Burgerschap: Thema 9. Relaties en seks. Les 1 relatie

Burgerschap

Thema: Relaties en seks

Les 1: relaties

Lesdoel

In deze les leer je:

- dat je een relatie hebt met alle mensen met wie je omgaat. 

- dat je in elke relatie te maken hebt met verwachtingen.

- wat met groepsdruk wordt bedoeld. 

Wat versta jij onder een relatie?

relaties

Met alle mensen met wie je omgaat, heb je een relatie. Je hebt een relatie met iemand als je met die persoon te maken hebt. Je kunt een relatie hebben met iemand op wie je verliefd bent. Maar je hebt ook een relatie met vrienden, familie of je collega's. 

Met iedereen met wie je een relatie hebt, ga je op een andere manier om. Je gaat bijvoorbeeld op een andere manier om met je docent dan met je klasgenoot. 

verwachtingen

In elke relatie heb je te maken met verwachtingen. Je ouders verwachten bijvoorbeeld dat je je best doet op school en je vrienden verwachten dat je meegaat als ze wat leuks gaan doen. 

Jij kunt ook verwachtingen hebben van andere mensen. Bijvoorbeeld verwachtingen dat je broer je helpt als je een probleem hebt. 

Je kunt niet altijd aan elkaar verwachtingen voldoen. Een vriendin kan bijvoorbeeld van jou verwachten dat je met haar gaat winkelen, terwijl je moet werken. 

Stelling

Inge's beste vriendin wil met Inge naar het Hulsbeek omdat het mooi weer is. Inge wil wel, maar moet eigenlijk naar school. Inge's vriend zegt dat ze best kunt spijbelen. Inge is bang dat ze dan van school wordt gestuurd.     <-- wat zou jij doen?

Stelling

Lisa's moeder wil dat ze vrijdagavond om elf uur thuiskomt. Al Lisa's vrienden gaan uit en mogen om één uur thuiskomen. Lisa vindt het oneerlijk dat zij dat niet mag.   <-- wat zou jij doen?

Stelling

Een vriend vraagt of Fred meegaat naar de bioscoop. Fred heeft de volgende ochtend een belangrijke toets en wil dus eigenlijk vroeg naar bed. Fred weet ook dat zijn vriend heel teleurgesteld gaat zijn als hij niet mee gaat.  <-- wat zou jij doen?

groepsdruk

Je vrienden kunnen van je verwachten dat je met ze meedoet. Als je in een groep onder druk wordt gezet om mee te doen, noem je dat groepsdruk. Een voorbeeld van groepsdruk is dat je vrienden je overhalen om te gaan roken. 

Het kan moeilijk zijn om met groepsdruk om te gaan. Bijvoorbeeld als iedereen iets doet, wat jij niet wilt doen. Je moet dan duidelijk kunnen aangeven wat je wel en niet wilt. 

Klassengesprek

- heb jij weleens met groepsdruk te maken gehad?

- heb jij weleens andere mensen onder druk gezet om iets te doen?

- hoe ga jij met groepsdruk om?

- heb jij weleens iets leuks gedaan onder druk van een groep?

lesdoel bereikt?

Je weet nu :

- dat je een relatie hebt met alle mensen met wie je omgaat. 

- dat je in elke relatie te maken hebt met verwachtingen.

- wat met groepsdruk wordt bedoeld. 

opdracht

maak opdracht 3 op blz 268 in je boek.