rekenen H17 +H18
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het doel van grafieken en tabellen?
A
Informatie op een andere manier weergeven
B
Niks
C
Opvulling
D
Kleur aanbrengen
Slide 2 - Quizvraag
Wat geeft een staafdiagram aan?
A
hoogte van de staaf geeft de ontwikkeling weer
B
hoogte van de staaf geeft de ontwikkeling weer
C
de hoogte van de staaf geeft de hoeveelheid weer
Slide 3 - Quizvraag
Hoe is de staafdiagram correct weergegeven
A
Is juist
B
Is juist
Slide 4 - Quizvraag
Een staafdiagram is goed te gebruiken voor...
A
Het bekijken van een onderdelen gedurende een langere tijd
B
Het vergelijken van een onderdelen
C
Het onderverdelen van iets
D
Het afnemen van een enquête
Slide 5 - Quizvraag
Bekijk de grafiek.
Uit de grafiek blijkt dat...
Uit de grafiek blijkt dat...
A
de nominale én de reële lonen met ongeveer 0,5% stijgen.
B
de nominale lonen met ongeveer 2,5% stijgen en de reële lonen met ongeveer 0,5% dalen.
C
de nominale lonen met ongeveer 0,5% dalen en de reële lonen met ongeveer 0,5% stijgen.
D
de nominale lonen met ongeveer 2,5% dalen en de reële lonen met ongeveer 0,5% dalen.
Slide 6 - Quizvraag
Wat geeft een cirkeldiagram aan?
A
de hoeveelheid in absolute getallen
B
verdeling van een verschijnsel in %
C
de ontwikkeling van een verschijnsel
Slide 7 - Quizvraag
Hoe noem je de delen van een cirkeldiagram?
A
taartpunten
B
delen
C
sectoren
D
stukken
Slide 8 - Quizvraag
Cirkeldiagram. Wat is het totaal van de sectoren?
A
44%
B
8%
C
16
D
100%
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel sectoren
heeft dit cirkeldiagram?
heeft dit cirkeldiagram?
A
1 sector
B
2 sectoren
C
3 sectoren
D
4 sectoren
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het maximum van de grafiek?
Wat is het minimum van de grafiek?
Wat is het minimum van de grafiek?
A
maximum = 20 meter
minimum = 0 meter
B
maximum = 20 meter
minimum = 2 meter
C
maximum = 18 meter
minimum = 2 meter
D
maximum = 18 meter
minimum = 0 meter
Slide 11 - Quizvraag
Wanneer heet een grafiek een lineaire grafiek?
A
Als de stapgrootte op de as even groot is
B
Als het een kromme lijn is
C
Als hij door de oorsprong gaat
D
Als het een rechte lijn is
Slide 12 - Quizvraag
In welke tabellen vind je regelmaat?
A
Tabel 1 en 2
B
Tabel 2 en 3
C
Tabel 1 en 3
D
In geen tabel
Slide 13 - Quizvraag
Je moet een staafdiagram maken die bij de tabel hoort. Wat zet je horizontaal in het staafdiagram ?
A
soort
B
aantal leerlingen
C
maakt niet uit
D
Je kunt hier geen staafdiagram van maken.
Slide 14 - Quizvraag
Welke van de tabellen heeft een afname?
A
tabel A
B
tabel B
C
tabel C
D
tabel D
Slide 15 - Quizvraag
Welke tabellen zijn verhoudingstabellen?
A
tabel 1 en 3
B
tabel 2 en 3
C
tabel 2, 3 en 4
D
tabel 2 en 4
Slide 16 - Quizvraag
Als je bij deze tabel een
grafiek zou tekenen, wat
voor grafiek zou dit
worden?
grafiek zou tekenen, wat
voor grafiek zou dit
worden?
A
stijgend
B
dalend
C
lineair stijgend
D
lineair dalend
