seizoenen en de maanden

Het weer EIZ2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Hoger onderwijs

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Het weer EIZ2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het met je?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

wat is de datum van vandaag?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

wij leren wat de seizoenen zijn
en..in welke maand is het welk seizoen??

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

seizoenen en de maanden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoeveel seizoenen zijn er?
A
7
B
12
C
5
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

schrijf de 4 seizoenen op

Slide 7 - Woordweb

Welke woorden ken je al over de seizoenen?
hoeveel maanden heeft 1 jaar ?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw favoriete seizoen? (zomer, herfst, lente of winter)

Slide 10 - Open vraag

Vertel waarom dit jouw favoriete seizoen is.
mei
januari
augustus
november
april
december
juni
maart
oktober
februari
juli
september

Slide 11 - Sleepvraag

Maanden van het jaar laten noemen. Daarna in de goede volgorde zetten.
Bovenaan beginnen met december.
Welke maand hoort bij welk seizoen?
januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus
september
october
november
december

Slide 12 - Sleepvraag

Eerst de plaatjes bespreken.

Slide 13 - Link

Zelfstandig oefenen woorde n Quizlet.
Link in Managebac zetten of via Quizlet.com opzoeken.
Wat ga je doen?
  • Verhaal lezen over de seizoenen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We lezen samen het verhaal.
Je krijgt vragen over het verhaal.

Slide 15 - Tekstslide

Tekst samen lezen en kopie voor leerlingen uitdelen.
Welk seizoen komt na de zomer?
A
lente
B
winter
C
herfst

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor weer is het vaak in de herfst?
A
Het regent en de zon schijnt
B
De zon schijnt
C
Er is mist
D
Het regent en er is mist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bewolkt
mist/
mistig
zonnig
sneeuw

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de winter zijn de bomen kaal.
Ze hebben geen bladeren.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen de vogels in de lente?
A
Ze maken een nest en leggen een ei
B
Ze slapen
C
Ze leggen een ei
D
Ze gaan naar een warm land

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen de mensen in de zomer als het mooi weer is?
A
wandelen
B
fietsen
C
zwemmen
D
wandelen, fietsen en zwemmen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Wheel: vragen over de seizoenen.
welk seizoen is het nu?
A
zomer
B
herfst
C
lente
D
winter

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

in welke maand ben jij jarig

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

wat komt na de herfst?
A
de winter
B
de zomer

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de goede volgorde?
A
herfst-winter-lente-zomer
B
herfst-zomer-lente-winter

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat komt na de winter
A
de herfst
B
de lente

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk seizoen komt na de zomer?
A
lente
B
winter
C
herfst

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

als het regent heb je nodig
A
een paraplu
B
een ring
C
een regenjas
D
pen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Klaar...
Pak nu je laptop en ga verder met
Diglin

succes

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies