Les 2: Schoonmaak regels

Les 2: Schoonmaak (regels)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 2 min

Onderdelen in deze les

Les 2: Schoonmaak (regels)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Lesdoel 
De leerling:
-Weet wat ergonomisch werken inhoudt
-Weet wat schoonmaakfrequentie inhoudt
-Weet welke verschillende schoonmaakmiddelen er zijn en waar ze voor gebruikt worden
-kan schoonmaakregels/ volgorde toelichten
-weet waarom we schoonmaken

Slide 2 - Tekstslide

Voordat je gaat schoonmaken moet je een aantal zaken weten. 
In deze les komen begrippen aan bod die belangrijk zijn. 
Zo komen de begrippen: veiligheid, hygiëne en efficiëntie geregeld terug in deze modulen.

Waarom is het belangrijk dat we schoonmaken?
Waarom hanteren we protocollen? (wat zijn protocollen?)

Hier ga je vandaag antwoord op krijgen!


Slide 3 - Tekstslide

Schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden
Thuis schoonmaken:
Wie?
Waarom?
Hoe vaak?
Jouw kamer?
schoonmaakmiddelen?
professioneel schoonmaken?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is schoon?
Wat is schoon?
 Iedereen heeft andere normen voor wat schoon is. Daarom zijn de volgende benamingen (schoonmaakgraad):

Ruw schoon
Huishoudelijk schoon
Smetschoon

Slide 5 - Tekstslide

Je ziet hieronder 3 afbeeldingen. 
Sleep de juiste afbeelding naar de bijbehorende schoonmaak graad.
huishoudelijk schoon
smetschoon 
(vrij van micro-organisme)
ruwschoon

Slide 6 - Sleepvraag

Waarom maken we schoon?
  • Bevordert de hygiëne, voorkomt ziektes
  • Verlengt de levensduur van het interieur
  • Een schone ruimte leeft/werkt prettiger

Slide 7 - Tekstslide

Hieronder staan drie redenen waarom schoonmaken belangrijk is.
Sleep bij elke reden de schoonmaakactie die erbij past.


Afstoffen van de computer.
Etensresten verwijderen van het aanrecht. 
Je bureau opruimen en afstoffen.
Een schone ruimte is prettiger.
Schoonmaken bevordert de hygiëne.
Schoonmaken verlengt de levensduur van je interieur.

Slide 8 - Sleepvraag

Hoe vaak moet je schoonmaken?
Hoe vaak je schoonmaakt wordt bepaald door hoe vuil de ruimte is. Je eigen stortingsgrens bepaalt of jij een ruimte wel of niet vuil vindt.

Hoe vaak maak je schoon? dit noem je de Schoonmaakfrequentie


Slide 9 - Tekstslide

Werk dat vrijwel elke dag gedaan moet worden gedaan.
Keuken/ toilet.
Dit is nodig voor de hygiene.
Werk dat 1x per week gedaan wordt.
Bijv.  stofzuigen, dweilen van de vloer, het bed verschonen.
Je haalt vuil en vlekken weg die bij dagelijkse beurt zijn blijven zitten.
Dit zijn werkzaamheden die je elke maand of 1x keer per twee maandenuitvoert. bv. zemen van ramen, schoonmaken van je kast.

Sommige taken hoef je maar 1 of 2x per jaar te doen bv. schoonmaken van de lamellen van de zonwering of opruimen van kledingkast.
Periode werkzaamheden
Wekelijkse werkzaamheden
Dagelijkse werkzaamheden

Slide 10 - Sleepvraag

Hoevaak maak je iets schoon?
Dagelijks 
Wekelijks 
Periodiek
vaatwasser 
badkamer schoonmaken 
ramen zemen 
koelkast schoonmaken
beddengoed verschonen 
kasten schoonmaken 
bed opmaken
aanrecht leegmaken

Slide 11 - Sleepvraag

Hoe vaak moet je de volgende schoonmaaktaken uitvoeren?

