Se Stofwisseling en planten 4TL
1 / 34
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.
Slide 2 - Quizvraag
Er wordt in de klas onderzocht of een plantenwortel een bepaald gas afgeeft. Van een plant die in een pot met aarde staat, wordt de wortel afgesneden en in een proefopstelling gebracht (zie de afbeelding). De wortel blijft gedurende de proef in leven.
Na enkele dagen is het kalkwater in de buis troebel wit geworden. Hiermee is aangetoond dat de plantenwortel een bepaald gas heeft afgegeven.
Wat is de naam van dit gas?
Na enkele dagen is het kalkwater in de buis troebel wit geworden. Hiermee is aangetoond dat de plantenwortel een bepaald gas heeft afgegeven.
Wat is de naam van dit gas?
A
koolstofdioxide
B
stikstof
C
waterdamp
D
zuurstof
Slide 3 - Quizvraag
Alle stoffen waaruit organismen bestaan noemen we organische stoffen.
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Een metalen lepel bestaat uit anorganische stoffen.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Eiwitten zijn anorganische stoffen
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Koolstofdioxide is een anorganische stof
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Koolhydraten zijn organische stoffen.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Welke stof wordt via de huidmondjes opgenomen?
A
Koolstofdioxide
B
Mineralen
C
Water
D
Suikers
Slide 9 - Quizvraag
Bij het gistingsproces zetten gistcellen voedingsstoffen om in andere stoffen, welk van deze stoffen is belangrijk bij de broodbereiding.
A
zuurstof
B
koolmonoxide
C
koolstofdioxide
D
lachgas
Slide 10 - Quizvraag
Joodoplossing is een indicator voor zetmeel.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Voor de vorming van zetmeel is bladgroen nodig.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Voor de vorming van zetmeel is licht nodig.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Planten kunnen uit glucose o.a. eiwitten vormen. Hierbij is een voedingszout nodig, dat door planten uit de bodem wordt opgenomen.
Welk voedingszout is dat?
Welk voedingszout is dat?
A
Stikstof
B
nitraat
Slide 14 - Quizvraag
Hoe komt de plant aan koolstofdioxide
A
Wortelharen
B
Huidmondjes
C
Bladgroen
D
Nerven
Slide 15 - Quizvraag
Als een enzym zijn werking heeft gedaan, wordt hij zelf ook verteerd.
A
waar
B
Niet waar.
Slide 16 - Quizvraag
De maximumtemperatuur van een enzym vertelt je...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt
D
-
Slide 17 - Quizvraag
Koudbloedig: De lichaamstemperatuur is gelijk aan de temperatuur van de omgeving
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 18 - Quizvraag
fotosynthese is een....
A
assimilatie proces
B
dissimilatie proces
Slide 19 - Quizvraag
Hoe heet deel 1?
A
stempel
B
stamper
C
vruchtbeginsel
D
stijl
Slide 20 - Quizvraag
Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
En bevruchting?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
wel bevruchting, geen bestuiving
D
geen bestuiving, geen bevruchting
Slide 21 - Quizvraag
Hoe heet nummer 1
A
Kelkblad
B
Gekleurd blad
C
Kroonblad
D
Helmblad
Slide 22 - Quizvraag
Hoe heten de mannelijke geslachtscellen van een bloem?
Slide 23 - Open vraag
Welk nummer wijst het kroonblad aan?
A
1
B
4
C
5
D
7
Slide 24 - Quizvraag
tweeslachtige bloem is?
A
een bloem met stamper en stempel
B
een bloem met meeldraad en stuifmeelkorrel
C
een bloem met stamper en eicel
D
een bloem met stamper en meeldraad
Slide 25 - Quizvraag
Bekijk de tekening van een deel van een plant . Door welke van de aangegeven delen gaan stoffen in en uit het blad?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 26 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld
van ongeslachtelijke voortplanting bij planten?
van ongeslachtelijke voortplanting bij planten?
A
Deling en stekken
B
Bollen en knollen
C
Uitlopers en wortelsstokken
D
Stuifmeelkorrels en eicellen
Slide 27 - Quizvraag
Zodra je een bloem ziet weet je: Deze plant kan zich..............
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanten
C
Nooit voortplanten
Slide 28 - Quizvraag
Bij windbloemen steken de stempels vaak buiten de bloemen uit.
A
Waar
B
Nietwaar
Slide 29 - Quizvraag
Vervoert water en mineralen naar boven
A
Houtvaten
B
Bastvaten
C
-
D
-
Slide 30 - Quizvraag
Welke vaten vervoeren water met suiker van de bladeren naar de bladeren, stengel en wortel?
A
Alleen de houtvaten.
B
Alleen de bastvaten.
C
Zowel de bastvaten als de houtvaten.
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Wat neemt een plant met wortelharen op uit de grond?
A
Alleen water.
B
Zowel water als voedingsstoffen.
C
Alleen voedingsstoffen.
