P2 Les 20 & 21 Lesen Buch: Abenteuer im Schnee A1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Lesen warum?

Waarom ook lezen in vreemde taal?

Ziel (Doel):

1. Uitbreiden van de woordenschat.

2. Eenvoudige teksten kunnen lezen en begrijpen.

3. Structuur van Duitse zinnen herkennen.

Wie machen wir das (werkwijze):

1. Luisteren naar het hoofdstuk en meelezen in het boekje. 

2. Klassikaal de vragen via LessonUp.

3. Aan het eind van het boekje opdrachten maken voor Duits Dossier.

Abenteuer im Schnee

Andrea Maria Wagner

Kapitel 1

Immer zu spät!

Kapitel 1

Ruhpolding

Ruhpolding liegt im

1. Norden
2. Osten
3. Süden
4. Westen

Robert und Sonja sind Geschwister

1. Richtig
2. Falsch

Wie ist das Wetter?

Warum ist Sonja zu spät?

1. Sonja hat sich verschlafen
2. Das ist sie immer
3. Sonja hat mit ihrer Freundin telefoniert
4. Sie hat mit Oma telefoniert

Kapitel 2

Auf der Piste

Kapitel 2

Ruhpolding

Eine breite Piste

Skipiste durch den Wald

Hoeveel skiliften zijn geopend?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Was bedeutet: Wie blöd?

Met welke lift gaan ze naar boven?

1. Lift 1
2. Lift 2
3. Lift 3
4. Lift 4

Kapitel 3

Kalte Hände

Kapitel 3

Brezel

gesperrt

Weißwurst

Handschuh

schneien

Ich habe keine Ahnung.

Wat betekent dit?

Was bedeutet das?
(Ich habe keine Ahnung)

Kapitel 4

Alles ist weiß!

Kapitel 4

Lawinegefahr

Waarom roept Benno dat ze snel naar de andere kant moeten?

1. Hij hoort een explosie
2. Hij wordt door een wolf achterna gezeten
3. Er komt een lawine

Waar schuilen Benno en Sonja?

1. achter de bomen
2. in een hut
3. nergens

Waarom zijn ze ongerust?

1. Het is erg slecht weer
2. Er liggen overal bomen
3. Het is al donker
4. Ze zijn Robert kwijt

Kapitel 5

Wo ist das Handy?

Kapitel 5

Sie gehen zu Fuß durch den Schnee.
Wat betekent 'zu Fuß'?

Wat heeft Sonja nog bij zich om te eten?

Kapitel 6

Wo ist der Weg?

Kapitel 6

'Sonja weint fast' bedeutet:

1. Sonja is erg moe
2. Sonja huilt bijna
3. Sonja huilt de hele tijd
4. Sonja is erg bang

Wat wil Sonja niet?

1. Ze wil niet meer skiën
2. Ze wil geen pauze houden
3. Ze wil niet eten
4. Ze wil niet alleen blijven als Benno de weg zoekt

Kapitel 7

Wo ist der Schlüssel?

Kapitel 7

übersetze (vertaal):
Schlüssel und Hammer

1. sleutel en hamer
2. hamer en sleutel

Wat moeten ze volgens Sonja doen om de deur open te krijgen?

1. Hotelkamersleutel gebruiken
2. Zoeken naast de deur
3. Onder de mat kijken

Kapitel 8

In der Hütte

Kapitel 8

Taschenlampe

Streichhölzer

Zeitung

Kamin

Nichtraucher

Kapitel 9

Wo ist Robert?

Kapitel 9

nett =

1. netjes
2. tevreden
3. aardig
4. vrolijk

Benno und Sonja sind ein bisschen ...

1. verliebt
2. alleine
3. freundlich
4. warm

Kapitel 10

Ferien in Ruhpolding

Kapitel 10

Wie ist das Wetter im Video?

1. Es ist schön
2. Es ist sonnig
3. Es schneit
4. Es weht

Wat betekenen die witte rondjes?

Hoe heet de sport waarbij je moet skiën en schieten?

Kapitel 11

Was ist das?

Kapitel 11

Kapitel 12

Endlich Hilfe!

Kapitel 12

Waarom is Sonja vooral erg blij?

1. Robert is in het hotel
2. Ze is een beetje verliefd op Benno
3. Er zijn 2 mannen om hen op te halen

Wat moeten de kinderen doen voordat ze naar huis mogen?

1. sleutel in hun zak stoppen
2. vuur uitmaken
3. ski's pakken en aandoen
4. ouders opbellen

traurig

froh

Angst

verliebt

Kapitel 13

Wieder im Hotel

Kapitel 13

Waarvoor bedankt Benno?

Waarom kunnen ze de volgende dag hun ski's nog niet ophalen?

Was passt zusammen?

einen Schneeengel machen

Ski fahren

Eishockey spielen

Snowboard fahren

eine Schneeballschlacht machen

Schlittschuh laufen

Schlitten fahren

Schneemann bauen