Hoofdstuk 4 paragraaf 1

H4 §1 
Wikken en wegen 

§1: Spijt achteraf
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 §1 
Wikken en wegen 

§1: Spijt achteraf

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen:
  • Hoe je een miskoop voorkomt.

Slide 2 - Tekstslide

Invloed van je omgeving
  • Je omgeving heeft invloed op je keuzes.
  • Soms maak je een keuze omdat de mensen in je omgeving hetzelfde doen.
  • Je wil niet ”buiten de groep” vallen.
  • Dit gebeurt ook wanneer je consumeert.
  • Je koopt iets wat je eigenlijk niet wil.
  • Dit noem je een miskoop.
  • Je kan ook een miskoop doen omdat de omschrijving niet helder was.

Slide 3 - Tekstslide

Miskoop
  • Je kan ook een miskoop doen omdat de omschrijving niet helder was.

Slide 4 - Tekstslide

Welke miskoop heb jij ooit gedaan?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Video

Bekende merken
  • Er zijn veel bekende merken, dit zijn merken die door veel mensen worden herkend.
  • We onderscheiden verschillende soorten merken:
  • A-merk: een bekend merk dat vaak duurder is en op veel plekken verkocht wordt
  • B-merk: een bekend merk dat vaak minder duur is en op minder plekken verkocht wordt.
  • Huismerk: een product van een merk van de winkelketen zelf.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Huismerk
A-merk
B-merk

Slide 9 - Sleepvraag

Bedrijven en hun imago
  • Winkels staan op een bepaalde manier bekend.
  • Dit noem je hun imago. Dit kan positief of negatief zijn.
  • Imago: beeld dat het publiek van iets heeft.

Slide 10 - Tekstslide

Webwinkels
  • Websites waar je producten kan kopen noem je webwinkels of webshops.
  • Voor betrouwbare webwinkels heb je een keurmerk.
  • Keurmerk: logo waarmee de fabrikant een bepaalde kwaliteit van een product of dienst beloofd.

Slide 11 - Tekstslide

In 2014 heeft de politie ongeveer 300 webwinkels offline laten halen, omdat deze shops zich bezig hielden met oplichting.
Hoeveel webwinkels zijn dat per maand?

Slide 12 - Open vraag

Kijken en kopen
  • Sommige producten kan je beter in een winkel kopen dan online.
  • Online kan je niet passen, niet ervaren hoe het product werkt.
  • Dit kan in het echt wel.
  • Andere producten zijn gunstiger om online te kopen, misschien goedkoper.

Slide 13 - Tekstslide

Informatie op het product
  • Productaansprakelijkheid: De plicht van de fabrikant om de schade te vergoeden die veroorzaakt wordt door zijn product.
  • Producten moeten informatie op hun label bevatten.
  • Bijvoorbeeld voor allergenen en gevaarlijke stoffen.

Slide 14 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maken opdrachten paragraaf 1

  • Lees de theorie 
  • Maak de opdrachten 

Slide 16 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 17 - Tekstslide