Sleep de schoonmaaktaken naar de juiste frequentie.
Elke dag
Elke week ( of 2 x per week)
Elke maand
Elk jaar
1. Aanrecht opruimen en schoonmaken 
2. Badkamer schoonmaken 
3. Bed verschonen 
4. Houten vloer in de was zetten 
5. Kledingkast opruimen en schoonmaken 
6. Lamellen van zonwering schoonmaken 
7. Ramen zemen 
8.Rommel in huis opruimen 
9.Stofzuigen 

Slide 12 - Sleepvraag

Schoonmaakrooster
Gert-Jan vindt opruimen echte een heel vervelend klusje. Zijn kamer is dan ook echt een rommel. Hij vindt
 het onzin dat hij iedere week zijn kamer moet opruimen en zijn wastafel moet poetsen. Moet dit echt zo vaak???


Maak opdracht 8: Schoonmaakfrequentie (blok 7, Schoonmaakrooster) in de methode

Slide 13 - Tekstslide

Schoonmaakregels
Je maakt efficiënt schoon als je je aan volgende schoonmaakregels houdt.
1. Bekijk eerst goed de ruimte die je gaat schoonmaken.
2. Werk van schoon naar vuil: eerst minst vuile ruimte, daarna de vuilere ruimte(s)
3. Maar eerst droog schoon, daarna nat
4. Werk van boven naar beneden
5. Maak een nieuw sopje bij het schoonmaken van de: keuken, badkamer en toilet
6. Sop die tussendoor erg vies is geworden, weggooien en nieuwe sop maken.
7. Gooi vieze sop direct weg
8. Controleer aan het einde de ruimte
9. Ruim de schoonmaak spullen op

Slide 14 - Tekstslide

Schoonmaakregels
1) Je start met stof afnemen (droog schoonmaken) 
2) daarna stofzuigen (van boven naar beneden werken). 
3) Daarna nat reinigen: de vloer dweilen


Houd rekening met volgende aandachtspunten:
-Bedenk een vaste route door de ruimte
-Gebruik de juiste schoonmaakmaterialen
-Gebruik de juiste schoonmaakmiddelen
-Werk veilig
-Werk ergonomisch

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht schoonmaakregels
Schoonmaken doe je volgens een bepaalde volgorde en volgens bepaalde regels. Zo werk jehet meest efficient. 
Efficient werken betekent dat je praktisch werkt, zodat het zo weinig mogelijk in spanning kost.

Maak opdracht 4 efficient schoonmaken (blok 2, Helpen in de huishouding) in de methode

Slide 16 - Tekstslide

Schoonmaakmiddelen
- Reinigingsmiddelen: Schoonmaakmiddel die als doel heeft vuil weg te halen. 
Natuurlijke reinigingsmiddelen: bv zeep: wordt van plantaardig of dierlijk vet gemaakt, deze zijn goed voor het milieu
Synthetische reinigingsmiddelen worden van aardolie en zuren gemaakt. (niet goed voor milieu)
- Onderhoudsmiddelen: Schoonmaakmiddel met als doel meubelen te onderhouden. Bijv. een leren bank of houten tafel.
- Gecombineerde onderhouds- en reinigingsmiddelen: Tegels worden naast gereinigd ook een beschermlaag opgebracht
- Desinfecteermiddelen: Schoonmaakmiddel met als doel bacteriën te doden. 
- Vlekoplosmiddelen: Schoonmaakmiddel voor hardnekkige vuilresten. Deze gebruik je alleen als reinigingsmiddelen het vuil niet weg krijgen.

Slide 17 - Tekstslide

Waar is het van gemaakt?

Om goed en veilig te kunnens choonmaken moet je weten van welk materiaal iets gemaakt is en hoe je het kunt schoonmaken.

Maak opdracht 1 Waar is het van gemaakt? (blok 7, Wie heeft er corvee?) in de methode.

Slide 18 - Tekstslide

We zijn biiiiiijna klaar!
Wat heb je vandaag geleerd?
Heb je alle opdrachten gemaakt en ingeleverd?


Als je tijd over hebt (alle opdrachten zijn nagekeken en ingeleverd)
-  Begrippenlijst M&O aanvullen.

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting les
Wat heb jij vandaag geleerd?

Wat vond je het leukst?

Wat kan jij vandaag thuis vertellen over wat je geleerd hebt?

Slide 20 - Tekstslide