Les 2 H4 Procenten OLT Wiskunde

OLT Wiskunde Les 2 H.4 Procenten
Welkom!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

OLT Wiskunde Les 2 H.4 Procenten
Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Les 2 H4 procenten

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag ziet de les er als volgt uit:
1.  Leren de juiste informatie uit een verhaaltjessom te halen.
2. Het tekenen van een verhoudingstabel.
3. Het invullen van een verhoudingstabel
4. Hulp bij je huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Welke getallen zijn bij 2a van belang? Schrijf deze op.

Slide 4 - Tekstslide

Begrip:
Absolute aantal: het getal waar het echt om gaat! 
voorbeelden:
prijs in euro's 
aantal leden
aantal leerlingen

Welk getal gaat over absoluut aantal? Welke over procenten?

Slide 5 - Tekstslide

Invullen eerste kolom
Teken deze verhoudingstabel na. 




Linksonder vul je altijd '100%' in. Daarboven het 'absolute aantal' (in dit geval aantal leden die lid zijn van de zwemvereniging)

Slide 6 - Tekstslide

invullen laatste kolom:






Vul nu het gevraagde absolute aantal in de laatste kolom in: is het in aantal leden? Dan laatste kolom bovenaan. Is het in procenten, dan in de laatste kolom onderaan invullen.

Slide 7 - Tekstslide

Kijk naar het whitebord; hier wordt de opdracht verder uitgewerkt.
Je krijgt een uitleg over het gebruik van de 'pijltjes' boven en onder de streep.
Voorbeeld:




Regel: 'wat je onder de streep doet, doe je boven de streep ook! (En omgekeerd!)

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord: Je hebt nu een antwoord op 2a gevonden. Kijk naar jouw verhoudingstabel. Welke 'som' heb je gemaakt om aan jouw antwoord te komen?
Tip: Start met '100' (van procenten links onderin) en volg wat je bij de pijltjes hebt gezet:

Dus:

Slide 9 - Tekstslide

100 : 285 = 0,350877193 x 188 = 65,964912284

dus afgerond 66,0%
Het antwoord is: 66,0% van de leden neemt deel aan de wedstrijd.
Herhaling: Een percentage schrijf je altijd als een decimaal getal (dus met 1 cijfer achter de komma).

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2b op dezelfde manier aanpakken: trek daarna bij 2c de conclusie.

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord 2c
100: 350 = 0,2857142857 x 259 = 73,9999999963

Antwoord: Er doet dus afgerond 74,0% van de leden mee aan de zwemwedstrijd.

Slide 12 - Tekstslide

Antwoord 2c
Bij zwemvereniging De Golf doet 66,0% mee

Bij zwemvereniging De Oever doet 74,0% mee

Antwoord:
Bij zwemvereniging De Oever nemen naar verhouding de meeste mensen deel aan de zwemwedstrijd.

Slide 13 - Tekstslide

Hulp bij jouw huiswerk:
Open je (digitale boek) boek
Open je agenda
Ga aan de slag met jouw huiswerk. 



Slide 14 - Tekstslide