In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Algemene kennis
Par 8.2 Ademhalingsstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Sleep naar de juiste plaats
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
appendix, (blinde darm)
anus
Slide 2 - Sleepvraag
In de darm is de vertering afgemaakt door darmsap. In de dunne darm zit nu glucose. Even later zit de glucose in je bloed. Bekijk de tekening van de dunne darm met bloedvaten hiernaast.
A
Glucose is van plaats nummer 1 naar plaats nummer 2 gegaan.
B
Glucose is van plaats nummer 1 naar plaats nummer 3 gegaan.
C
Glucose is van plaats nummer 3 naar plaats nummer 1 gegaan
D
Glucose is van plaats nummer 3 naar plaats nummer 2 gegaan.
Slide 3 - Quizvraag
8.2 je ademt
Het ademhalingsstelsel
Slide 4 - Tekstslide
Herhaling leerdoelen 8.1
Je kunt uitleggen hoe in spieren energie ontstaat en hoe de afvalstoffen ervan uit je lichaam gaan.
Je kan uitleggen wat het begrip verbranding is en wat je er voor nodig hebt
Slide 5 - Tekstslide
Wat is verbranding?
A
Een reactie tussen brandstof en koolstofdioxide
B
Een reactie tussen brandstof en water
C
Een chemische reactie
D
Energie verbruiken
Slide 6 - Quizvraag
Waar in het lichaam vindt verbranding plaats?
A
Alleen in de spiercellen
B
In alle levende cellen van het lichaam
C
Alleen in het verteringsstelsel
D
In de spiercellen en dan wordt de energie vervoerd naar de rest van het lichaam
Slide 7 - Quizvraag
Waar komt energie vandaan?
A
Uit jouw lichaam
B
Uit jouw eten
C
Uit jouw cellen
D
Uit het water
Slide 8 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel zorgt voor de voedingsstoffen in jouw lichaam?
A
Ademhalingsstelsel
B
Spierstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Uitscheidingsstelsel
Slide 9 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel zorgt voor zuurstof in jouw lichaam
A
Spierstelsel
B
Uitscheidingsstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Ademhalingsstelsel
Slide 10 - Quizvraag
Samenwerking ademhalingsstelsel en verteringsstelsel
Verteringsstelsel zorgt voor glucose
Dit is uitgelegd in de les van 7.4: je eten verteert
Ademhalingsstelsel zorgt voor zuurstof
Dit wordt uitgelegd in de les van 8.3: Je ademt
Slide 11 - Tekstslide
Verbranding
Slide 12 - Tekstslide
0
Slide 13 - Video
Les 1 par. 8.2 leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt
Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen in een schematische tekening
Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt
Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoel: Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt
Inademen: Er komt lucht met zuurstof in je lichaam
Uitademen: Er gaat koolstofdioxide uit je lichaam
Hoe werkt dit?
Inademen: borstholte wordt groter
Uitademen: borstholte wordt kleiner
Slide 15 - Tekstslide
Manieren van ademen: Borstademhaling en buikademhaling
Slide 16 - Tekstslide
0
Slide 17 - Video
0
Slide 18 - Video
Opdrachten maken
Leren 8.1!
maken werkboek 8.2: opdracht 1 t/m 7
Slide 19 - Tekstslide
Les 2
Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt
Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen in een schematische tekening
Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt
Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen
Slide 20 - Tekstslide
Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open
Slide 21 - Quizvraag
Buikademhaling bewegen :
A
Het middenrif en borstbeen
B
Het borstbeen en ribben
C
Het middenrif en ribben
D
Het middenrif
Slide 22 - Quizvraag
Leerdoel: Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen in een schematische tekening
Neus/mond
Neusholte
Mondholte
Strottenklepje
Luchtpijp(kraakbeenringen)
Bronchiën
Longblaasjes
Slide 23 - Tekstslide
0
Slide 24 - Video
Leerdoel: Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt
Dit gebeurt in de longblaasjes:
Hier gebeuren 2 dingen:
Zuurstof gaat vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloed.
Koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar de lucht in de longblaasjes, daarna adem je dit uit.
Dit is gaswisseling!
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Opdrachten maken
Leren 8.1!
maken werkboek 8.2: opdracht 8 t/m 16
Slide 27 - Tekstslide
Les 3
Je kunt uitleggen hoe je met je buik en borst ademhaalt
Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen in een schematische tekening
Je kunt beschrijven hoe zuurstof in je bloed komt
Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen
Slide 28 - Tekstslide
Hoe komt het zuurstof dat je inademt in je bloed?
Slide 29 - Open vraag
Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling?
Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes
2 bronchiën
3 luchtpijp
Slide 30 - Sleepvraag
Het opnemen van zuurstof en
het afgeven van koolstofdioxide
Het verversen van de lucht in de longen
Gaswisseling
Ademhaling
Slide 31 - Sleepvraag
Sleep de naman naar de juiste onderdelen
Longblaasje
Luchtpijp
Keelholte
Brongiën
Neusholte
Slide 32 - Sleepvraag
Leerdoel: Je kunt uitleggen waarom je door je neus moet ademen
Je neus keurt de lucht, reukzintuig!
Je neusharen houden het grove stof tegen
Je neus maakt de lucht vochtig en warm. Slijmcellen maken de lucht vochtig en stof en ziekteverwekkers blijven eraan plakken
Trilhaartjes zwiepen het slijm met de vastgeplakte stofdeeltjes en ziekteverwekkers naar je keelholte ( uithoesten of inslikken)
Slide 33 - Tekstslide
Opdrachten maken
maken werkboek 8.2:
opdracht 17 t/m 20
Slide 34 - Tekstslide
Geef 3 redenen waarom het belangrijk is om door je neus te ademen.