11.1 Menstruatie cyclus

11.1 Menstruatie cyclus  Havo 3
HAVO 3 
2023
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

11.1 Menstruatie cyclus  Havo 3
HAVO 3 
2023

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Leerdoelen
- Het 'Biologische momentje' van de dag...
- Checkvragen vorige stof
- Herhaling klas 2
- Nieuwe theorie
- Opdracht invulblad hormonen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
Aan het einde van de les kun je:

  • Benoemen hoe een hormoon wel of niet kan reageren op een doelorgaan.
  • De werking van een receptor met een hormoon benoemen.
  • Uitleggen welke hormonen de hypofyse aanmaakt en wat de functies van deze hormonen zijn.
  • Uitleggen wat de functie is van oestrogeen en progesteron. 
  • De menstruatiecyclus van een vrouw benoemen en toelichten a.d.h.v. een afbeelding. 
  • De negatieve terugkoppeling van progesteron benoemen. 



Slide 3 - Tekstslide

Het 'Biologische momentje' van de dag...
 Menstruatieschaamte:
Volgens onderzoek onder Nederlandse jonge vrouwen van 14 tot en met 25 jaar:
- een derde schaamt voor hun menstruatie.
- een op de drie  vindt het een ongemakkelijk onderwerp om over te praten, zelfs met vriendinnen. 
Vrouwen geven niet snel aan als ze klachten hebben van hun ongesteldheid. 79% denkt dat heel normaal is zware krampen of bloedverlies te hebben.
Reclame helpt niet mee, menstruatie wordt vaak afgebeeld met glitters of blauwe vloeistof, bloed is namelijk taboe. 

Onderzoek onder mannen tussen de 14 en de 25 jaar:
Ruim 32 procent vond dat vrouwen hun ongesteldheid geheim moeten houden. Menstruatie zou ongepast en te beschamend zijn om te bespreken en mannen bovendien niets aangaan.
Een derde van de jongens gaf aan de woorden 'vies, stinkend en beschamend' te koppelen aan menstruatie. 
Van de mannen gaf 23 % vrouwen regelmatig te pesten/opmerkingen te maken over ongesteldheid. 





Slide 4 - Tekstslide

Checkvragen vorige stof
D.m.v. 8 meerkeuze vragen

Slide 5 - Tekstslide

1. Wat is een voordeel van geslachtelijke voorplanting?
A
Toename in genetische variatie
B
Sneller vatbaar voor ziektes
C
Genetisch identieke nakomelingen
D
Geen partner nodig

Slide 6 - Quizvraag

2. De prostaat ligt net onder de blaas bij mannen. Wat produceert de prostaat?
A
Hormonen
B
Vocht
C
Zaadcellen
D
Testosteron

Slide 7 - Quizvraag

3. Testosteron is het mannelijk geslachtshormoon. Door welke hormoonklier wordt testosteron gemaakt?

A
Penis
B
Eierstokken
C
Hypofyse
D
Zaadballen

Slide 8 - Quizvraag

4. Functie van zwellichamen:
A
Zij kunnen zich vullen met bloed
B
Zij vullen zich tijdelijk met sperma
C
Zij slaan de urine tijdelijk op
D
Zij voegen vocht toe aan de zaadcellen

Slide 9 - Quizvraag

5. Als een eicel bevrucht wordt, waar is de eicel dan?
A
Eierstokken
B
Eileider
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 10 - Quizvraag

6. Waar wordt oestrogeen geproduceerd?
A
Hypofyse
B
Eileider
C
Eierstokken
D
Baarmoeder

Slide 11 - Quizvraag


7. Ovulatie is ...
A
Het binnenkomen van een eicel in de baarmoeder
B
De celdeling die aan de vorming van de eicel vooraf gaat
C
De ontwikkeling van een onrijpe tot een rijpe eicel
D
Het vrijkomen van een rijpe eicel uit de eierstok

Slide 12 - Quizvraag

8. Wat is een follikel?
A
Een onrijpe eicel
B
Een onrijpe eicel met een laagje andere cellen
C
Een rijpende eicel
D
Een ander woord voor baarmoeder

Slide 13 - Quizvraag

Herhaling klas 2 (10.1)
  • Hormonen zijn stofjes die je lichaam zelf aanmaakt en allerlei functies van je lichaam regelen en processen beïnvloeden. Zo kunnen ze organen en weefsels aanzetten of juist afremmen.
  • Veranderingen lichaam → regelstoffen = hormonen (vervoer via bloed).
  • Hormonen worden gemaakt in hormoonklieren: o.a.
    - Hypofyse
    - Geslachtsorganen.
  • Wel moet het orgaan of weefsel  
    voor het hormoon hebben. Doelorganen reageren, andere niet.
     - Receptor zonder hormoon = geen reactie.
     - Receptor met hormoon = reactie!


