Argumentatieschema's en drogredenen

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Bureau mevr. Lingbeek

Slide 2 - Tekstslide

Hoe was je vakantie? Beargumenteer je antwoord SExI (state, explain, illustrate)

Slide 3 - Open vraag

Agenda
  1. Lezen
  2. Vragen boekopdracht?
  3. Morgen/deze week

Slide 4 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Boekopdracht

Slide 6 - Tekstslide

Boekopdracht

Slide 7 - Tekstslide

Boekopdracht

Slide 8 - Tekstslide

Morgen/deze week
Morgen: argumentatieschema's / so "herkansing"

Donderdag: start volgend hoofdstuk 

Slide 9 - Tekstslide

Welkom
Bureau mevr. Lingbeek

Slide 10 - Tekstslide

Agenda
  1. Herhaling H20
  2. Herhaling H21
  3. SO herkansing - 30 minuten


Volgende week dinsdag/woensdag geen NE
Studiewijzer PTO/PTA-week in onze klassenteams

Slide 11 - Tekstslide

Argumentatiestructuur

Slide 12 - Tekstslide

Verzwegen argumenten
Argumenten die niet letterlijk uitgesproken worden, maar wel een rol spelen.

 

Het zijn argumenten waar de spreker/schrijver van uitgaat, hij/zij/hen denkt dat de luisteraar/lezer deze argumenten deelt/aanvaardbaar vindt. 

Slide 13 - Tekstslide

Verzwegen argumenten
 "Derksen is een waardeloos politicus want hij komt nooit na wat hij gezegd heeft."

Stap 1) als [het argument is het geval] dan [de conclusie is het geval] // Als de politicus Derksen komt nooit na wat hij gezegd heeft dan Derksen is een waardeloos politicus
Stap 2) Deze zin maak je algemeen: Als een politicus nooit nakomt wat hij gezegd heeft, si het een waardeloos politicus.


Slide 14 - Tekstslide

Argumentatieschema's
Definitie: het (verzwegen) argument laat het verband zien tussen argument en standpunt = schema 

3 soorten: 
1) Argumentatie op basis van kenmerken
2) Argumentatie op basis van vergelijking
3) Argumentatie op basis van causaliteit

Slide 15 - Tekstslide

Argumentatieschema's
1) Argumentatie op basis van kenmerken
Kenmerken, voorbeelden, voor- en nadelen
 
Hij is niet echt met de milieuproblematiek bezig. Hij geeft z'n kinderen een slecht voorbeeld, want hij eet nog steeds vlees


Slide 16 - Tekstslide

Argumentatieschema's
1) Argumentatie op basis van kenmerken
Kenmerken, voorbeelden, voor- en nadelen
 
Hij is echt chaotisch, want ...

Slide 17 - Tekstslide

Argumentatieschema's
1) Argumentatie op basis van kenmerken
Kenmerken, voorbeelden, voor- en nadelen
 
Zij wil niet naar dat dorp verhuizen, want ...

Slide 18 - Tekstslide

Argumentatieschema's
2) Argumentatie op basis van vergelijking

Het is niet raar dat er in Brazilië veel oerwoud wordt vernield om landbouwgrond te creëren, in West-Europa hebben we toch ook veel gedaan om een moderne samenleving te ontwikkelen. 

Slide 19 - Tekstslide

Argumentatieschema's
3) Argumentatie op basis van causaliteit
Oorzaak/gevolg, doel-middel, kritische relatie

Er zal in de toekomst minder geweld zijn tegen hulpverleners, want de straffen zijn hoger geworden.

Slide 20 - Tekstslide

Argumentatieschema's
3) Argumentatie op basis van causaliteit
Oorzaak/gevolg, doel-middel, kritische relatie

Er zal in de toekomst minder geweld zijn tegen hulpverleners, want de straffen zijn hoger geworden.
Verzwegen argument? 

Slide 21 - Tekstslide

Argumentatieschema's
3) Argumentatie op basis van causaliteit
Oorzaak/gevolg, doel-middel, kritische relatie


Slide 22 - Tekstslide

SO
Lees de tekst op blz. 104
Maak vraag 14 t/m 18a

Vraag 14 T1 1punt
Vraag 15 T1 1punt
Vraag 16 T1 2punten
Vraag 17 T1/T2 4punten
Vraag 18a T1 2punten

Slide 23 - Tekstslide

Welkom
Bureau mevr. Lingbeek

Slide 24 - Tekstslide

Agenda
  1. Startvraag
  2. Video
  3. Theorie drogredenen
  4. Aan de slag
  5. Volgende week

Slide 25 - Tekstslide

Welke drogreden herken je? Kies uit: overdrijven voor- en nadelen, vals dilemma, overhaaste generalisatie, onjuist beroep op autoriteit, verkeerde vergelijking, persoonlijke aanval, ontduiken van bewijslast, cirkelredenering, vertekenen van het standpunt of bespelen van publiek.

Meneer Brand zegt wel hoe belangrijk het is om goed Nederlands te schrijven in een sollicitatiebrief, maar hij had gisteren zelf ook een spelfout in zijn presentatie staan.

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

Drogredenen
1. Autoriteitsargument
2. Vals dilemma
3. Overhaaste generalisatie
4. Verkeerde vergelijking
5. De persoonlijke aanval
6. Het ontduiken van bewijslast
7. De cirkelredenering
8. Het vertekenen van een standpunt
9. Het bespelen van publiek 


Slide 28 - Tekstslide

Oefenen
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/drogredenen/


Slide 29 - Tekstslide

timer
15:00
Hulp?
LessonUp
Buur
Docent

Klaar?
Numo argumentatie
Opdracht
2, 8 en 9
Blz. 102

Slide 30 - Tekstslide

Volgende week
We zien elkaar donderdag weer. Lees verder in je leesboek en begin aan je boekopdracht. 

Succes! 

Slide 31 - Tekstslide

Welkom
Bureau mevr. Lingbeek
Kai Yu

Slide 32 - Tekstslide

Agenda
  1. Startvraag
  2. Drogredenen verzamelen
  3. Volgende week 

Slide 33 - Tekstslide

Tegenwoordig heeft elke leerling een smartphone. Vind je het gek dat ze niet opletten in de les?
A
Vals dilemma
B
Verkeerde vergelijking
C
Onjuiste oorzaak-gevolg
D
Ontduiken bewijslast

Slide 34 - Quizvraag

Sinds de uitvinding van de rekenmachine kan niemand meer rekenen.
A
persoonlijke aanval
B
bespelen van het publiek
C
vertekenen van het standpunt
D
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 35 - Quizvraag

Ik heb geen zin in eten, want ik heb geen trek.
A
ontduiken van bewijslast
B
cirkelredenering
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 36 - Quizvraag


Als je deze tandpasta gebruikt, zul je nooit meer gaatjes hebben.

A
Verkeerde vergelijking
B
Vals dilemma
C
Overdrijven voor- of nadelen
D
Onjuist beroep oorzaak-gevolg

Slide 37 - Quizvraag

Verdeling

Slide 38 - Tekstslide

timer
20:00
Hulp?
LessonUp
Buur
Docent

Klaar?
Numo argumentatie
Opdracht
In vier verschillende groepen verzamel je zo veel mogelijk voorbeelden voor jouw drogredenen (zie verdeling op het bord. Schrijf deze op (zonder te noemen welke drogreden het is). Op een ander vel schrijf je de drogreden.

Slide 39 - Tekstslide

Volgende week
Dinsdag: lezen en boekopdracht

Woensdag/donderdag: herhaling 

Slide 40 - Tekstslide