H3 Woordenschat 3HAVO

H3 Woordenschat: Metonymie
H3 Woordenschat opdracht 1,2,3 en 5

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Woordenschat: Metonymie
H3 Woordenschat opdracht 1,2,3 en 5

Slide 1 - Tekstslide

Stijlfiguren
Vergelijking
Metafoor
Personificatie
Herhaling
Tegenstelling


Slide 2 - Tekstslide

Stijlfiguren
Opsomming (drieslag, climax of anticlimax)
Hyperbool
Understatement
Eufemisme

Slide 3 - Tekstslide

Welk stijlfiguur: 'Ik lach mij altijd echt dood om Jaap'
A
Tegenstelling
B
Drieslag
C
Eufemisme
D
Hyperbool

Slide 4 - Quizvraag

Welk stijlfiguur: 'Een aansprekend voorbeeld'.
A
Metonymie
B
Personificatie
C
Vergelijking
D
Metafoor

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een understatement?
A
Een beeldspraak waarbij je beeld gebruikt
B
Een stijlfiguur waarbij je bewust iets extra sterk uitdrukt
C
Een stijlfiguur waarbij je iets bewust minder sterk uitdrukt
D
Een stijlfiguur waarbij je meerdere dingen opsomt achter elkaar

Slide 6 - Quizvraag

Mijn opa, de oude brombeer, zat weer eens te mopperen over zijn eten.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 7 - Quizvraag

Onder welke stijlfiguur valt deze zin:
Stan was in vuur en vlam.

Slide 8 - Open vraag

Overdrijving of understatement:
Een bezoekje aan de tandarts vind ik niet zo leuk.
A
Overdrijving
B
Understatement

Slide 9 - Quizvraag


We verzuipen in het werk.
Overdrijving of understatement?
A
overdrijving
B
understatement
C
D
eufemisme

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Huiswerk
H3 Woordenschat (blz. 88-91): opdracht 1,2,3 en 5 (hoeft de volgende les nog niet af)

De woordenlijst staat weer in Teams.
Je kunt de woorden ook oefenen via Quizlet


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link