Hoofdstuk 4; par 4.3, 4.4 afronden

Hoofdstuk 4; par 4.3, 4.4 afronden
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4; par 4.3, 4.4 afronden

Slide 1 - Tekstslide

(normale) afspraken in de klas
1.Je volgt de instructies op en je houd je aan de schoolregels.
2.We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.
3.Naar de uitleg wordt geluisterd.
4.Je hebt je schoolmaterialen en huiswerk bij je (2 kansen).
5.Heb je commentaar, doe dit na school.
 

Slide 2 - Tekstslide

Hou je je niet aan de afspraken?
-1e keer een waarschuwing. 
-2e keer, strafwerk. Dit strafwerk wordt in somtoday gehangen.
-strafwerk vergeten? Volgende keer dubbel en mail naar ouders.
-Nogmaals vergeten? Op donderdag nakomen zonder elektronica. 

Moet ik je meer dan 2 keer waarschuwen in een les, komt er meer strafwerk.

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud les
-huiswerkcheck
-lezen uitleg vaardigheden.
-aantekening vaardigheden
-opdrachten laptop (herhaling)
-nakijken 
-oefenen begrippen

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk Check
Maak je werkboeken open.

Het huiswerk was: 
(m)76-77 ; vraag 1, 2, 3b-d

Slide 5 - Tekstslide

Lees zelf 
-pagina 110 'Vergelijken in de tijd'.


Slide 6 - Tekstslide

Aantekening 

(p110) Vaardigheid: Vergelijken in de tijd
Een gebeurtenis  begrijp je vaak beter als je deze vergelijkt met andere gebeurtenissen in de geschiedenis. Je let dan op wat de overeenkomsten en de verschillen zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

Opdrachten laptop (herhaling)

Slide 8 - Tekstslide

Feiten:
Feit a: Volksverhuizingen vonden plaats
Feit b: West-Europa werd onveilig
A
A is een oorzaak van B
B
B is een oorzaak van A

Slide 9 - Quizvraag

Feiten:
Feit a: Boeren zochten bescherming bij hun heer
Feit b: Boeren verloren hun vrijheid
A
A is een oorzaak van B
B
B is een oorzaak van A

Slide 10 - Quizvraag

Welke onvrijheid hoort bij een horige
A
Een horige mag een stuk grond van het domein bewerken
B
Een horige mag het domein niet verlaten

Slide 11 - Quizvraag

Wat hoort bij het hofstelsel?
A
Domeinen zorgden voor zichzelf
B
Een domein had een molen, bierbrouwerij, visvijver, voorraadschuren
C
Op het domein woonden de horige op het hof.
D
De rentmeester woonde op een boerderij. Deze stond op landbouwgrond.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van herendiensten?
A
Werken op het land van de heer
B
een hek repareren voor de heer
C
pacht krijgen van hun heer
D
het meel malen voor hun heer

Slide 13 - Quizvraag

Een deel afstaan van hun oogst aan hun heer door de horige is...
A
een plicht
B
een privilege

Slide 14 - Quizvraag

Welke twee standen hadden de macht?
A
geestelijkheid-boeren
B
boeren-adel
C
geestelijkheid-adel

Slide 15 - Quizvraag

Wie is welke stand?
A
links: boeren, midden: adel rechts: geestelijkheid
B
links: adel midden: geestelijkheid rechts: boeren
C
links: geestelijkheid midden: adel rechts: boeren

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noem je dit heerlijke recht?
Door dit recht van de heer moesten boeren hun graan tegen betaling in zijn molen laten malen.
A
Molenrecht
B
jachtrecht

Slide 17 - Quizvraag

Door deze heerlijke rechten werden edelen en geestelijken machtiger en rijker.
Heerlijke rechten zorgen dus voor ..

A
verandering
B
continuïteit

Slide 18 - Quizvraag

Door deze heerlijke rechten bleven boeren machteloos en arm.
Heerlijke rechten zorgen dus voor ..

A
verandering
B
continuïteit

Slide 19 - Quizvraag

Feiten:
Feit a: Mohammed krijgt een goddelijke openbaring.
Feit b: Mohammed begint als profeet in Mekka.
A
A is een oorzaak van B
B
B is een oorzaak van A

Slide 20 - Quizvraag

In 622 verovert Mohammed vanuit Medina de stad Mekka. Hiermee wordt de Islam gesticht.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Christendom en Islam hebben overeenkomsten
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Kaliefen waren de politieke en geestelijke leiders van de Moslims
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

In het begin betekende Jihad
A
de strijd om de Islam te verdedigen en goed moslim te zijn
B
Het zo nodig gebruiken van geweld om de Islam te verspreiden

Slide 24 - Quizvraag

In het later betekende Jihad ook.
A
de strijd om de Islam te verdedigen en goed moslim te zijn
B
Het zo nodig gebruiken van geweld om de Islam te verspreiden

Slide 25 - Quizvraag

Nakijken huiswerk.

Slide 26 - Tekstslide

WB p73-74; vraag 1-4

Slide 27 - Tekstslide

WB p76; vraag 1, 2

Slide 28 - Tekstslide

WB p77: vraag 3b-d

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk noteren in agenda
(leren) par 4.3, 4.3 ; leerteksten, begrippen , opdrachten wb , aantekeningen

Slide 30 - Tekstslide

EINDE LES

Slide 31 - Tekstslide

extra info;
/

Slide 32 - Tekstslide