Overzicht 2.1-2.4 en toetsbespreking
Lesduur is: 70 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoogteverschillen in het landschap.
Slide 28 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
I Tropische regenwouden liggen rond de evenaar op hoge breedte.
II In tropische regenwouden geldt: hoe lager bij de grond, hoe meer begroeiing.
Welke uitspraak is goed?
Slide 29 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 30 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
In tropisch regenwoud regent het elke dag. Het type regen is stijgingsneerslag. Beschrijf in 4 stappen hoe deze regen ontstaat.
Slide 31 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 32 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
I In het zuidoosten van Australië vind je intensieve veeteelt.
II De bevolkingsdichtheid van Australië is het grootst in de kustgebieden in het oosten en zuidoosten.
Welke uitspraak is goed?
Slide 33 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Aan de hand van de bron leg uit hoe grote woestijnen op aarde ontstaan.
Slide 34 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 35 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Het ijs in het Noordpoolgebied smelt.
Wat is een positief gevolg van deze opwarming voor de scheepvaart?
Slide 36 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
In het dal is het 16 °C.
Wat is de temperatuur bij punt 1, 2, 3 en 4?
Slide 37 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
2. Verklaar je antwoord op vraag met twee redenen.
Slide 38 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
