3.0 Introductie Interbellum

Hoofdstuk 3: Het interbellum
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Het interbellum

Slide 1 - Tekstslide

Tussen twee oorlogen in
1918-1939

Slide 2 - Tekstslide

Landen die we gaan behandelen

Slide 3 - Tekstslide

Landen die we gaan behandelen

Slide 4 - Tekstslide

Landen die we gaan behandelen

Slide 5 - Tekstslide

Landen die we gaan behandelen

Slide 6 - Tekstslide

De volgende aspecten gaan we behandelen
  • politiek
  • economisch
  • sociaal 

Slide 7 - Tekstslide

politiek
fascisme
Italië: Mussolini
Het fascisme (Italiaans: fascismo) is een extreme vorm van autoritair nationalisme en is antidemocratisch, anticommunistisch, antiliberaal, antiparlementair en anti-intellectueel. Het is een politiek stelsel dat onder meer werd ingesteld in Italië van 1922 tot 1943.


Slide 8 - Tekstslide

Politiek
nationaal-socialisme:
Duitsland: Hitler
Het nationaalsocialisme (nazisme) is een Duitse politieke stroming die na de Eerste Wereldoorlog onder leiding van Adolf Hitler tot ontwikkeling komt. 'Nazi' is een afkorting van het woord 'Nationalsozialist'. Volgens de nazi's moeten sterke leiders de macht hebben en militaire strijd wordt verheerlijkt. Net als het fascisme is het nationaal-socialisme een antileer. Het vriend-vijand-denken was een belangrijk kenmerk. Fascisten en nationaal-socialisten benadrukten het belang van het collectief, van de natie en vooral van de volksgemeenschap.

Slide 9 - Tekstslide

politiek
communisme (Stalinisme)
De term stalinisme verwijst naar de politieke stroming onder Jozef Stalin, en de op het stalinisme gebaseerde staatsvorm van de Sovjet-Unie, waarin de persoonlijkheidscultus rondom Stalin als politiek leider een belangrijke rol speelde. Aanhangers van Stalins politiek noemden zichzelf niet stalinist, maar communist (marxistisch-leninistisch); de stalinistische staatsvorm werd door sommige, communistische tegenstanders van het stalinisme ook wel staatskapitalisme genoemd.[1] Het stalinisme baseerde zich op de ideologie van het marxisme-leninisme. Het stalinisme als personencultus beheerste de Sovjet-Russische politiek vanaf ongeveer 1924 tot de dood van Stalin in 1953.

Slide 10 - Tekstslide

economisch
(hyper) inflatie

Slide 11 - Tekstslide

economisch
1929 beurskrach

Slide 12 - Tekstslide

economisch
economische crisis (jaren 30)

Slide 13 - Tekstslide

economisch
Planeconomie
(communisme) 

Slide 14 - Tekstslide

sociaal
vrijzinniger

Slide 15 - Tekstslide

sociaal
rassenscheiding
(Antisemitisme) 

Slide 16 - Tekstslide

sociaal
totalitaire staat
(Duitsland en Sovjet-Unie)

Slide 17 - Tekstslide

noteer 3 belangrijkste zaken uit dit filmpje

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

schrijf de 3 belangrijkste zaken uit het filmpje op.

Slide 20 - Woordweb

werken aan hoofdstuk 3
Maak de oriëntatie opdrachten

Slide 21 - Tekstslide