2020_2v_lezen H1/2

lezen
huiswerk nakijken-> met chromebook
instructie h 2
opdracht 2 samen
opdracht 3 maken

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

lezen
huiswerk nakijken-> met chromebook
instructie h 2
opdracht 2 samen
opdracht 3 maken

Slide 1 - Tekstslide

7 LeBron James wil niet meer met nummer 23 spelen, omdat hij zo de Noord-Amerikaanse profcompetitie NBA de gelegenheid wil geven het nummer af te schaffen.
8 Dan wordt het niet meer gebruikt: het wordt niet meer opnieuw uitgegeven aan een andere speler.
9 (1) Het nummer heeft toebehoord aan de beste speler ooit.
(2) Het nummer heeft toebehoord aan een belangrijke speler die nu overleden is.
(3) Het nummer heeft een speciale betekenis, zoals het aantal overwinningen dat iemand met een club heeft behaald.
10 Het betekende eerst een bepaalde positie op het veld, maar werd later het nummer van beroemde aanvallers als Pelé, Zidane en Maradona. Tegenwoordig betekent het dus wat als je als voetballer rugnummer 10 mag dragen: dan ben je een zeer goede speler.
12 De titel past niet zo goed bij de hele tekst omdat de tekst niet alleen over basketbal en Michael Jordan gaat.


Slide 2 - Tekstslide

13. Bedenk zelf een passende titel

Slide 3 - Open vraag

Onderwerp

Slide 4 - Woordweb

2 internet
3 bijdragen aan (al. 2) – helpen; (mee)geven, zodat iemand er iets aan heeft
gaan voor (al. 3) – zich helemaal inzetten voor
een blik werpen (op iets) (al. 5) – kijken naar (iets)
vruchten afwerpen (al. 5) – iets opleveren; positief resultaat hebben
recensie (al. 7) – beoordeling
de hemel in prijzen (al. 7) – zeggen dat iemand iets heel goed heeft gedaan
nuchter (al. 8) – koel beschouwend; zakelijk; met beide benen op de grond
4 ‘Iedereen heeft wel eens iets meegemaakt van wat ik schrijf.’ (laatste zin van alinea 2)
5 (1) Schrijven is één groot feest. (2) Schrijven is heel hard werken.

Slide 5 - Tekstslide

6. Nee, dat heeft ze niet hoeven leren. Ze heeft dat altijd goed gekund, vroeger op school al.
7 Carry Slee schrijft graag voor kinderen, omdat erg veel kinderen geen gemakkelijke jeugd hebben en ze zelf ook geen makkelijke jeugd heeft gehad.
8 Schrijvers lezen volgens Carry Slee niet omdat ze met hun eigen verhaal bezig zijn (en dan is het wel genoeg).
9.   Het is een interview met 'losse' vragen.


Slide 6 - Tekstslide

10. Met welk doel is deze tekst geschreven?
A
Amuseren
B
Informatie geven
C
De lezer ergens van overtuigen
D
De lezer overhalen iets te doen.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

kernzin tekst 2

Slide 10 - Open vraag

kernzin tekst 3

Slide 11 - Open vraag

kernzin tekst 4

Slide 12 - Open vraag

Kernzin tekst 5

Slide 13 - Open vraag

Starten met opdracht 3
Tekst orienterend, globaal en intensief lezen
Opdracht 1 t/m 3 maken(woordenschat wél)

Slide 14 - Tekstslide