delend lidwoord ch 6 2e klas

Classe 2vb 11-6-2019

- XL LEREN (terugblik)
- 10 minuten leren voca
- Start uitleg Grammaire 
- Zelfstandig werken
- einde van de les
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Classe 2vb 11-6-2019

- XL LEREN (terugblik)
- 10 minuten leren voca
- Start uitleg Grammaire 
- Zelfstandig werken
- einde van de les

Slide 1 - Tekstslide

LESDOELEN
 

- ik ken de regels voor het maken van het delend lidwoord
- ik kan het delend lidwoord toepassen als ik praat over eten en drinken

Slide 2 - Tekstslide

het delend lidwoord

bestaat niet in het Nederlands.

Als er in het Nederlands geen lidwoord voor het zelfstandig naamwoord komt dan krijg je in het Frans het delend lidwoord

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

delend lidwoord
du - de la - de l' - des : als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt (bijv. : koffie, appels, jongens, meisjes, kaas -> ... ?)
Maar: delend lidwoord wordt de/d' :

1. na ontkenning (il n' a pas de copains, hélas)
2. na hoeveelheidswoord (elle a mangé beaucoup de tartines au petit déjeuner)



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

welke vier delende lidwoorden zijn er in een gewone zin?
A
du, de la, des, de l'
B
de les, de la, de le, des
C
des, da, du , de l'
D
geen

Slide 12 - Quizvraag

na een ontkenning of een hoeveelheid krijg je ...... of ............

Slide 13 - Woordweb

wanneer krijg je weer een gewoon lidwoord?
A
na een hoeveelheid
B
na een werkwoord met een gevoel
C
na een komma
D
in de zomer

Slide 14 - Quizvraag

je mange .......... frites

Slide 15 - Woordweb

je mange 3 kilos ...........frites

Slide 16 - Woordweb

je ne mange pas ............. frites

Slide 17 - Woordweb

j'adore .......... frites!

Slide 18 - Woordweb

Faites exercices:
30b t/m 32
livre d'exercices page. 69
10 min - individuel
klaar -> vocabulaire leren 

Slide 19 - Tekstslide

Noem iets wat je hebt geleerd tijdens deze les

Slide 20 - Open vraag

Noem iets wat je nog lastig vindt

Slide 21 - Open vraag

Ik ken de regels voor het maken van het delend lidwoord en kan deze toepassen
A
ik snap de regel nog niet en kan deze niet toepassen
B
ik ken de regels, maar vind het nog lastig deze toe te passen
C
ik ken de regels en kan deze toepassen
D
ik ken de regels en ben in staat dit uit te leggen aan een klasgenoot

Slide 22 - Quizvraag