Man en vrouw basisstof 1 en 2.

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

1.Welk onderdeel van het voortplantingsstelsel van de man ken je?
2. Wat is daarvan de functie?
(niet: Penis)

Slide 2 - Woordweb

Waarvoor dienen de bijballen bij de man?
A
de bijballen slaan zaadcellen op.
B
de bijballen vervoeren zaadcellen
C
de bijballen maken sperma
D
de bijballen maken zaadcellen

Slide 3 - Quizvraag

Welk orgaan heeft als
functie productie
van zaadcellen?
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Prostaat
D
Zaadblaasje

Slide 4 - Quizvraag

Funcies en kenmerken
leguit en controleer!
Teelbal: begint te werken als een jongen ongeveer 13 jaar is.
Ze liggen in de balzak.
8
Teelbal: 
Produceert elke dag miljoenen zaadcellen (spermacellen). Dit zijn de mannelijke geslachtscellen. 
8
Bijballen (liggen in de balzak)
De zaadcellen worden hier tijdelijk opgeslagen.
Balzak.
De temperatuur is iets lager dan de temperatuur in de buikholte. Dat is gunstig voor de ontwikkeling van de zaadcellen.
9
Spermacel. Deze heeft een zweepstaart waarmee hij zich kan voortbewegen. Een man kan tot op hoge leeftijd zaadcellen produceren 
Zaadleiders. Deze vervoeren de zaadcellen. 
Bij de prostaat komen ze uit in de urinebuis.
7
Prostaat. Samen met de zaadblaasjes voegt de prostaat vocht toe aan de zaadcellen. Dat vocht bevat voedingsstoffen voor de zaadcellen.
Vocht + zaadcellen = sperma
6

Slide 5 - Tekstslide

Sleep de namen op de juiste plek
Blaas
penis
balzak
zaadblaasje
prostaat
zaadleider

Slide 6 - Sleepvraag

De penis van de man wordt stijf door een bot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Welke orgaantje voegt vocht en voedingstoffen toe aan de zaadcellen
A
Zaadblaasjes
B
Bijballen
C
Prostaat
D
Urinebuis

Slide 8 - Quizvraag

Waaruit bestaat sperma?
A
uit zaadcellen
B
uit zaadvocht
C
uit zaadcellen en zaadvocht
D
uit zaadcellen en urine

Slide 9 - Quizvraag

wat is de juiste volgorde van zaadcellen?
A
teelbal, bijbal zaadleider
B
bijbal, zaadleider
C
zaadleider, teelbal, bijbal
D
teelbal, zaadleider, bijbal

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is het beter dat de teelballen zich niet in de buikholte bevinden, maar in de balzak die buiten het lichaam hangt?
A
Omdat dan meer zuurstof via de huid bij de teelballen kan komen.
B
Omdat de teelballen anders te dicht bij de blaas liggen, waar het zuurder is.
C
Omdat de temperatuur in de balzak iets lager is dan in het lichaam

Slide 11 - Quizvraag

De bouw van het vrouwelijk voortplantingsorgaan

Slide 12 - Tekstslide

Wat is nummer 3?
A
Baarmoeder
B
Eileider
C
Vagina
D
Eierstok

Slide 13 - Quizvraag

Wat is nummer 2?
A
eierstok
B
Ovulatie
C
eileider
D
baarmoeder

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de functie van eierstokken?
A
Ze vervoeren eicellen
B
Ze maken eicellen
C
Ze vervoeren zaadcellen
D
Ze maken zaadcellen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de functie van de eileider
A
De eileiders maken eicellen
B
De eileiders vervoeren eicellen naar de baarmoeder
C
In de eileiders groeit een embryo

Slide 16 - Quizvraag

eierstokken
De eileider
de baarmoeder
maagdenvlies
clitoris
Hier worden de eicellen gemaakt
Vervoert rijpe eicel richting baarmoeder
Hierin groeit het ongeboren kindje
randje slijmvlies aan begin van vagina
Gevoelig voor seksuele prikkels

Slide 17 - Sleepvraag

Een ander woord voor de EISPRONG
A
Ovulatie
B
Menstruatie

Slide 18 - Quizvraag

Na de eisprong/ovulatie gebeurt er het volgende met het follikel (vochtblaasje)...
A
Wordt het gele lichaam
B
Gaat dood
C
Niets
D
Vormt de placenta

Slide 19 - Quizvraag

In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw komt het maagdenvlies voor?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de kleine schaamlippen

Slide 20 - Quizvraag

ovulatie/eisprong

Slide 21 - Tekstslide

Welke geslachtscel heeft een staart?
A
een eicel
B
een zaadcel

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen komen voor in een geslachtscel van een mens?
A
eicel 23 zaadcel 23
B
eicel 46 zaadcel 46
C
eicel 23 zaadcel 46
D
eicel 46 zaadcel 23

Slide 23 - Quizvraag

Een zaadcel is groter dan een eicel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video