Muziek theorie Brugklas

• Muziek
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Muziektheorie Brugklas

Een compositie is een

1. Muziekstuk
2. Refrein
3. Stukje muziek van een paar noten
4. Stuk muziek van 4 maten

Hoe heet dit teken?

1. F sleutel
2. G sleutel
3. Bassleutel
4. Vioolsleutel

Een melodie bestaat altijd uit:

1. Korte en lange noten
2. Korte noten
3. Lage noten
4. Hoge en lage noten

wat is juist?

1. Een ritme en melodie kun je beide zingen.
2. Een ritme kun je klappen, een melodie kun je zingen.
3. Een ritme en melodie kun je beide klappen.
4. Een ritme kun je zingen, een melodie kun je klappen.

Welk deel van een lied wordt herhaald met dezelfde melodie en tekst?

1. Couplet
2. Refrein
3. Bridge
4. Intro

Een couplet heeft:

1. Dezelfde tekst, andere melodie
2. Dezelfde melodie, andere tekst
3. Dezelfde tekst en melodie
4. Andere tekst en andere melodie

Is deze melodie stijgend of dalend?

1. Stijgend
2. Dalend

Sleep de vier linker plaatjes naar toonduur of toonhoogte. 

Toonduur

Toonhoogte

Ritme

Melodie

Waar heeft 'begeleiding' mee te maken?

1. De instrumenten op de achtergrond
2. Hulp van iemand anders
3. De belangrijkste melodie
4. Het ritme

Hoe heet het begin van een lied meestal?

1. Begeleiding
2. Intro
3. Bridge
4. Refrein

Wat is improviseren?

Als we met de hele klas een lied zingen, zingen we:

1. Eenstemmig
2. Tweestemmig
3. Meerstemmig

Noten verlengen

Met een punt wordt de noot met de helft van de waarde verlengd

Met een boogje wordt de waarde van de noten opgeteld

Hoe lang duurt deze noot?

1. 2 tellen
2. 1 tel
3. 0.5 tel
4. 4 tellen

Hoe lang duurt een hele noot met een punt?

1. 4 tellen
2. 2 tellen
3. 6 tellen
4. 8 tellen

De eerste 2 noten duren samen:

1. 1/2 tel
2. 1 tel
3. 2 tellen
4. 1/4 tel

Hoe heet de laatste noot?

1. Hele noot
2. Halve noot
3. Kwart noot
4. Achtste noot

Hoe heet deze noot?

1. Achtste noot
2. Kwartnoot
3. Halve noot
4. Hele noot

Welke rust zie je hier?

1. Zestiende rust
2. Achtste rust
3. Kwartrust
4. Halve rust

Hoeveel tellen zie je hier staan?

1. 1 tel
2. 1,5 tel
3. 2 tellen
4. 3 tellen