplopende premis van de markt verdreven.
B
Nee, dat kan niet bij een (door de wet) verplichte verzekering.
Slide 6 - Quizvraag
Als een werknemer ziek wordt, draait de werkgever op voor een deel van de kosten. Waarom hebben we dit in Nederland zo geregeld?
A
Om werkenemers te stimuleren meer eigen verantwoordelijkheid te nemen.
B
Om de overheid te ontzien.
C
Om werkgevers te stimuleren goed voor hun werknemers te zorgen.
D
Om werknemers geen onnodige risico's te laten lopen.
Slide 7 - Quizvraag
Leidt vergrijzing tot een daling of een stijging van de i/a-ratio (inactieven/actieven)?
A
een stijging
B
een daling
Slide 8 - Quizvraag
Is de sociale zekerheid moeilijker te betalen bij een daling of een stijging van de i/a-ratio (inactieven/actieven).
A
bij een stijging
B
bij een daling
Slide 9 - Quizvraag
Betekent een verhoging van de AOW-leeftijd een stijging of een daling van de i/a-ratio (inactieven/actieven)?
A
een stijging
B
een daling
Slide 10 - Quizvraag
Als de i/a-ratio stijgt dan zal de belasting- en premiedruk voor de actieven:
A
stijgen
B
dalen
