Chapitre 2 grammaire bijvoeglijk naamwoord

Chapitre 2, bron D bijvoeglijk naamwoord
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Chapitre 2, bron D bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

les buts du cours

  • Ik ken de vormen van het bezittelijk voornaamwoord (basisregel) en kan deze zelfstandig toepassen in een nieuwe situatie
  • Ik ken enkele bijvoeglijk naamwoorden die een uitzondering vormen op de regel en kan deze zelfstandig toepassen in een nieuwe situatie
  • Ik kan iemand beschrijven en daarbij gebruik maken van de door mij geleerde vocabulaire en grammatica

Slide 2 - Tekstslide

Au travail!

Chapitre 2, bron D > page 32
  1. kijken instructiefilmje op het bord + uitleg docent
  2. faire ex. 16 cde
  3. kijken instructiefilmpje op het bord + uitleg docent
  4. faire ex. 17bc + uitleg PO "décris quelqu'un"

Slide 3 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Tekstslide

VORM
bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans:  de vorm
enkelvoud
meervoud
mannelijk
le jean bleu
les jeans bleus
vrouwelijk
la robe bleue
les robes bleues

Slide 6 - Tekstslide

Au travail!

Chapitre 2, bron D > page 32
  1. kijken instructiefilmje op het bord + uitleg docent
  2. faire ex. 16 cde > 10 min

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

De bijzondere vormen van het bijvoeglijk naamwoord
Nederlands
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
oud 
vieux
vieille
vieilles 
vieux
nieuw
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
mooi
beau
belle 
beaux
belles
goed/lekker
bon
bonne
bons
bonnes

Slide 8 - Tekstslide

Au travail!

Chapitre 2, bron D > page 32
  1. kijken instructiefilmpje op het bord + uitleg docent
  2. faire ex. 17bc + uitleg PO "décris quelqu'un"

Slide 9 - Tekstslide

Décris quelqu'un
1. Beschrijf in vijf zinnen een klasgenoot, leraar, sporter, filmster, zanger (let op: het moet iemand zijn die iedereen wel kent!)

2. Gebruik in iedere zin een bijvoeglijk naamwoord.

Opdracht inleveren op Classroom vóórdat de volgende les begint!



Slide 10 - Tekstslide

à la prochaine fois!

Slide 11 - Tekstslide