In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
H4 Statistiek
H4.2 Beelddiagram & staafdiagram
Slide 1 - Tekstslide
Opdracht 1: In een klas zitten 30 leerlingen. Van hen komen er 18 op de fiets, 3 met de bus en de rest komt lopend naar school. Hoeveel procent komt met de fiets?
A
70%
B
60%
C
30%
D
10%
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Voeg hier de foto van jouw uitwerking van opdracht 2 toe.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Dit noem je een
A
staafdiagram
B
plaatjestabel
C
figurendiagram
D
beelddiagram
Slide 13 - Quizvraag
Bij welke club waren er bij de thuiswedstrijd de meeste bezoekers?
Slide 14 - Open vraag
Hoeveel bezoekers kwamen er bij Heerenveen? (schrijf je antwoord zonder punt)
Slide 15 - Open vraag
2. Staafdiagram
Slide 16 - Tekstslide
2. Staafdiagram tekenen
- bestaat uit staven
- horizontale as = waar gaat het over
(boven in de tabel)
- verticale as = het aantal
(onder in de tabel)
Bij een staafdiagram teken je dus
staven. Geen punten of lijnen.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
00:34
Hoe ga jij naar school?
Slide 19 - Open vraag
00:48
Wat moet er voor woord op de verticale as staan?
Slide 20 - Open vraag
01:09
Hoeveel verschillende vervoermiddelen zijn er?
Slide 21 - Open vraag
01:28
Hoeveel centimeter (als stapjes van 10= 1cm)wordt de staaf voor de fiets? Rond dit af op 1 decimaal achter de komma.
Slide 22 - Open vraag
02:02
Hoeveel centimeter (als stapjes van 10= 1cm) wordt de staaf voor lopend? Rond dit af op 1 decimaal achter de komma. Schrijf op: .,. cm
Slide 23 - Open vraag
02:23
Waar moet je allemaal op letten bij het tekenen van een staafdiagram?
Slide 24 - Woordweb
Ga aan de slag met het huiswerk
Huiswerk: opgaven 11, 12, 15, 17 op blz. 145/146/147