Luisteren

TLuisteren
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2-4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

TLuisteren

Slide 1 - Tekstslide

Luisteren

Slide 2 - Woordweb

Wat ga je leren?
Wat is luisteren?
Welke luisterniveaus zijn er?
Wat is actief luisteren?
Wat is selectief luisteren?
Hoe goed luister jij?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Selectief luisteren
Heel gericht luisteren. 
Je let alleen op informatie die je nodig hebt of belangrijk vindt.

Slide 5 - Tekstslide

Actief luisteren
Je kunt actief luisteren naar de mening van medestudenten.

Je kunt de kenmerken van actief luisteren toepassen op een situatie.

Slide 6 - Tekstslide

Spreekdoelen
- informeren
- amuseren
- uitleg geven (instrueren)
- overtuigen
- activeren / overhalen
- mening laten vormen

Slide 7 - Tekstslide

Spreekdoelen = tekstsoort
- informeren = informerende tekst
- amuseren = amuserende tekst
- uitleg geven  = uiteenzettende tekst
- overtuigen = betogende tekst
- activeren / overhalen = activerende tekst
- mening laten vormen = beschouwende tekst

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn de drie luistermanieren?

Slide 9 - Woordweb

Drie luistermanieren
- globaal luisteren
- precies luisteren
- zoekend luisteren

Slide 10 - Tekstslide

Denk aan wat je al weet. 
Wat weet je al van het onderwerp? 
Heb je begrepen waar het over ging? 
1. Voor het kijken en luisteren
2. Tijdens het kijken en luisteren
3. Na het kijken en luisteren. 

Slide 11 - Sleepvraag

Wat betekent LSD?
A
Luisteren, spreken, doorzetten
B
Luisteren, selecteren, domineren
C
Luisteren, samenvatten, doorvragen

Slide 12 - Quizvraag

LSD
  • Herhaal wat de ander gezegd heeft (luisteren)

  • Vat het samen (samenvatten)

  • Vraag of je het goed begrepen hebt en vraag om verduidelijking.  (doorvragen)

Slide 13 - Tekstslide

Luisteren
Best lastig, probeer het zelf maar
Spel luisteren

Slide 14 - Tekstslide

Luisteren...
  • Is best lastig
  • Oogcontact
  • Stemgebruik
  • Intonatie
  • Actief en passief luisteren
  • Knikken, ja en hummen

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
- Schrijf globaal op waar het fragment over gaat
- Beschrijf Najibs lichaamshouding
- Beschrijf Najibs mimiek
- Beschrijf het podium
- Beschrijf de reactie van het publiek
- Wat valt je nog meer op?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Valkuilen luisteren

Slide 18 - Tekstslide

Oefeningen 
Observeren 

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Objectief en subjectief observeren
  • Dat boeket is verkeerd gestoken.
• Agnes loopt continue op en neer, het lijkt erop alsof zij nerveus is.
• Oranje, rode en roze rozen kan je niet combineren met gele rozen.
• Meneer Peters heeft een mooi pak aan.
• Meneer Peters draagt een blauwe broek en colbert en een gestreepte bloes.
• Jij snijdt de bloemen schuin af.
• Alle bloemen stinken.


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Onderzoek wijst uit dat deze eerste indruk een direct effect heeft op hoe wij deze persoon verder zullen beoordelen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Je hebt allebei een belang in een gesprek

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Vandaag geleerd
  • Luisteren is lastig
  • Je moet elkaar af en toe aankijken
  • Duidelijk spreken, variatie in intonatie
  • Laten merken dat je luistert door actieve houding aan te nemen

Slide 29 - Tekstslide

Toekomst
Luisteren is niet alleen op school nodig, maar ook als je clienten helpt en met ze spreekt.
Goed luisteren is iets dat je je hele leven nodig hebt

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Luisterniveaus

  • Passief luisteren is niet luisteren
  • Oppervlakkig luisteren is een minimale reactie
    geven
  • Inhoudelijk luisteren is zakelijk luisteren
  • Empathisch luisteren inlevend luisteren

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video