Slide 14 - Tekstslide

Waarom groeit schaamhaar alleen bij je geslachtsorganen en niet op je voorhoofd?

Slide 15 - Open vraag

Theorie 11.1
deel 2
+
herhaling 11.1 deel 1

Slide 16 - Tekstslide

Herhaling man:
  • Functie: plassen + voortplanten. 
  • Hormoon: Testosteron.
  • Product: Zaadcellen.
  • Vruchtbaarheid: Na 1e zaadlozing.
  • Besneden penis - religie of te strakke voorhuid 
  • Balzak (scrotum). Teelballen = zaadbal (testis) + bijbal.
  • De zaadbal: productie zaadcellen + testosteron.
     - zaadkanaaltjes met zaadcelmoedercellen.
  • De bijbal: opslag zaadcellen. 
  • Zaadleider: transport zaadcellen.
  • Prostaat + zaadblaasjes:
    - Toevoegen voedingsstoffen + vocht bij zaadcellen =
       sperma.

    - Spiertje prostaat drukt de blaas dicht.
  • Voorvocht: vagina minder zuur- en schoonmaken (urinebuis).
  • Penis: Schacht (met zwellichamen + urinebuis)  + eikel.
  • Ejaculatie = zaadlozing.



Herhaling vrouw:
  • De functie: Voortplanten.
  • Hormoon: Oestrogeen (eierstokken)
  • Product: eicellen (laten rijpen, vanaf geboorte aanwezig).
  • Vruchtbaarheid: vanaf 1e menstruatie
  • Geslachtsgemeenschap vagina: erg zuur – dood bacteriën.
  • Baarmoederwand (gespierd) bekleed met dik doorbloed
      vlies = baarmoederslijmvlies.
  • Baarmoederslijmvlies: Groei + ontwikkeling embryo 
      /foetus.
  • Geen innesteling zygote (= bevruchte eicel)?
  • Afstoting baarmoederslijmvlies = menstruatie.
  • Formaat eicel: voedingsstoffen
  • Eierstokken: eicelrijping+  aanmaak oestrogeen.
  • Na de rijping volgt eisprong = ovulatie.
  • Bevruchting in eileider.
  • Jonge follikel = Eicel + laagje omringende cellen
  • Geel lichaam: overgebleven cellen na de ovulatie.
     - Maakt progesteron (hormoon).



Slide 17 - Tekstslide

Hormonale regeling van de voortplanting:
  • De hypofyse (klein orgaantje midden in je brein) maakt o.a. de volgende hormonen,
      zowel bij de man als de vrouw:
      - het follikelstimulerend hormoon (FSH);
      - het luteïniserend hormoon (LH)
  • O.i.v. FSH en LH produceren geslachtsorganen:
      - oestrogeen en progesteron (bij de vrouw).
      - testosteron (bij de man).


  • Daarnaast maakt je hypofyse ook het groeihormoon zie paragraaf 10.1.

Slide 18 - Tekstslide

Hormonale regeling vrouw: 
  • FSH:  + stimuleert groei + rijping follikels (onrijpe eicel in een blaasje).
                 + follikel in de eierstok produceert het hormoon oestrogeen.
  • LH:  + positieve invloed op de eisprong/ovulatie.
               + stimulatie ontwikkeling follikel (na eisprong) tot geel lichaam.
  • LH + FSH: aanmaak van progesteron (vanuit geel lichaam).
  • Oestrogeen: + secundaire geslachtskenmerken
     + aangroei baarmoederslijmvlies
      (voor eventueel innesteling zygote = bevruchte eicel).

     - oestrogeen remt FSH (nieuwe rijping follikel voorkomen)
  • Progesteron: + instandhouding baarmoederslijmvlies.


  • - Negatieve terugkoppeling: progesteron remt LH en FSH. 
     Daardoor geen nieuwe follikelrijping en eisprong (bij eventuele bevruchting).
  • Geen bevruchting? Geel lichaam afgebroken, daling progesteron - weer afgifte FSH en LH. Menstruatie volgt.

Slide 19 - Tekstslide

Bronnen: 
  • Zie blz. 139 bron 10 + bron 11
  • Zie blz. 140 bron 12!

Slide 20 - Tekstslide

Overige
  • Cyclus duurt gemiddeld 28 dagen. Einde en begin is menstruatie.
      Varieert van 2 tot 5 a 7 dagen. Per vrouw verschillend. 

  • Alleen na ovulatie vruchtbaar.
    Eicel leeft 12 tot 24 uur. Eicel gaat eileider in, daar vindt eventuele bevruchting plaats
    door zaadcel.

  • Gebruik van tampon/maandverband of cups.
    Op tijd verschonen vanwege tamponziekte (TSS = Toxic schock syndrome)!



Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting:
- Nog vragen?

- Opdracht invulblad hormonen

Oefenen via:  https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Menstruatie/menstruatiecyclus.htm 

Slide 22 - Tekstslide