Ook taal - Verkeersboete en bezwaarschrift

Verkeersboete en bezwaarschrift
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenLiteratuurBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verkeersboete en bezwaarschrift

Slide 1 - Tekstslide

Ik weet wat belangrijke informatie is in een verkeersboete.

Ik weet wat een bezwaarschrift is en kan enkele
kenmerken opnoemen van een bezwaarschrift.

Slide 2 - Tekstslide

Draai aan het rad en beantwoord de vraag!

Slide 3 - Tekstslide

Begrijp je waar het over gaat?
Wat vind je van de twee brieven?
Begrijp je wat de schrijvers willen bereiken?

Slide 4 - Tekstslide

De leerkracht doet het voor.

Slide 5 - Tekstslide

We doen het samen.

Slide 6 - Tekstslide

Formeel taalgebruik Formeel betekent: zoals het hoort, netjes. Formeel taalgebruik gebruik je in brieven en e-mails naar officiële instanties. Je schrijft dan bijvoorbeeld ‘u’ en je gebruikt achter-namen. En plechtige woorden zoals: geachte
en jongstleden..
Kunnen jullie voorbeelden vinden van formeel taalgebruik in deze brief?
Wat valt jullie nog meer op?
Schrijf het in tweetallen op in jullie aantekeningen!
Nu jullie!

Slide 7 - Tekstslide

Tekstgerichte vragen:
Hoe heet de brief die je kunt schrijven als je het niet eens bent met een beslissing van de overheid?
Wat doet het Centraal Justitieel Incassobureau?
Wanneer schrijf je een bezwaarschrift?
Welke gegevens zijn het belangrijkst om te noemen in een bezwaarschrift?
Waarom is het belangrijk om alle gegevens goed te controleren voordat je de boete betaalt?
Je hebt een boete gekregen voor het fietsen door rood licht. Normaal gesproken krijg je direct een bekeuring als de politie je ziet, maar stel je voor dat je dit keer een brief thuis krijgt. Met bekeuring én een foto van jouw fiets. Maar wat blijkt? Het was jouw fiets helemaal niet! Schrijf een bezwaarschrift.

Slide 8 - Tekstslide

Toetsvraag:

Hoe voorkom je dat de boete hoger wordt?
A) Door zo lang mogelijk te wachten met betalen.
B) Door niet te betalen.
C) Door op tijd te betalen.


Slide 9 - Tekstslide

Klopte ons idee over het doel van de schrijvers?
Welke kenmerken zijn opgevallen aan de twee brieven?
Wat zijn jullie antwoorden op de tekstgerichte vragen en de toetsvraag?
Wat vonden jullie van deze teksten?

Slide 10 - Tekstslide

Tot de 
volgende keer!
Met welk formeel woord gaan jullie vanavond indruk maken op jullie ouders? :-)

Slide 11 - Tekstslide