07012025 herhaling SE2

Nederlands - M4b

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - M4b

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Programma deze week




Les 1: herhaling poëzie
Les 2: herhaling verhaalanalytische begrippen bij De Tunnel
Les 3: oefen-SE

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Video

Klassikale bespreking
bespreking titel en overige metaforen
de boodschap van het gedicht

Slide 7 - Tekstslide

Noteer het rijmschema (de letters) van de eerste strofe van het gedicht

Slide 8 - Open vraag

2. Hoe noem je dit rijmschema?
(kies uit: gepaard rijm – omarmend rijm – gekruist – slagrijm of geen van deze)

Slide 9 - Open vraag

Zoek de eerstvolgende strofe in het gedicht met hetzelfde rijmschema

Slide 10 - Open vraag

Van welk soort rijm is er sprake
vanaf strofe 6?

Slide 11 - Open vraag

In strofe 1 is er in versregel 2 sprake van assonantie (=klinkerrijm), bij welke woorden is dat zo?

Slide 12 - Open vraag

In strofe 1 is er ook sprake van alliteratie (=beginrijm), benoem ze.

Slide 13 - Open vraag

Zoek verderop in het gedicht nog twee voorbeelden van alliteratie.

Slide 14 - Open vraag

De stijlfiguur ‘herhaling’ komt voor in dit gedicht. Welke zin wordt enkele keren herhaald en wat is het effect daarvan?

Slide 15 - Open vraag

In strofe 8 zitten twee tegenstellingen, welke?

Slide 16 - Open vraag

Vanaf strofe 5 begint een lange opsomming ('opsomming' is een stijlfiguur). Wat is het effect hiervan op de toon van het gedicht?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Van welk perspectief is er sprake in De Tunnel? Leg uit.

Slide 19 - Open vraag

Wie zijn de hoofdpersonages?

Slide 20 - Open vraag

Wie zijn de bijpersonages?

Slide 21 - Open vraag

Wat is de vertelde tijd in De Tunnel?

Slide 22 - Open vraag

Wat is de verteltijd van De Tunnel?

Slide 23 - Open vraag

Verloopt het verhaal chronologisch of niet-chronologisch? Leg uit.

Slide 24 - Open vraag

Omschrijf zo goed mogelijk wat je over Ella weet (karakter, eigenschappen, uiterlijke kenmerken)

Slide 25 - Open vraag

Omschrijf zo goed mogelijk wat je over Quinn weet (karakter, eigenschappen, uiterlijke kenmerken)

Slide 26 - Open vraag

Omschrijf zo goed mogelijk wat je over Jay weet (karakter, eigenschappen, uiterlijke kenmerken)

Slide 27 - Open vraag