1. Zoek een voorwerp van ongeveer 1 kg.
2. Schat de oppervlakte van dit lokaal in. Maak je gebruik van m, m2 of m3?
3. Je wilt graag nieuwe schoenen (Nike Air Max) kopen en deze kosten 150€. Vandaag kun je 10% korting krijgen. Hoeveel euro korting krijg je? Laat de rekenstappen zien en je mag je rekenmachientje gebruiken.