Kapitel 2 Lektion 5 und Kapitel 3 Lektion 1

Lektion 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lektion 3

Slide 1 - Tekstslide

Programm
1. Lernziel
2. Erklärung Personalpronomen 1,3,4 Fall
3. Selbständig arbeiten (was in dieser Präsentation steht)

Slide 2 - Tekstslide

Lernziel
Am Ende dieser Präsentation kennst du die deutschen Personalpronomen und kannst sie verwenden.

Slide 3 - Tekstslide

functies persoonlijk voornaamwoord



1. Het persoonlijk voornaamwoord vervangt de combinatie lidwoord (der/die/das/die mv)+ zelfstandig naamwoord in een zin.

b.v. der Mann lacht = er lacht


Let op! Het pvnw kan in een naamval staan!

b.v.  Ich sehe einen Mann  = Ich sehe ihn (4e) .

of: Ich gebe ihm ein Buch (3e)

der = er

die = sie

das = es

die mv = sie


2. Het persoonlijk voornaamwoord .

ich, du, er, sie, es, wir ihr, sie, Sie

gebruik je ook om werkwoorden te vervoegen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Macht digital
Übungen Kapitel 2, Lektion 5
Übung 8, 9, 10, 11 (S. 91)

 Übung 2 (S.106) und 6 (S. 109)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Übung 4 (S. 107)
Zuerst lest die Fragen und danach seht euch das Video an und beantwortet die Fragen!

Slide 8 - Tekstslide

1. (Wij) holen (jullie)morgen für den Film ab.

Slide 9 - Open vraag

2. Wann seht (jullie)...(hen)wieder?

Slide 10 - Open vraag

3. Wer holt (mij) ab?

Slide 11 - Open vraag

4. (ik)...sehe (jou) morgen in der Stadt.

Slide 12 - Open vraag

5. Kennst (jij)...(hem) schon lange?

Slide 13 - Open vraag

6. Wann rufen (u)...(ons)zurück?

Slide 14 - Open vraag

7.
(Zij)...hat (jullie)in Zürich gesehen.

Slide 15 - Open vraag

8.
Ohne (jou)...fahre (ik) nicht in den Urlaub.

Slide 16 - Open vraag

9.Kümmert (jullie)...(jullie)...um (haar)?Sie schafft das nicht alleine.

Slide 17 - Open vraag

10. Ich habe nichts gegen (hem)

Slide 18 - Open vraag

Hausaufgaben
Macht:
Kapitel 2, Lektion 5 Übungen 8,9,10,11 
Kapitel 3, Lektion 1 Übungen 2 un 6

Lernt:
Die Personalpronomen Niederländisch-Deutsch

Slide 19 - Tekstslide