Zomaar een dak

Zomaar een dak
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zomaar een dak

Slide 1 - Tekstslide

Aanpak
19 meerkeuzevragen
Vier kenmerken
Welke heeft jouw voorkeur?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

1. Sfeer
A
Moderner en betrokken op elkaar
B
Intiem en toch open, open en toch intiem
C
Duidelijk een kerk ...... en toch nog meer dan dat.
D
Natuurlijk, ruimtelijk

Slide 4 - Quizvraag

2. Functie
A
Vieringen, gebedskring of stiltekring, maar ook vergaderingen en andere doeleinden.
B
Een zondagse dienst, waarbij de sfeer van de koffie na afloop in de dienst zelf is gebracht. Eventueel ook andere doeleinden.
C
Vieringen, gebedskring of stiltekring, maar ook vergaderingen en andere doeleinden.
D
Veelkleurige vieringen, maar ook vergaderingen en andere doeleinden.

Slide 5 - Quizvraag

3. Kleur
A
Lichte kleuren met warme accenten
B
Veel bruin en geel, zoals dat past bij een klassiek bruin café
C
Een combinatie van modern (strak wit) en klassiek (bruin, bewerkt hout). Kleur dak kan zo blijven, vloer taupe of zandkleur. Lambrisering en gordijnen daaraan aanpassen
D
Naturel tinten, wit, zand. Afbeelding van natuur op glazen wand en ter hoogte van lambrisering. Overige wanden: vergezichten van de natuur, wuivende korenvelden, blauwe luchten met wolken.

Slide 6 - Quizvraag

4. Wat blijft staan?
A
Galerijen, orgel, pilaren, kansel, lambrisering, piano
B
Galerijen, orgel, pilaren, kansel, lambrisering, piano
C
Galerijen, orgel, pilaren, kansel met twee (evt. kortere) stukken doophek, twee of drie banken (op andere plaats), piano (mobiel).
D
Galerijen, orgel, gedachtenisboom

Slide 7 - Quizvraag

5. Wat verdwijnt?
A
Banken, doophek (ad lib. draaibaar) tafel, doopvont, knielbank
B
Banken, doophek, tafel, doopvont, gedachtenisboom
C
Banken (op drie na) en stoelen, tafel, doopvont.
D
Banken, preekstoel, doophek, wanden en pilaren onder de galerij, houten vloer

Slide 8 - Quizvraag

6. Nieuwe mobiele elementen
A
Lessenaar, doopvont, avondmaalstafel,knielbank, statafels of ‘kleine’ koffietafels,Mooie (stapelbare) stoelen
B
Lessenaar, doopfont, avondmaalstafel, statafels, koffietafels
C
Mobiel liturgisch centrum (avondmaalstafel, doopvont, paaskaars en lessenaar) mobiel meubilair (tafels en stapelbare stoelen), verrijdbare tv-schermen, verrijdbare garderobe, mobiele podiumblokken
D
Lessenaar, doopvont, liturgische tafel, piano, stoelen, loungebanken, koffietafels, garderobe (deel)

Slide 9 - Quizvraag

7. Nieuwe vaste elementen
A
Wanden voor garderobe, toilet(ten), liedboeken kast, keukenblok en -kast, opberghokje voor stoelen
B
Wanden voor garderobe, toilet, keukenblok en -kast
C
Glazen wand (noordkant) en deels glazen wand (westkant), twee toiletten, keukenblok en -kast
D
Glazen wand (noordkant), wand met aquarium (westkant) koffiecorner, techniek element, podium groot, podium klein, lampen in de vorm van wolken.

Slide 10 - Quizvraag

8. Gebruik Noordzijde
A
Garderobe en ontvangst (kan verwisseld met Westzijde) en verder ruimte voor kerkgangers (net als Oostzijde)
B
Garderobe en ontvangst (kan verwisseld met Westzijde) en verder ruimte voor kerkgangers (net als Oostzijde)
C
Garderobe en ontvangst, mobiele zitplaatsen bij grote viering of activiteit, podium of projectiescherm. Wanden kunnen gebruikt voor expositie.
D
Ontmoeting of viering

Slide 11 - Quizvraag

9. Inrichting Noordzijde
A
Kapstokken, toilet, keuken,koffietafels, koffiehoek
B
Kapstokken, grote statafels achterin (hxbxd: 110x120x60), koffietafels voorin (50x100x50), stoelen gericht op liturgisch centrum.
C
Entree: mobiele garderobe, opslag stoelen, verrijdbare panelen enmobiele podiumblokken. Ruimte noord: stoelen langs de wanden
D
Garderobe (vast/mobiel) dubbel toilet (w.o. invaliden wc), koffiecornerToegangsdeur omgeven door glazen transparant halletje.Glazen wand als afscheiding naar kerkzaal, rechts in de kerk de techniek

