P2L3de huid deel 2

Periode 2 
Les 4 
De Huid 
DEEL 2
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
gezondheid en ziekteMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Periode 2 
Les 4 
De Huid 
DEEL 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat gaan we doen
  • opfrisser        
  •  brandwonden
  • decubitus

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een grote schaafwond hoef je alleen te denken aan goede hygiëne
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vitamine D
A
zorgt voor sterke botten
B
wordt gevormd onder invloed van zonlicht
C
wordt in de huid gemaakt
D
A,B,C zijn allemaal waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De behandeling van wonden hangt af van de soort wond.
Er zijn verschillende manieren om infectie van een wond te voorkomen. Welke manier is niet juist?
A
Een wond reinigen met schoon leidingwater
B
Het gebruiken van desinfecterende middelen
C
Een wond direct afplakken
D
Hygiënisch werken bij het verbinden

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Soms moet je een slachtoffer met een wond naar een arts verwijzen.

Bij welke wond verwijs je een slachtoffer niet door?

A
Een slachtoffer met een wond die erg vuil is
B
Een slachtoffer met een diepe snijwond
C
Een slachtoffer met een pijnlijke kleine brandwond
D
Een slachtoffer met een bijtwond op de hand

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de vijf symptomen van lokale ontsteking zijn:
A
pijn, verkleuring, jeuk, slechte genezing, gestoorde functie
B
roodheid, pus, dik, pijn, warmte
C
roodheid, zwelling, warmte, pijn, gestoorde functie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn oorzaken van brandwonden?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
  • Vuur = bijvoorbeeld vlam in de pan
  • Hitte = bijvoorbeeld heet oppervlak (oven) of heet water
  • Wrijving = bijvoorbeeld schuren over een wegdek
  • Straling = bijvoorbeeld van de zon of bij bestraling
  • Chemisch = bijvoorbeeld bijtende schoonmaakproducten

Extreme kou heeft hetzelfde effect = noem je een vrieswond

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee veel voorkomende ongelukken wat brandwonden kan veroorzaken

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Brandwonden
                                                                      - Eerstegraads verbranding      
                                                                 - Tweedegraads brandwond
                                                              - Derdegraads brandwond

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer hoef je GEEN hulp in te schakelen?
A
Als het een volwassene is van 62 jaar met een brandwond
B
Als de schouders door de zon 1e graads verbrand zijn
C
Als een peuter een hete oven aanraakt
D
Als er hete dampen worden ingeademd

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van brandwonden
  •  Warmteverlies, het lichaam verliest veel warmte omdat de huid de temperatuur niet kan vasthouden.
  • Vochtverlies, de huid kan het vocht niet tegenhouden. 
  •  Infectiegevaar, waar de huid defect is, kan door inwerking van bacteriën een infectie ontstaan.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerste hulp bij brandwonden
  1. Koel de brandwond   min. met lauw, zacht stromend leidingwater. -> Verminderd pijn en haalt hitte uit de wond.
  2. Voorkom dat het lichaam teveel afkoelt. Koel alleen de wond.
  3. Bedek een open wond met plasticfolie of vet verbandgaas. Zo blijft deze schoon
  4. Smeer niets op de wond.
  5. Waarschuw een arts bij grote blaren, een open wond en brandwonden door chemische stoffen of elektriciteit.

Slide 20 - Tekstslide

Smeersels, zalf, tandpasta of andere middelen maken de wond erger. Gebruik ook geen betadine of jodium.

Brandwonden kunnen erger zijn dan ze lijken. Bel bij twijfel altijd een arts!
Wat is de eerste, belangrijkste zin bij een brandwond (wat doe je als eerste)

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een brandwond koel je de wond ...
A
1 minuut met koud water
B
5 minuten met lauw-warm water
C
10 minuten met lauw-warm water

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer een kind een brandwond heeft, geef je het kind geen eten. Waarom niet?

Slide 23 - Open vraag

Geef nooit iets te eten of te drinken. De maag reageert daarop door bloed aan andere lichaamsdelen te onttrekken, dat is nu net niet de bedoeling. Daarnaast werkt de maag minder goed, waardoor het slachtoffer kan gaan braken.
Bij brandwonden doe je altijd de luier zo snel mogelijk uit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel graads brandwond zie je hier?
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel graads brandwond zie je hier?
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Brandwonden quiz

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe koel je brandwonden?
A
met lauw stromend water, net boven de wond
B
met koud water, op de wond
C
met koud water, net boven de wond
D
met lauw water, op de wond

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de kenmerken van een 3e graads-brandwond?

Slide 49 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

maak nu uit de reader vraag 5 t/m 9

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Leg het verschil uit tussen een eerste-, tweede- en derdegraads verbranding.

Stel, een van je cliënten heeft kokend water over zich heen gekregen en geeft aan helemaal geen pijn te voelen. Toch zie je dat de huid verbrand is.
6. Wat doe je?
7. Wat voor soort brandwonden verwacht je dat hij/zij heeft?
Decubitus
8. Hoe wordt decubitus ook wel genoemd?
9. Noem enkele oorzaken van decubitus.


Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bestudeer voor volgende week blz 149 t/m 155
en blz 345 t/m 353

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies