1ha chapitre 2 - Quelle heure est-il ? (partie 1)

Planning du jour
Focusleren
Français en classe
Quelle heure est-il? (Lesson-Up)
Au travail
Lesdoel
Je leert hoe je in het Frans kunt zeggen hoe laat het is.
Spreekdoel
Je kunt zeggen in welke klas je zit
Je kunt vertellen hoe laat je naar school gaat
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning du jour
Focusleren
Français en classe
Quelle heure est-il? (Lesson-Up)
Au travail
Lesdoel
Je leert hoe je in het Frans kunt zeggen hoe laat het is.
Spreekdoel
Je kunt zeggen in welke klas je zit
Je kunt vertellen hoe laat je naar school gaat

Slide 1 - Tekstslide

Focusleren
Chapitre 3
vocabulaire B
phrases C

herhalen:
werkwoorden -er
avoir (chap1)
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

L'agenda
SO chap3

Slide 3 - Tekstslide

Français en classe
1. Tu aimes .... ?
- Oui, j'aime ... [wie zjehm]
- Non, je n'aime pas ....
2. Tu préfères ... ou ...  ?
- Je préfère ....[zju preefehr]

3. Tu es en quelle classe?
- Je suis en ............
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Les horaires
Regarde à la page cent-huit



Slide 5 - Tekstslide

Quelle heure est-il?

Il est (getal) heure(s)
  1. Il est une heure = het is één uur
  2. Il est deux heures = het is twee uur




Les horaires

Slide 6 - Tekstslide

Sleep de klok naar de juiste zin.

Slide 7 - Tekstslide

timer
2:00
Il est sept heures
Il est cinq heures
Il est quatre heures

Slide 8 - Sleepvraag


Il est (getal) heure(s) et quart = het is kwart over ...

Il est deux heures et quart = het is kwart over twee





Il est deux heures et quart
Les horaires

Slide 9 - Tekstslide

Sleep de klok naar de juiste zin.

Slide 10 - Tekstslide

timer
2:00
Il est sept heures et quart
Il est cinq heures et quart
Il est quatre heures et quart

Slide 11 - Sleepvraag


Il est (getal) heure(s) et demi(e) = het is half ...

Il est deux heures et demie= het is half drie





Les horaires

Slide 12 - Tekstslide

timer
2:00
Il est sept heures et demie
Il est cinq heures et demie
Il est quatre heures et demie

Slide 13 - Sleepvraag


Il est (getal) heure(s) moins le quart = kwart voor ..

Il est trois heures moins le quart
= het is kwart voor drie





Les horaires

Slide 14 - Tekstslide

Il est sept heures moins le quart
Il est cinq heures moins le quart
Il est quatre heures moins le quart

Slide 15 - Sleepvraag

Au travail

Slide 16 - Tekstslide

heures

Slide 17 - Tekstslide