4 mavo chapitre 13 leesvaardigheid ex2019 tekst 4 t/m 8

Bienvenue!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue!

Slide 1 - Tekstslide

PROGRAMME
Cijfers woordenschattoets op Magister
Examenvragen - wat betekenen ze?
Oefenen: examenteksten
Pauze
Vocabulaire - examenidioom
Aan het eind van de les:
- weet ik welke leesstrategieën ik kan toepassen;
- weet ik wat de standaard opbouw is van een tekst en alinea;
- kan ik een woordenboek effectief gebruiken;

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekenen de volgende examenvragen?
  1. Qu'est-ce qui est vrai selon le premier alinéa?
  2. Qu'est-ce qui est vrai d'après le premier alinéa?
  3. Qu'est-ce qu'on apprend au dernier alinéa?
    « la bonne nouvelle de l’été » (lignes 5-6)
  4. Quelle est la bonne nouvelle d’après le premier alinéa ?
  5. Qu’est-ce qui est un « résultat incroyable » (ligne 10) d’après le premier alinéa ?
  6.  Qu’est-ce qu’on peut lire au premier alinéa ? 
  7. Qu’est-ce que le 5ème alinéa montre ?
  8. Qu’est-ce qu’on lit au premier alinéa ?
  9. « Ils étaient inquiets » (ligne 17) De quoi est-ce que les parents de Kayane avaient peur d’après le 2ème alinéa ?
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Examen Frans
Faisons le calcul!

Rekensom: 
Het examen Frans bestaat uit 41 vragen. In totaal heb je 120 minuten. Hoeveel minuten heb je ongeveer per vraag? 

Slide 4 - Tekstslide

Examen Frans
Faisons le calcul!

Rekensom: 
Het examen Frans bestaat uit 41 vragen. In totaal heb je 120 minuten. Hoeveel minuten heb je ongeveer per vraag? 

Antwoord: 2,92. Afgerond: ongeveer 3 minuten per vraag.

Slide 5 - Tekstslide

Texte 4
Vraag 6: Waarom plaatst Judy de luiaards uit haar
opvangcentrum 
niet meer terug in de natuur?
A Ze hebben niet geleerd om zelf op zoek te gaan naar eten.
B Ze vormen in Costa Rica een bedreigde diersoort.
C Ze worden gebruikt voor onderzoek naar hun gedrag.
D Ze zijn al te zeer gehecht aan mensen. 
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Texte 4
Vraag 6: Waarom plaatst Judy de luiaards uit haar
opvangcentrum 
niet meer terug in de natuur?
A Ze hebben niet geleerd om zelf op zoek te gaan naar eten.
B Ze vormen in Costa Rica een bedreigde diersoort.
C Ze worden gebruikt voor onderzoek naar hun gedrag.
D Ze zijn al te zeer gehecht aan mensen. 
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Texte 5
7 Welk kopje past boven de eerste alinea?
A Mes plats demandent beaucoup de temps de préparation.
B Mes plats sont bons pour la santé.
C Mes plats sont inspirés de la cuisine des fastfoods.

8 Qu’est-ce qu’on lit sur Charles au 2ème alinéa ?
A Au lycée hôtelier, Charles a commencé à partager ses recettes.
B Charles a commencé à faire la cuisine quand il avait 16 ans.
C Charles montrait ses plats préférés sur YouTube.
D Tout petit, Charles préparait de petits plats pour ses copains.

Slide 8 - Tekstslide

Texte 5
7 Welk kopje past boven de eerste alinea?
A Mes plats demandent beaucoup de temps de préparation.
B Mes plats sont bons pour la santé.
C Mes plats sont inspirés de la cuisine des fastfoods.

8 Qu’est-ce qu’on lit sur Charles au 2ème alinéa ?
A Au lycée hôtelier, Charles a commencé à partager ses recettes.
B Charles a commencé à faire la cuisine quand il avait 16 ans.
C Charles montrait ses plats préférés sur YouTube.
D Tout petit, Charles préparait de petits plats pour ses copains.

Slide 9 - Tekstslide

Texte 5
9 Wanneer is het aantal abonnees op het YouTube-kanaal van Charles
enorm gestegen volgens de derde alinea?
Vul de volgende zin aan in de uitwerkbijlage:
Het aantal abonnees op het YouTube-kanaal van Charles is enorm
gestegen nadat hij …...

10 Charles heeft van zijn hobby zijn beroep gemaakt.
Wat heeft hem daarbij geholpen?
Schrijf drie dingen op die worden genoemd in de vierde alinea.

