Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 5 - E Grammar
Reading Time!
15 min
- Make notes of what you read!
- Write down what page you end on!
- Find the PDF's (online versions) on:
Magister -> Studiewijzers -> Engels Leerjaar 2 -> Leesboeken
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Reading Time!
15 min
- Make notes of what you read!
- Write down what page you end on!
- Find the PDF's (online versions) on:
Magister -> Studiewijzers -> Engels Leerjaar 2 -> Leesboeken
Slide 1 - Tekstslide
Welcome!
Slide 2 - Tekstslide
Planning & Goals
Reading time 15 min
Grammar 20 min
Exercises Chapter 3 20 min
Goals for today:
I can use words to give more information about a person, animal or thing.
Slide 3 - Tekstslide
Homework
Chapter 3: Showbizz
- B Theme Words exercises 14, 15, 16
- C Reading exercise 17, 18, 20
- D Speaking exercises 22, 23, 26, 27
- Study Vocabulary C Reading & D Speaking
Slide 4 - Tekstslide
Look at the
underlined
words. About which words do they give information?
Slide 5 - Tekstslide
Grammar: Adjectives
But first,
word order
Hoe zat het ookalweer?
Slide 6 - Tekstslide
Grammar: Adjectives
Word order
Wie/wat doet wat waar wanneer.
Who/What - does - what - where - when.
Slide 7 - Tekstslide
Grammar: Adjectives
Word Order
Wie/wat doet wat waar wanneer.
Who/What - does -
what
- where - when.
Adjectives go here!
Slide 8 - Tekstslide
Grammar: Adjectives
Adjective = Bijvoeglijk naamwoord
Gives more information about a noun (= zelfstandig naamw.)
She is
happy
.
That dog is
cute
.
He is wearing a
nice
outfit.
Slide 9 - Tekstslide
Grammar: Adjectives
Adjective = Bijvoeglijk naamwoord
Gives more information about a noun (= zelfstandig naamw.)
She is
happy
.
That dog is
cute
.
He is wearing a
nice
outfit.
Stel de 'what'-vraag!
Slide 10 - Tekstslide
Grammar: Adjectives
She is happy.
That dog is cute.
He is wearing a nice outfit.
Stel de 'what'-vraag:
What
is she?
happy
.
What
is the dog?
cute
.
What
is the outfit he is wearing?
nice.
Slide 11 - Tekstslide
Grammar: Adjectives
Meestal staat een bijvoeglijk naamwoord
voor
het zelfstandig naamwoord dat het omschrijft.
Een bijvoeglijk naamwoord kun je ook
achter bepaalde werkwoorden
zetten. De volgende dia geeft aan bij welke werkwoorden je dit mag doen.
Slide 12 - Tekstslide
Grammar: Adjectives
Een bijvoeglijk naamwoord kun je ook
achter
bepaalde werkwoorden zetten:
- to be
- to look
- to appear
- to seem
Slide 13 - Tekstslide
Grammar: Adjectives
- to be (am/are/is/was/were)
The knife is
sharp
.
- to look (looks/looked)
They look
silly
in those hats.
Slide 14 - Tekstslide
Grammar: Adjectives
- to appear (appears/appeared)
She appeared
friendly
after I met her.
- to seem (seems/seemed)
She seems
interested
in politics.
Slide 15 - Tekstslide
Now it's up to you!
9 Questions
Slide 16 - Tekstslide
Which word is the adjective?
Mindy lives in that big house at the end of the street
A
end
B
street
C
lives
D
big
Slide 17 - Quizvraag
Which word is the adjective?
July bought some French paintings last year
A
last
B
paintings
C
French
D
July
Slide 18 - Quizvraag
Over wat zegt "funny" iets in deze zin:
He watched a film on TV last weekend.
A
film
B
TV
C
weekend
Slide 19 - Quizvraag
Vul het woord 'funny' in.
He watched a film on TV last weekend.
Slide 20 - Open vraag
Vul het woord 'beautiful' in.
She sang a song.
Slide 21 - Open vraag
Put the words in the correct order:
in Spain - this - bag - leather - bought - I - last summer
Slide 22 - Open vraag
Put the words in the correct order:
in bed - I - the tv series 'Scandal'- every evening - watch
Slide 23 - Open vraag
Stephan parked his car opposite my house.
Fill in the word: sports
Slide 24 - Open vraag
The actress appeared on set yesterday.
Fill in the word: tired
Slide 25 - Open vraag
You know what an adjective is and how to use it.
Yes
No
I think so
Slide 26 - Poll
Let's get to work! 20 min
Please go to:
Chapter 3 Showbizz
E Grammar exercises 29 t/m 33
Finished?
Study Vocabulary Chapter 3 - A t/m D.
You can use "Slim Stampen"
Slide 27 - Tekstslide
Homework
Neem oortjes mee!!
Chapter 3: Showbizz
- E Grammar exercises 29 t/m 33
- Study Vocabulary Chapter 3 - A t/m D
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
E Grammar
Februari 2024
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Adjectives
December 2023
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Adjectives
December 2023
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2D3 - Adjectives
December 2023
- Les met
19 slides
Adjectives
November 2024
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
13-12-2023 chapter 3 - grammar 5
December 2023
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
14-12-2022 chapter 3 - grammar 5
December 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
12-12-2023 grammar 5
December 2023
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2