Paragraaf 2: Met wie ben je verbonden blz. 10 & 11
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom in de les
Een pen gepakt
In je tas
Onder het bord
Aandacht!!!
Hoofdstuk 1: Wat is maatschappijleer
Paragraaf 2: Met wie ben je verbonden blz. 10 & 11
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen
Gezamenlijk:
Instructie paragraaf 2
Individueel:
Lessonup maken
Gezamenlijk:
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Je kan uitleggen op welke manieren we met elkaar verbonden zijn.
Je kan uitleggen welke 4 soorten bindingen mensen hebben en hier voorbeelden van geven.
Je kan uitleggen wat sociale cohesie is en hier voorbeelden van geven.
Slide 3 - Tekstslide
Welke vier soorten bindingen zijn er?
GEVOEL
ECONOMIE
KENNIS
POLITIEK
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn economische bindingen?
Dit zijn bindingen om in je levensonderhoud te voorzien.
bijvoorbeeld:
- Ouders voorzien je van eten, kleding en onderdak
- Mensen die je kleding en spullen maken
- Je baas die je loon betaalt.
Slide 5 - Tekstslide
Wat zijn
kennisbindingen?
De kennisbindingen hebben te maken met de mensen die je iets willen leren.
Bijvoorbeeld:
- Je ouders met opvoeden.
- Studie en opleidingen voor je baan
- Mensen die nuttige informatie met je delen.
- Iemand die je helpt met je huiswerk.
Slide 6 - Tekstslide
Wat zijn
gevoelsbindingen?
De gevoelsbindingen hebben te maken met mensen waar je emotioneel mee verbonden bent.
Bijvoorbeeld:
- De vriendschappen die je hebt.
- Steun en liefde die je van mensen krijgt.
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn politieke
bindingen?
politieke bindingen gaan over de afhankelijkheid van de overheid.
bijvoorbeeld:
-Ze maken wetten en regels voor onze veiligheid.
- ze werken samen met andere landen.
- beschermen ons tegen oorlogen.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is
sociale cohesie?
Sociale cohesie is dat mensen het gevoel hebben dat ze bij elkaar horen.
Je bent onderling verbonden met elkaar. Dit kan door iets positiefs of iets negatiefs.
Bijvoorbeeld:
- op koningsdag
- tijdens het suikerfeest
- tijdens de corona-crisis
Slide 9 - Tekstslide
Wat is
polarisatie?
Polarisatie: tegenstellingen tussen twee groepen zijn zo groot dat het problemen oplevert.
Bijvoorbeeld:
- In Rotterdam lopen met een Ajax-shirt.
in tijden van crisis ontstaat er eerder polarisatie.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is
"Wij" tegenover "zij?
Een "wij" gevoel is belangrijk voor de maatschappij. We voelen ons samen verbonden.
Komt er een "wij" en "zij" gevoel?
dan zijn groepen minder met elkaar verbonden.
bijvoorbeeld:
- culturen en geloven
- tussen landen
Slide 11 - Tekstslide
ZELFSTANDIG
WAT:
Maken lessonup paragraaf 1.2 & maken online werkboek 1.2
HOE:
Zelfstandig, praten op fluistertoon.
TIJD:de timer laat het je zien!
KLAAR? Haal een nakijkboekje bij de docent.
timer
15:00
zelfstandig, praten op fluistertoon.
Slide 12 - Tekstslide
Leerdoel
Je kan uitleggen op welke manieren we met elkaar verbonden zijn.
Je kan uitleggen welke 4 soorten bindingen mensen hebben en hier voorbeelden van geven.
Je kan uitleggen wat sociale cohesie is en hier voorbeelden van geven.
Slide 13 - Tekstslide
Huiswerk:
- Afhebben lessonup paragraaf 1.1 & 1.2
- Online werkboek afhebben paragraaf 1.1 & 1.2
Slide 14 - Tekstslide
Door de globalisering is de internationale handel toegenomen.
Dit is een voorbeeld van:
A
Gevoelsbindingen.
B
Kennisbindingen.
C
Economische bindingen.
D
Politieke bindingen.
Slide 15 - Quizvraag
Wikipedia is een mooi voorbeeld van:
A
Gevoelsbindingen.
B
Kennisbindingen.
C
Economische bindingen.
D
Politieke bindingen.
Slide 16 - Quizvraag
Veel jongeren gaan na hun studie een (half)jaartje rondreizen in Australië en Azië. Via internet houden zij dan hun ouders en vrienden op de hoogte. Dit is een voorbeeld van:
A
Gevoelsbindingen.
B
Kennisbindingen.
C
Economische bindingen.
D
Politieke bindingen.
Slide 17 - Quizvraag
De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen. Hier is vooral sprake van:
A
Gevoelsbindingen.
B
Kennisbindingen.
C
Economische bindingen.
D
Politieke bindingen.
Slide 18 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van een situatie waarin jij een kennisbinding met iemand hebt.
Slide 19 - Open vraag
Geef een voorbeeld van een situatie waarin jij een gevoelsbinding met iemand hebt.
Slide 20 - Open vraag
Leg in eigen woorden uit wat 'sociale cohesie' is.
Slide 21 - Open vraag
In een dorp is vaak meer sociale cohesie dan in een grote stad, hoe komt dit denk je?
Slide 22 - Open vraag
Welke vier bindingen zijn er?
Slide 23 - Open vraag
zelfreflectie: wat heb ik geleerd?
Beschrijf in 4 zinnen wat je hebt geleerd in de les.