Hoofdstuk 7 Paragraaf 7.8

Dagbesteding - periode 4 - les 7


Hoofdstuk 7
7.8
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DagbestedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Dagbesteding - periode 4 - les 7


Hoofdstuk 7
7.8

Slide 1 - Tekstslide

Lesagenda
We behandelen deze les:


  • Terugblik
  • Paragraaf 7.8
  • Aan  de slag met opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Themagerichte activiteiten
  • aansluiten bij de belevingswereld
  • empowerment
  • themadagen
  • De krant
  • Community theatre
  • Junkfood
  • thema als routeplanner


Slide 3 - Tekstslide

Bij een........rollenspel wordt het spel volledig afgestemd op de situatie van één van de deelnemers. Welk woord moet er op de puntjes komen te staan?
A
Anticiperend
B
Imiterend
C
Reconstruerend
D
Participerend

Slide 4 - Quizvraag

In een ....... rollenspel wordt een deelnemer stellig en op een vriendelijke, positieve en aanmoedigende wijze voorgesteld om de vaardigheden uit het filmpje na te spelen. Welk woord moet er op de puntjes komen te staan?
A
Anticiperend
B
Imiterend
C
Reconstruerend
D
Participerend

Slide 5 - Quizvraag

Activiteiten aanbieden
Thema 3

Hoofdstuk 7


Leerdoelen: 
Aan het einde van de les weet je welke werkopdrachten kunnen aansluiten bij cliënten en weet je welke trainingen aansluiten bij het opkomen voor jezelf. 

Slide 6 - Tekstslide

oefenen
Leerrendement: De volgende percentages laten je zien wat je van informatie kunt onthouden: 
Wat je hoort: 0%
Wat je ziet: 30%
Wat je hoort en ziet: 60%
Wat je zelf zegt: 70%
Wat je zelf doet: 90%

Opdracht geven:
  • Aansluiten bij de cliënt / niet te moeilijk en niet te gemakkelijk maar uitdagend
  • Niet te lange opdrachten maar aansluiten bij de concentratieboog van de cliënt. 
  • Werk met een duidelijke formulering van de werkopdracht.

Slide 7 - Tekstslide

Welke voor en nadelen kun je bedenken bij het begeleiden cliënten via de e-mail?

Slide 8 - Open vraag

Bespreken van vorderingen / contact via de mail
Bespreken van vorderingen:
Oefeningen/ werkopdrachten zijn een rode draad
Voor en nabesprekingen vinden plaats door bijvoorbeeld:
werken met invulformulieren;
losse vorm zoals een dagboek;

Contact via de mail:
Nadelen: geen direct contact, geen oog voor het non-verbale betrekkingsniveau.

Voordelen: tijdsaspect --> zelf bepalen of je ook direct reageert. 

Het is asymmetrisch , je kunt altijd je antwoord teruglezen en overdenken voordat je besluit het te versturen.  

Slide 9 - Tekstslide

Opkomen voor jezelf.

Assertiviteitstraining
Voor zichzelf opkomen in dagelijkse situaties / Leren op mentale en verbale vaardigheden te vergroten, met als doel het aangeven van grenzen.


Weerbaarheidstraining
Het leren van een positief zelfbeeld. Verschil met assertiviteitstraining is dat bij een weerbaarheidstraining rekening gehouden moet worden met dat de basis van gelijkwaardigheid en de bereidheid tot wederzijds respect er dikwijls er niet is. Het doel is het vrijwel hetzelfde. 

Naar buiten brengen van jezelf
Een duidelijke verbale boodschap komt veel overtuigender over wanneer die ondersteund wordt door je lichaamstaal. Een ander zal daar in heel wat gevallen rekening mee moeten houden. 
Agressiereguleringstraining 
Het accent ligt bij deze training meer op het fysieke aspect. Een preventieve training die veelal gericht is op het voorkomen en hanteren van crisissituaties. 

Territoriumoefeningen 
gaat om afstand en nabijheid door het gebruiken van drama-activiteiten. Hoe dicht mag de andere bij jou in de buurt komen? 

Slide 10 - Tekstslide

Waar denk je aan bij belevingsgerichte activiteiten?

Slide 11 - Woordweb

Belevingsgerichte activiteiten
Er zijn doelgroepen waarbij het niet meer mogelijk is om dagbesteding in te vullen door scholing en is niet gericht op groep en ontwikkeling omdat het niet (meer) mogelijk is. 

Stabilisatie en het remmen van een snelle achteruitgang is dan het hoogst haalbare. 

De nadruk ligt dan vooral op belevingsgerichte activiteiten zoals: beweging, sfeer , zintuigen en spel. 

Slide 12 - Tekstslide

Belevingsgerichte activiteiten

Beweging
Als je je goed voelt dan beweeg je actief maar het kan ook andersom. Ingang tot dat betere gevoel is ingegeven door je eigen beweging.


Sfeer
Sfeer kan de in jouw binnenste levende gevoelens heel erg beïnvloeden. Muziek, kleur, geur en temperatuur spelen mee om je goed of minder goed te voelen. 

Zintuigen
De omgeving prikkelt je zintuigen. Films, een lekker geurtje of een mooie melodie kunnen jouw gevoelens triggeren. Vaak kies je voor de dingen die jouw een goed gevoel geven als het gaat over het prikkelen van je zintuigen.


Spel
Een eenvoudig spelletje daagt uit en weet ook ergens daarbinnen een verbinding met je beleving te maken. 

Snoezelen
Sensopathische activiteiten aanbieden. Voorbeelden: belevingstheater, snoezelen, voelen / ruiken/ proeven, bewegen en bewogen worden, zwemmen in het zwembad of warmwaterbad en muziek. 

Levensboek
Uitgebreid fotoalbum 
Foto's, teksten, tekeningen geven belangrijke, leuke of minder leuke momenten uit het leven van de mens weer. 
Zorgt voor: eigenheid en een moment van rehabilitatie 

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees blz. 141 t/m 149 uit je theorieboek. 


Online leeromgeving: Thema 3
Hoofdstuk 7
Opdracht 1 t/m 7




Slide 14 - Tekstslide