Thema 1, hoofdstuk 2 & 3; Werk vinden & Aan het werk
Rechten op het werk
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Rechten op het werk
Slide 1 - Tekstslide
''Als ik genoeg geld zou hebben, zou ik niet meer werken.''
Eens
Onees
Slide 2 - Poll
''Ik zie mezelf onbetaald werk (vrijwilligerswerk) verrichten.''
Eens
Onees
Slide 3 - Poll
''Iedereen die kan werken, zou verplicht twee uur per week vrijwilligerswerk moeten doen.''
Eens
Oneens
Slide 4 - Poll
Werk kiezen
Welk werk je kiest hangt onder andere af van je interesses, je capaciteiten en de arbeidsomstandigheden die jou aanspreken.
Slide 5 - Tekstslide
Wat zijn arbeidsomstandigheden?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Op welke manier zou je aan werk kunnen komen?
Slide 8 - Open vraag
Vacature
Een openstaande functie waarvoor een bedrijf een werknemer zoekt.
Netwerk
Uitzendbureau
Werk.nl
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat wordt er bedoeld met motivatie?
Motivatie: beschrijving van de redenen waarom je op een vacature solliciteert.
Slide 11 - Tekstslide
cv en sollicitatiegesprek
Cv: een document waarin je opsomt wie je bent, welke opleidingen en cursussen je hebt gedaan en welke werkervaring je hebt.
Sollicitatiegesprek: een gesprek waarin de werkgever beoordeelt of de sollicitant geschikt is voor de vacature.
Slide 12 - Tekstslide
Waar moet/kun je op letten voor en tijdens het sollicitatiegesprek?
Slide 13 - Open vraag
Sollicitatiegesprek
Zoek informatie op over de functie en het bedrijf
Denk na over vragen die het bedrijf aan jou kan stellen
Denk na over vragen die jij kunt stellen
Verzorgd uiterlijk
Op tijd komen
corona regels handhaven
Slide 14 - Tekstslide
Wat heb je op dit moment liever?
In loondienst werken
Ondernemer worden
Slide 15 - Poll
Ondernemen
Je kunt natuurlijk ook ondernemer worden, maar ook dan moet je rekening houden met een paar zaken.
Ondernemingsplan: een plan dat je schrijft voor het starten van een eigen bedrijf.
Kamer van Koophandel (KvK: een instantie die registreert welke bedrijven er allemaal in Nederland zijn.
Slide 16 - Tekstslide
Welke onderwerpen zou je in een ondernemingsplan zetten?
Slide 17 - Open vraag
Ondernemingsplan
Wat je gaat doen, hoeveel geld je daarvoor nodig hebt, hoe je aan dat geld komt.
Hoe je klanten/opdrachtgevers werft, hoe je geld gaat verdienen en welke risico’s er zijn.
Slide 18 - Tekstslide
Aan het werk
Wanneer je eindelijk werk hebt gevonden, kun je het nog hebben over een aantal andere zaken.
Bijvoorbeeld; arbeidsvoorwaarden
Slide 19 - Tekstslide
Arbeidsvoorwaarden
Zijn:
Afspraken tussen werkgever en werknemer.
Bijvoorbeeld:
Slide 20 - Tekstslide
Primaire arbeidsvoorwaarden: arbeidsvoorwaarden waarover afspraken gemaakt móeten worden.
Secundaire arbeidsvoorwaarden: extra arbeidsvoorwaarden.
Slide 21 - Tekstslide
Regels op het werk/bedrijfscultuur
Op de ene opleiding moet je de leraren aanspreken met 'u' en gebruik je alleen achternamen. Op de andere opleiding mag je 'jij' zeggen en voornamen gebruiken
Zo is het ook in het bedrijfsleven. Soms heerst er een informele sfeer en kun je een korte broek aan naar je werk. Bij andere bedrijven heerst er een formele sfeer en moet je zakelijk gekleed gaan.
Slide 22 - Tekstslide
bedrijfscultuur
Bij deze bedrijven zul je misschien ook zakelijker met elkaar omgaan. We noemen deze set van normen en waarden binnen een bedrijf de bedrijfscultuur.
Bedrijfscultuur:
Alle normen en waarden binnen een bedrijf. Elk bedrijf heeft weer een andere bedrijfscultuur.
De bedrijfscultuur bepaalt voor een groot deel hoe collega’s met elkaar omgaan op het werk.
Slide 23 - Tekstslide
Bedenk een voordeel van een informele werksfeer en een voordeel van een formele werksfeer.
Slide 24 - Open vraag
Voordeel
Een voordeel van een informele werksfeer is dat collega's wat vriendschappelijker met elkaar omgaan.
Een voordeel van een formele werksfeer is dat je je collega's gemakkelijker kan aanspreken op fouten.
Slide 25 - Tekstslide
Vind jij het gemakkelijker om iemand op fouten aan te spreken die je goed kent of die je juist niet goed kent?
Als ik iemand goed ken
Niet goed ken
Slide 26 - Poll
(On)geschreven regels
Bij de bedrijfscultuur hoort niet alleen de manier van met elkaar omgaan, maar ook hoe je je presenteert op je werk.
Kom je altijd tiptop verzorgd of kun je ook in je trainingsbroek komen?
Slide 27 - Tekstslide
(On)geschreven regels
Geschreven regels kun je in een bedrijfsdocument teruglezen. Voorbeeld van geschreven regel: regels over ziekmelden.
Ongeschreven regels zijn de normen die binnen het bedrijf gelden. Voorbeeld van ongeschreven regel: vriendelijk voor klanten zijn.
Slide 28 - Tekstslide
welke geschreven en ongeschreven regels passen bij de werksituaties op de foto’s?