Monoloog schrijven: opdracht 3

Welkom bij KUDR havo/vwo
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom bij KUDR havo/vwo

Slide 1 - Tekstslide

Online les  
  • Alle lessen online
  • Wat verwacht ik van jullie? Zelfstandig werken aan opdrachten en eigen monoloog
  • Je gaat zelfstandig aan de slag met Lessonup en levert tussendoor opdrachten in via Teams
  • Heb je een vraag? Stel deze via Teams chat. (naar E. Dorenbos)
  • Opdracht af? Deze opdracht lever je gelijk in via Teams chat (naar E.Dorenbos).


Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
1. herhalen opdracht monoloog schrijven
2. huiswerk: opdr. 3 en opdr. 4 (schrijven vanuit ervaring en emotie)
3. uitleg spanningsboog + oefeningen
4. spelgegevens / 5 w's uitwerken voor monoloog
5. afronding

Slide 3 - Tekstslide

Planning PTA 1/5
Les 1: introductie; inspiratiebronnen
Les 2: vanuit inspiratie schrijven
Les 3: Schrijfworkshop: spanningsboog
Les 4: Voordragen monoloog; verdieping personages
Les 5: Verder schrijven aan monoloog; conflict monoloog
Les 6: Eerste versie monoloog af, aanscherpen en werken aan presentatie; genre wissel
Les 7: Feedback monoloog (dramaturgie) / voorbereiden PTA

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht PTA 1
Schrijf een monoloog vanuit jouw gevonden inspiratiebron(nen). 

 In het werkboek schrijf je aan je monoloog en verzamel je inspiratiebronnen, thema's en verdere achtergrondinformatie over je personage en opbouw (begin, midden, eind). 
Lever het werkboek met alle verzamelde inspiratie en gemaakte schrijfopdrachten ook in voor het PTA. Deze monoloog ga je dit jaar verder uitwerken en aan het einde van het jaar presenteren.

Slide 5 - Tekstslide

Spelgegevens
In een goede scène

Slide 6 - Tekstslide

Spelgegevens
Beschrijf van de volgende scène de spelgegevens.
* wie * karakter van de rol * uiterlijke kenmerken * relatie tot andere rollen  
* wat* handelingen 
* waar * locatie 
* waarom* motieven 
* wanneer * tijdsperiode 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een conflict?

Slide 8 - Open vraag

Kenmerken goede scène
Een goede scène heeft altijd een conflict.
Een conflict is een probleem. Dit kan een probleem van één personage zijn, of tussen verschillende personages. 

Een conflict kan innerlijk (dus bij het personage van binnen) zijn, of uiterlijk (er is bijvoorbeeld ruzie op toneel)


Slide 9 - Tekstslide

Beschrijven van een conflict
Bekijk de volgende scène (op de volgende slide) en beschrijf het conflict tussen de twee personages. 
Wat is er aan de hand en waar zie je dat aan?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat was het conflict in deze scène?Wat is er aan de hand en waar zie je dat aan?
Geef daarbij aan of het een innerlijk of uiterlijk conflict is.

Slide 12 - Open vraag

spanningsboog
expositie; De 5 W’s worden duidelijk, behalve Wat: het conflict 

motorisch moment; Start conflict 

ontwikkeling; Hoe wordt het conflict aangepakt/ geprobeerd op te lossen? 

climax; Hoogtepunt van de spanning, het is duidelijk of/ hoe het conflict is opgelost. 

afloop; Hoe eindigt de scène 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Trucs om spanning te verhogen

- Gevaarlijke situatie of omgeving

- Vermoedens of verwachtingen

- Vertraging

- Uitstellen

- Onverwachte wending

- Informatievoorsprong

-

Spanningsboog = periode tussen het begin en het einde van de spanning.

Slide 15 - Tekstslide

Spanning
Hoe creëer je spanning in je scène, zodat je publiek wil weten:
Hoe loopt dit af?

Jij moet als maker dan weer juist bedenken: Wat wil ik mijn publiek in deze scène laten weten?

Slide 16 - Tekstslide

Spanning in een scène vergroten
De spanning in een scène kun je vergroten door: 
Het CONFLICT te vergroten * maak de situatie erger  * maak de belangen van de personages tegengesteld aan elkaar  * maak de belangen van de personages groter 

De CLIMAX uit te stellen  Je probeert de spanning wat op te rekken door het hoge woord er nog niet uit te gooien. Let wel: Als je de climax te lang uitstelt neemt de spanning juist weer af. 

Het publiek weet meer dan de/ een personage(s) 
Het publiek weet wat er komen gaat. De vraag is: Wanneer? En: Hoe? 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht: spanningsboog
Ga verder nadenken over je monoloog. Vul hieronder de 5 W’s in (zie bijlage bij Magister Huiswerk / of ELO Studiewijzers) en bedenk wat er ervoor en erna is gebeurd.

Bedenk bij het uitwerken van de spelgegevens/5 W's goed wat het conflict in de monoloog is

Lever dit in via Magister of Teams

Slide 18 - Tekstslide

Schrijven aan monoloog
Ben je klaar met uitwerken spelgegevens/5 w's?

Ga dan verder met het schrijven van je monoloog.

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdrachten bij les 3 af
Schrijf verder aan je monoloog

Slide 20 - Tekstslide