Je weet het verschil tussen een natuurgetrouwe en schematische tekening.
Je kan het verschil zien tussen het buitenaanzicht en de twee verschillende doorsneden.
Je kan de tekenregels toepassen en een biologische tekening maken.
Lees blz 63 en 64
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
1.2 Tekeningen maken
Je weet het verschil tussen een natuurgetrouwe en schematische tekening.
Je kan het verschil zien tussen het buitenaanzicht en de twee verschillende doorsneden.
Je kan de tekenregels toepassen en een biologische tekening maken.
Lees blz 63 en 64
Slide 1 - Tekstslide
Natuurgetrouw - schematisch
In een natuurgetrouwe tekening geef je zo nauwkeurig mogelijk alle details weer.
In een schematische tekening laat je de details weg en teken je alleen de belangrijkste kenmerken.
Slide 2 - Tekstslide
Op welke manier is deze ui te zien?
A
Buitenaanzicht
B
Dwarsdoorsnede
C
Lengtedoorsnede
D
Halve doorsnede
Slide 3 - Quizvraag
De tekenregels
Slide 4 - Tekstslide
Tekenregels
Maak grote tekeningen op wit A4 papier.
Gebruik een scherp HB potlood. Dus niet tekenen met stift of pen.
Teken eerst met dunne lijnen de omtrek, dan de andere delen. Daarna kun je ze duidelijker maken. Let op: Niet schetsen!
Alleen tekenen wat je ziet. Let ook op de juiste verhoudingen.
Zet in een hoek boven je tekening een titel (of welke opdracht het is). Deze bestaat uit: - Onderwerp - Schematisch of natuurgetrouw - Buitenaanzicht, dwarsdoorsnede of lengtedoorsnede
Noteer rechtsboven: naam, klas en datum
Benoem de onderdelen aan de rechter kant: Geef ze aan met horizontale lijnen (liniaal).
Slide 5 - Tekstslide
De tekenregels
Slide 6 - Tekstslide
schematisch
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Welke tekenregel klopt niet?
A
Teken en schrijf met potlood
B
Benoem de onderdelen van je tekening
C
Kleur je tekening
D
Schrijf een titel boven je tekening
Slide 9 - Quizvraag
Waar teken je mee, volgens de tekenregels?
A
pen
B
maakt niet uit
C
potlood
D
stift
Slide 10 - Quizvraag
Aan de slag!
Maken opdracht 1 en 2 blz 64
Nakijken
Leren par 1.3 t/m 1.6
Volgende les mee: potlood (HB) en kleurpotloden
Maandag 4 oktober proefwerk H1 par 1 t/m 9
Slide 11 - Tekstslide
1.3 Vergroten
Je kan gebruik maken van een loep.
Je weet hoe een zaad is opgebouwd en wat kiemen is.
Slide 12 - Tekstslide
Zichtbaar met het blote oog?
Loep
Microscoop
Slide 13 - Tekstslide
Een zaad
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de functie van het poortje bij een bruine boon?
A
Met het poortje zat de boon vast in de vrucht.
B
Via het poortje neemt de boon water op bij de kieming.
C
Het poortje beschermt de boon tegen uitdroging.
D
Het poortje bevat voedsel voor de kiem.
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de functie van de zaadhuid van een bruine boon?
A
water opnemen
B
de boon beschermen
C
hiermee zat hij vast aan de moederplant
D
geen functie
Slide 16 - Quizvraag
Aan de slag!
Opdrachten: 7, 8 en 10
Maak een woordenlijst van de groene woorden achterin je schrift (hb p. 11 en 12)