Democratie in Nederland 5.2

Democratie in Nederland deel II.
Wat gaan we doen deze les?
  • Herhaling.
  • Uitleg.
  • Zelfstandig werken.
  • Afsluiting.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Democratie in Nederland deel II.
Wat gaan we doen deze les?
  • Herhaling.
  • Uitleg.
  • Zelfstandig werken.
  • Afsluiting.

Slide 1 - Tekstslide

Waaruit bestond het parlement?

Slide 2 - Open vraag

Wat is een staatshoofd?

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen.
- Aan het einde van de les kan je uitleggen wat grondrechten zijn en enkele voorbeelden opnoemen.
- Aan het einde van de les weet je wie er mocht kiezen wie er in de tweede kamer kwam.
- Aan het einde van de les kan je uitleggen wat een parlementaire democratie is.

Slide 4 - Tekstslide

De grondwet van 1848.
  • Willem II werd koning.
  • Meer aanhangers liberalisme.
  • Protesten in Nederland.
  • Thorbecke.
  • De grondwet van 1848.

Slide 5 - Tekstslide

De grondwet van 1848.
  • Grondrechten.
  • Nederland kreeg een parlementair stelsel.
  • De macht van de koning werd 
beperkt.
  • Minister-President.
  • Kabinet.
  • Koning werd onschendbaar.

Slide 6 - Tekstslide

Grondwet van 1848.
  • Tweede kamer werd gekozen door de burgers.
  • Alleen mannen met een bepaald inkomen.
  • Eerste kamer werd gekozen door de provinciale staten.

Slide 7 - Tekstslide

Uitbreiding van het kiesrecht.
  • Willem III.
  • 11 procent van de mannen mochten maar stemmen.
  • 1917: Algemeen kiesrecht voor mannen.
  • 1919: Algemeen kiesrecht voor vrouwen.
  • Nederland werd een parlementaire democratie.

Slide 8 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een grondrecht uit de grondwet van 1848.

Slide 9 - Open vraag

Wanneer was er algemeen mannenkiesrecht?

Slide 10 - Open vraag

Wat is een parlementaire democratie?

Slide 11 - Open vraag

Wat nu?
Wat? Maak opdrachten van paragraaf 5.2
Tijd? Tot het einde van de les
Hoe? Zelfstandig, je mag fluisteren.
Klaar? Lees paragraaf 5.3
Uitkomst? De opdrachten moeten volgende week af zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 13 - Open vraag