a. Wat is de titel van de kaart?
b. Waar ligt het vliegveld (noorden, oosten, zuiden, westen)?
c. Hoeveel havengebieden heeft Vancouver?
d. Welke kleur hebben de woongebieden op de kaart?
e/f juist of onjuist;
- alle industriegebieden liggen aan het water
- Vancouver ligt aan de zee: de Straat van Georgia
Ex 2: Waarom staat er geen noordpijl op de kaart?