Slide 12 - Quizvraag

10. Gebruik Oostzijde
A
Stilteruimte
B
Ruimte voor kerkgangers, aandachtig luisterend naar elkaar of deelnemend aan de viering
C
Liturgisch centrum bij kleine viering of individueel bezinningsmoment
D
Ruimte om in een kleinere kring te vieren, intimiteit, of te betrekken bij het grote geheel

Slide 13 - Quizvraag

11. Inrichting Oostzijde
A
Verplaatsbaar liturgischcentrum, herdenkingsboom, predikantenbord, stoelen
B
Grote statafels achterin (hxbxd: 110x120x60), koffietafels voorin (50x100x50), stoelen gericht op liturgisch centrum.
C
Verplaatsbaar liturgisch centrum (avondmaalstafel, paaskaars, doopvont, lessenaar). 2/3 vaste banken langs de wanden, losse stoelen, verrijdbare piano
D
Gedenkboom, klein podium leeg, te vullen naar gelang de viering met stoelen, doopvont, lessenaar, paaskaars, knielbank enz.

Slide 14 - Quizvraag

12. Gebruik Zuidzijde
A
Liturgisch centrum
B
Liturgisch centrum
C
Liturgisch centrum bij grote viering. Podium kan evt. ook hier opgebouwd worden
D
Liturgisch centrum en ruimte om te vieren, te preken en te presenteren, al dan niet op scherm

Slide 15 - Quizvraag

13. Inrichting Zuidzijde
A
Kansel, lessenaar, doopvont, avondmaalstafel
B
Kansel, ronde lessenaar (170x70), rond doopfont (100x60), ronde avondmaalstafel (60x80)(steeds hoogte x breedte)
C
Kansel met (kortere) stukken doophek, ruimte voor mobiel liturgisch centrum
D
Podium, uittrekbaar bioscoop-/beeldscherm. Aan beide zijden podium een grote passiebloem

Slide 16 - Quizvraag

14. Gebruik Westzijde
A
Toilet, CV, kleine kamer (consistorie, kinderen, solisten), opbergruimte voor stoelen
B
Keuken, toilet, en daarvoor: ruimte voor de cantorij
C
Koffiedrinken of vergaderen. Keuken en opslag materialen. Toegang tot galerij. Achter de wand: toiletten, garderobe en 2euit/ingang
D
Consistorie en ruimte voor kinderkring, opslag en toilet

Slide 17 - Quizvraag

15. Inrichting Westzijde
A
Techniek evt. op galerij
B
Bij zuidmuur: ovale statafel (hxbxd: 110x12x60) voor de cantorij, bij Noordmuur: piano. Keuken en toilet als gebruikelijk
C
Verplaatsbare tafels met stoelen. Wand met aan voorzijde keukenblok en kastruimte en in het midden glazen deur. Achterzijde wand: toiletten, mobiele garderobe en uitgang
D
Knutselhoek, bank, stoeltjesAfgescheiden met een wand met glazen uitsparing op ooghoogte (aquariumlike). toilet. Wand loopt gelijk met de galerij

Slide 18 - Quizvraag

16. Wat er niet meer kan
A
Een dienst met meer dan honderd mensen (tenzij je tevoren met tafels en stoelen gaat sjouwen)
B
Een dienst met meer dan honderd mensen (tenzij je tevoren met tafels en stoelen gaat sjouwen)
C
Consistoriegebed in afgesloten ruimte.
D
Preken vanaf de preekstoel. De complete kerkruimte gebruiken voor dienst.

Slide 19 - Quizvraag

17. Nieuwe mogelijkheden
A
Stoelen rondom liturgisch centrum. Stiltehoek (o.a. gebedskring). Geschikt voor concerten
B
Diensten waarbij mensen minder toeschouwer, meer deelnemer zijn
C
Locatie verplaatsbaar liturgisch centrum kan aangepast aan aantal deelnemers en type viering. Vergaderen en koffie drinken in de kerk is mogelijk evenals andere activiteiten.
D
Transparantie, kijkje in de kerk zonder naar binnen te hoeven. Ruimte voor ontmoeting en koffielounge. Kinderen hoeven niet meer de kerk uit en houden verbinding met gemeente.

Slide 20 - Quizvraag

18. Overige voordelen
A
Zelfs bij klein aantal kerkgangers geen leeg gevoel. Door opstelling stoelen meer (oog)contact met elkaar.
B
Zelfs bij 25 kerkgangers geen leeg gevoel
C
Keukenblok en toiletten op de plek waar nu al de waterleiding zit.
D
Hybride ruimte voor allerlei doeleinden geschikt. Activerend. Ruimte om vrijer te bewegen, contact te maken.

Slide 21 - Quizvraag

18. Overige nadelen
A
geen
B
Er gaat toch wel iets verloren van het historisch karakter van het gebouw
C
Niet duidelijk wat de beste plek is voor de audiovisuele techniek, omdat het liturgisch centrum kan variëren
D
Veel beweging met meubilair (arme koster)

Slide 22 - Quizvraag

Zomaar een dak

Slide 23 - Tekstslide