In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Landschap -Hockney & van Gogh -Les 2
Slide 1 - Tekstslide
Komende 2 lessen
Aan de slag met je eigen landschapsfoto:
Eerst een schets maken
Daarna werken met krijt en waterverf
Waar let je op?
Toepassen van onderzochte patronen in je schilderij
Diepte in je landschap (overlapping/afsnijding/groot-klein/stapeling)
Kleurgebruik (zoals Hockney)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat voor soort diepte suggestie wordt hier gebruikt?
A
Overlapping
B
Groot/klein
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor soort diepte suggestie wordt hier gebruikt?
A
Overlapping
B
Afsnijding
C
Overlapping & Groot/klein
D
Stapeling
Slide 5 - Quizvraag
Kijk goed! hoeveel soorten dieptesuggesties zie je hier?Benoem ze
Slide 6 - Tekstslide
Hoeveel van de dieptesuggesties zijn hier te zien? Benoem ze
Slide 7 - Open vraag
stapeling
Groot/klein
Overlapping
Afsnijding
Slide 8 - Tekstslide
Tekenopdracht
deel 1: schets
deel 2. schilderij
Slide 9 - Tekstslide
Kleuren in het landschap
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Landschap opdelen in vlakken
Slide 12 - Tekstslide
DEEL 1 : SCHETSEN VAN HET LANDSCHAP
Op basis van je gekozen landschapsfoto, maak je een eerste schets van je schilderij.
Zorg ervoor dat je landschap is opgedeeld in een aantal vlakken (bijv. velden/weilanden). Denk na over welke objecten je erin wilt verwerken (zoals bomen, huisjes, struiken etc.) en let hierbij goed op: groot-klein, afsnijding, stapeling en overlapping. Wat is dichtbij, wat is ver weg?
Slide 13 - Tekstslide
DEEL 2: SCHILDERIJ
Teken de schets over op dik A4 papier.
Gebruik het lesblad met de lijnpatronen die je vorige les hebt onderzocht en breng deze aan met waskrijt in de verschillende vlakken van je schets. Probeer minimaal 3 verschillende patronen in je schilderij toe te passen. Om het beste resultaat te bereiken, kun je het beste stevig drukken met de waskrijtjes.
Nu volgt het schilderen van de vlakken met waterverf. Doordat de krijt heel vet is, hecht de verf niet op de plekken waar je de krijt hebt aangebracht (en blijf je dus de lijnpatronen zien).
Als laatste kan je de details schilderen, zoals struiken en bomen.
Slide 14 - Tekstslide
eerst waskrijt
dan waterverf
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Wat heb je geleerd vandaag en vorige week?
Vul het exit ticket in!
Hoe voel je na deze les?
1. ik begrijp het (nog) niet / ik vond het stom
4. ik voel mij een echte kunstenaar!
3. ik vond het wel interessant en snap de opdracht