Slide 10 - Tekstslide

Texte 5
9 Wanneer is het aantal abonnees op het YouTube-kanaal van Charles
enorm gestegen volgens de derde alinea?
Het aantal abonnees op het YouTube-kanaal van Charles is enorm
gestegen nadat hij een wedstrijd (van Samsung) heeft gewonnen.
10 Charles heeft van zijn hobby zijn beroep gemaakt.
Wat heeft hem daarbij geholpen?
10 maximumscore 2
drie van de volgende:
− de tips/de hulp/de raad/het advies van zijn vader
− zijn ervaring (dankzij allerlei baantjes) / allerlei baantjes
− zijn basiskennis (op het gebied van koken)
− zijn opleiding

Slide 11 - Tekstslide

Texte 5
10 Charles heeft van zijn hobby zijn beroep gemaakt.
Wat heeft hem daarbij geholpen?

drie van de volgende:
− de tips/de hulp/de raad/het advies van zijn vader
− zijn ervaring (dankzij allerlei baantjes) / allerlei baantjes
− zijn basiskennis (op het gebied van koken)
− zijn opleiding

Slide 12 - Tekstslide

Texte 5
11. A quoi sert le 5ème alinéa ?
A montrer
A. comment Charles choisit ses recettes.
B. pourquoi Charles veut répondre aux commentaires.
C. que la cuisine de Charles demande peu de temps.
D. quel est l’emploi du temps de Charles.

12. Qu’est-ce qui est vrai d’après le 6ème alinéa ?
A. Charles adore donner des autographes à ses nombreux fans.
B. Charles n’aime pas toujours rencontrer ses fans dans la rue.
C. Charles n’a presque plus le temps de sortir avec ses amis.

Slide 13 - Tekstslide

Texte 5
11. A quoi sert le 5ème alinéa ?
A montrer
A. comment Charles choisit ses recettes.
B. pourquoi Charles veut répondre aux commentaires.
C. que la cuisine de Charles demande peu de temps.
D. quel est l’emploi du temps de Charles.

12. Qu’est-ce qui est vrai d’après le 6ème alinéa ?
A. Charles adore donner des autographes à ses nombreux fans.
B. Charles n’aime pas toujours rencontrer ses fans dans la rue.
C. Charles n’a presque plus le temps de sortir avec ses amis.

Slide 14 - Tekstslide

Texte 5
13. Wat kun je concluderen uit de laatste alinea?
A. Charles is behalve kookfanaat ook filmliefhebber.
B. Charles is kritisch bij het aannemen van opdrachten.
C. Charles kookt regelmatig bij beroemdheden thuis.
D. Charles reist veel voor zijn filmopnames voor YouTube.

Slide 15 - Tekstslide

Texte 5
13. Wat kun je concluderen uit de laatste alinea?
A. Charles is behalve kookfanaat ook filmliefhebber.
B. Charles is kritisch bij het aannemen van opdrachten.
C. Charles kookt regelmatig bij beroemdheden thuis.
D. Charles reist veel voor zijn filmopnames voor YouTube.

Slide 16 - Tekstslide

Texte 6
 14. Qu’est-ce qui est vrai d’après le premier alinéa ?
A. À 4 ans, Kayane savait déjà qu’elle voulait devenir joueuse
professionnelle de jeux de combat.
B. Dans les jeux de combat, Kayane a plus de talent que ses grands
frères.
C. Kayane a déjà participé à plusieurs tournois de jeux de combat.
D. Kayane est la meilleure joueuse professionnelle dans l’univers des
jeux de combat. 

Slide 17 - Tekstslide

Texte 6
 14. Qu’est-ce qui est vrai d’après le premier alinéa ?
A. À 4 ans, Kayane savait déjà qu’elle voulait devenir joueuse
professionnelle de jeux de combat.
B. Dans les jeux de combat, Kayane a plus de talent que ses grands
frères.
C. Kayane a déjà participé à plusieurs tournois de jeux de combat.
D. Kayane est la meilleure joueuse professionnelle dans l’univers des
jeux de combat. 

Slide 18 - Tekstslide

Texte 6
15 « Ils étaient inquiets » (ligne 17)
De quoi est-ce que les parents de Kayane avaient peur d’après le
2ème alinéa ?
Ils avaient peur que leur fille 
A. ait de mauvaises notes à l’école.
B. ait des amis beaucoup plus âgés qu’elle.
C. ne s’entraîne pas assez pour les tournois.
D. soit trop jeune pour participer à des tournois. 

Slide 19 - Tekstslide

Texte 6
15 « Ils étaient inquiets » (ligne 17)
De quoi est-ce que les parents de Kayane avaient peur d’après le
2ème alinéa ?
Ils avaient peur que leur fille 
A. ait de mauvaises notes à l’école.
B. ait des amis beaucoup plus âgés qu’elle.
C. ne s’entraîne pas assez pour les tournois.
D. soit trop jeune pour participer à des tournois. 

