taalbewust lesgeven

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Even voorstellen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van de inwoners van de gemeente Amsterdam tussen 16-65 jaar is laaggeletterd? (cijfers 2020)
A
5%
B
8%
C
12%
D
>16%

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feiten op een rij
  • Er zijn meer dan 2,5 miljoen laaggeletterden in Nederland
  • Meer dan 50% van laaggeletterden  van 16 tot 65 jaar heeft Nederlands als moedertaal.
  • Laaggeletterden hebben meer moeite met werk zoeken en vinden. 
  • Laaggeletterden zijn vaker ziek en hebben meer kans om eerder te sterven
  • Laaggeletterden hebben meer moeite met digitale vaardigheden.
  • Laaggeletterden leven vaker lang in armoede (vaker schuld-hulpverlening nodig)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke beroepen?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het taalsysteem

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel woorden kent een NT2-student (max. 5 jaar in Nederland)?
A
500
B
5.000
C
50.000
D
500.000

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot is de gemiddelde woordenschat van ons als docent?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Omvang woordenschat
Een NT2-student op B1-niveau
5000 woorden
Een 10-jarig Nederlands kind
10.000 woorden
Een 15-jarige allochtone VMBO leerling
13.500 woorden
Een laagopgeleide Nederlander (1F of lager)
20.000 woorden
Een gemiddelde volwassene (2F)
23.000-42.000 woorden
Jijzelf
60.000 tot 80.000 woorden
De Dikke Van Dale
280.000 woorden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak moet een woord in verschillende contexten gehoord/gezien/gelezen worden voordat je een woord ook echt kent?

Slide 13 - Open vraag

Hoe vaak moet je een woord horen?
Hert is bewezen dat een leerling een woord minimaal 7 keer moet horen, bij taalzwakke kinderen kun je dit met gemak verviervoudigen! Het woord moet in een netwerk komen en al die netwerken worden langzaam maar zeker met elkaar verbonden. Voor dit consolideren zijn spelvormen erg belangrijk.26 nov 2017

Hoeveel % van de woorden moet je kennen om een tekst te begrijpen?

Slide 14 - Open vraag

we haken in op het % dat de meeste deelnemers zeggen.
60 %

We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - . We hebben​
geen - meer. Singapore is maar  - - -  met een  - - -. We ​
met  - - dat we niet - kunnen.  - - ik - een - met een - aan -​
het - er -. ​
Voor de - mensen is dit nog - de - - van - , maar ​
dat is een niet meer te  - -  geworden. ​

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

70 %
We moeten - , zei een - uit Singapore tegen - .
We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk - -. We - met - - dat we niet anders kunnen. - - ik een huis met een - aan beide -, het - er-. Voor de - mensen - is dit nog - de - -  van -, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

80 %
We moeten -, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein - met een sterk groeiende bevolking. We - met zo'n - dat we niet anders kunnen. - - ik - een huis met een - aan beide -, het liefst er - . Voor de meeste mensen is dit nog steeds de - wijze van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

90 %
We moeten omhoog, zei een - uit Singapore tegen me. We hebben geen - meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We - met zo'n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. - - ik wil iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er -. Voor de - mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te - - geworden.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

100 %
We moeten omhoog, zei een architect uit Singapore tegen me. We hebben geen ruimte meer. Singapore is maar een klein eiland met een sterk groeiende bevolking. We kampen met zo'n ruimtegebrek dat we niet anders kunnen. Net zoals ik wil iedereen een huis met een tuin aan beide zijden, het liefst er omheen. Voor de meeste mensen is dit nog steeds de ideale manier van wonen, maar dat is een niet meer te realiseren droom geworden.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij taalbewust onderwijs?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind jij?
Taalgericht beroepsonderwijs

of

Beroepsgericht taalonderwijs

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoek toont aan:
Studenten die zowel in de les Nederlands als in beroepslessen ondersteund worden bij het begrijpen van een vaktekst of het produceren van teksten presteren beter in de opleiding en op de werkvloer.  

Hoe taalvaardiger de studenten zijn, des te sneller zij een vak leren en des te beter zij zich ontwikkelen in de beroepspraktijk. 

Bron: Taalbewust beroepsonderwijs (Bolle & Van Meelis)





Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht in tweetallen
  • Pak één van de voorbeelden uit een beroepsgerichte methode.
  • Voor welk niveau opleiding is deze tekst volgens jou?
  • Onderstreep de woorden die de studenten volgens jou moeilijk zullen vinden / niet begrijpen.
  • Hoeveel woorden heb je nu onderstreept?
  • Hoeveel % is dat van het totaal aantal woorden? 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun jij morgen
doen om taalbewust les te geven?

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kleine ingreep, groot effect

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalbeleid ROC
Speerpunt: 
"Taal is cruciaal: een taak van ons allemaal"

Een betere taalontwikkeling geeft meer 
zekerheid op schoolsucces en aansluiting in de maatschappij.

Taalontwikkeling gaat sneller en effectiever 
als het taalonderwijs geïntegreerd is in de dagelijkse praktijk.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies