Kenmerkende aspecten - oefentoets online

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de afbeeldingen en tekst naar het juiste tijdvak 
Tijd van ontdekkers en hervormers 
Tijd van burgers en stoommachines 
Tijd van de wereldoorlogen 
Tijd van regenten en vorsten  
Tijd van pruiken en revoluties 
Tijdvak 5
Tijdvak 6
Tijdvak 7
Tijdvak 8
Tijdvak 9

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

In 1874 publiceerde de Maastrichtse priester J.H. Wijnen een brochure waarin hij de sterk toegenomen kinderarbeid in zijn stad veroordeelde. Bij welke twee kenmerkende aspecten van de moderne tijd past de kritiek op kinderarbeid?
A
'de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen'
B
'de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie'
C
'de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving'
D
'discussie over de sociale kwestie’

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk kenmerkend aspect past de bron?
Op de afbeelding staat Karel V.
A
Het begin van de Europese Expansie.
B
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
C
Het streven van vorsten naar absolute macht.
D
De wetenschappelijke revolutie.

Slide 6 - Quizvraag

Bij welk tijdvak en welk K.A past de afbeelding?

Slide 7 - Open vraag

Bij welk
kenmerkend aspect
past de bron?
A
De wetenschappelijke revolutie.
B
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
C
De protestantste reformatie die de splitsing van de christelijke Kerk in West-Europa tot gevolg had.
D
Het streven van vorsten naar absolute macht.

Slide 8 - Quizvraag

Welk KA hoort bij de afbeelding?
A
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
B
De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.
C
Het streven van vorsten naar absolute macht.
D
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Bij welk kenmerkend aspect passen deze afbeeldingen?
A
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
B
Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaalsocialisme
C
Het voeren van twee wereldoorlogen
D
Moderne propaganda en communicatiemiddelen

Slide 11 - Quizvraag

Welk K.A. hoort bij de afbeelding?
A
Het begin van de Europese Expansie.
B
De crisis van het wereldkapitalisme.
C
Discussies over de Sociale Kwestie.
D
Het voeren van twee wereldoorlogen.

Slide 12 - Quizvraag

7. Een van de belangrijkste verbindingswegen in Berlijn is de straat langs de Brandenburger Tor naar de Potzdammer Platz.  Hieronder staan vier gebeurtenissen die met de geschiedenis van deze straat te maken hebben: Zet de gebeurtenissen rond deze straat in de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later.  
1
2
3
4
1 Toen Friedrich Ebert, de eerste president van de Republiek van Weimar, tijdens zijn ambtsperiode overleed, werd de straat naar hem genoemd.
2 De straat werd genoemd naar Hermann Goering, de NSDAP-voorzitter van de Rijksdag.
3 De straat werd tijdens de Eerste Wereldoorlog genoemd naar Budapest, een hoofdstad van Oostenrijk-Hongarije, de belangrijkste bondgenoot van Duitsland. 
4 De geallieerde bezettingsmacht van Berlijn besloot de naam Ebertstraat in ere te herstellen.

Slide 13 - Sleepvraag

Bij welk kenmerkend aspect hoort Christoffel Columbus
A
Europese Overzeese Expansie
B
Wereldwijde handelscontacten
C
Reformatie
D
Veranderende mens- en wereldbeeld

Slide 14 - Quizvraag

Welk kenmerkend aspect heeft geen inhoud waar wetenschap centraal staat
A
Wetenschappelijke revolutie
B
De Verlichting
C
De Renaissance
D
De Sociale Kwestie

Slide 15 - Quizvraag

Bij welk tijdvak en welk K.A past de afbeelding?

Slide 16 - Open vraag

Bij welk tijdvak en welk K.A past de afbeelding?

Slide 17 - Open vraag