Slide 20 - Tekstslide

Texte 6
16. Wat kun je concluderen uit de derde alinea?
A E-sport is in Japan en in Amerika populairder dan in Frankrijk.
B Kayane laat zich niet snel afleiden door haar tegenstanders.
C Voor e-sport is meer nodig dan alleen een goede techniek. 

Slide 21 - Tekstslide

Texte 6
16. Wat kun je concluderen uit de derde alinea?
A E-sport is in Japan en in Amerika populairder dan in Frankrijk.
B Kayane laat zich niet snel afleiden door haar tegenstanders.
C Voor e-sport is meer nodig dan alleen een goede techniek. 

Slide 22 - Tekstslide

Texte 6
 17. Qu’est-ce que Kayane raconte sur les femmes au 4ème alinéa ?
Dans l’univers des jeux, les femmes
A. font preuve de talent.
B. se comportent comme des princesses.
C. se montrent de plus en plus violentes.
D. sont souvent d’origine américaine.

18. « j’ai aussi fait des études de commerce » (regel 73-74)
Welke reden geeft ze hiervoor in de laatste alinea?

Slide 23 - Tekstslide

Texte 6
 17. Qu’est-ce que Kayane raconte sur les femmes au 4ème alinéa ?
Dans l’univers des jeux, les femmes
A. font preuve de talent.
B. se comportent comme des princesses.
C. se montrent de plus en plus violentes.
D. sont souvent d’origine américaine.

18. « j’ai aussi fait des études de commerce » (regel 73-74)
Welke reden geeft ze hiervoor in de laatste alinea?
Ze weet niet of ze (in de toekomst) (nog) kan leven van de
e-sport/computerspelletjes.

Slide 24 - Tekstslide

Texte 7
19. Wie keurt spieken goed?
A Marie
B Pierre
C Gabin
D Emmy 

Slide 25 - Tekstslide

Texte 7
19. Wie keurt spieken goed?
A Marie
B Pierre
C Gabin
D Emmy 

Slide 26 - Tekstslide

Texte 8
20. Qu’est-ce que Maatje Mostart raconte au premier alinea ?
Les élèves néerlandais
A. doivent étudier l’histoire d’Anne pendant les cours d’histoire au
collège.
B. font connaissance du journal d’Anne pendant les cours à l’école
primaire.
C. s’intéressent beaucoup aux événements qui ont eu lieu pendant la
Seconde Guerre mondiale. 

Slide 27 - Tekstslide

Texte 8
20. Qu’est-ce que Maatje Mostart raconte au premier alinea ?
Les élèves néerlandais
A. doivent étudier l’histoire d’Anne pendant les cours d’histoire au
collège.
B. font connaissance du journal d’Anne pendant les cours à l’école
primaire.
C. s’intéressent beaucoup aux événements qui ont eu lieu pendant la
Seconde Guerre mondiale. 

Slide 28 - Tekstslide

Texte 8
21 Welke vraag past op de open plek in de tweede alinea?
A. À quel âge est-ce qu’Anne a commencé à écrire son journal ?
B. Combien de jeunes ont déjà lu le journal d’Anne ?
C. Comment expliquer le succès du journal d’Anne ?
D. Pour qui est-ce qu’Anne a voulu écrire son journal ? 

Slide 29 - Tekstslide

Texte 8
21 Welke vraag past op de open plek in de tweede alinea?
A. À quel âge est-ce qu’Anne a commencé à écrire son journal ?
B. Combien de jeunes ont déjà lu le journal d’Anne ?
C. Comment expliquer le succès du journal d’Anne ?
D. Pour qui est-ce qu’Anne a voulu écrire son journal ? 

Slide 30 - Tekstslide

Texte 8
22. « Otto, le … du passé » (regel 32-33)
Er gebeuren tegenwoordig toch weer dingen waaruit blijkt dat mensen niet
echt hebben geleerd van het verleden.

Schrijf de eerste twee woorden op van de zin uit de 
derde alinea waarin je dat leest. 

Slide 31 - Tekstslide

Texte 8
22. « Otto, le … du passé » (regel 32-33)
Er gebeuren tegenwoordig toch weer dingen waaruit blijkt dat mensen niet
echt hebben geleerd van het verleden.

Schrijf de eerste twee woorden op van de zin uit de 
derde alinea waarin je dat leest. 
Aujourd’hui, on 

Slide 32 - Tekstslide

Travaillez l'examen
  • Faire: texte 9 et 10 - les questions 23 - 33 

  • Fini?
Apprenez le vocabulaire!
Examenidioom chapitre 9, 10, 11, 12

Slide 33 - Tekstslide

Quizlet live

Slide 34 - Tekstslide