les

Wat is je positie tijdens het dalen van een steile heuvel met een fiets?
A
Over je stuur
B
Boven je achterband
C
Je blijft boven je zadel hangen
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat is je positie tijdens het dalen van een steile heuvel met een fiets?
A
Over je stuur
B
Boven je achterband
C
Je blijft boven je zadel hangen

Slide 1 - Quizvraag

Bij welke sport moet je vaker schakelen?
A
Wielrennen
B
BMX
C
Mountainbiken
D
Baanwielrennen

Slide 2 - Quizvraag

Je beklimt met je fiets een steile heuvel
A
licht verzet- binnenblad
B
zwaar verzet-binnenblad
C
licht verzet- buitenblad
D
zwaar verzet-buitenblad

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer je een bocht ingaat
A
stuur je met je armen
B
stuur je met je lichaamsgewicht
C
stuur je met je benen
D
ga je hard trappen

Slide 4 - Quizvraag

Waar moet je op letten als het herfst is tijdens het fietsen op de mountainbike
A
Glad onder al het blad
B
Glad door verborgen boomwortels onder het blad
C
Het blad komt in je ketting
D
De bladeren vliegen de lucht in door je snelheid en dan zie je niks meer

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een juiste techniek voor het rijden van een goede bocht?
A
Je gaat heel hard en met je ogen dicht de bocht door
B
Je stuurt met je armen en kijkt naast je
C
Je blijft naar voren kijken
D
Je kijkt naar het punt waar je naartoe wil

Slide 6 - Quizvraag

Welk van de onderstaande woorden is GEEN fietsonderdeel?
A
tandwiel
B
spaak
C
verzet
D
balhoofd

Slide 7 - Quizvraag

Welk van de onderstaande woorden is GEEN fietsonderdeel?
A
ketting
B
velg
C
mugabe
D
crankstel

Slide 8 - Quizvraag

Welk van de onderstaande woorden is GEEN fietsonderdeel?
A
frame
B
zadelpin
C
achtervork
D
zadelpen

Slide 9 - Quizvraag

Wat hoort WEL bij het lappen van een band?
A
Wikkel een nietsvermoedende voorbijganger in met de binnenband
B
Schuur rondom het gat met een schuurpapiertje
C
Zorg dat er minimaal 5 bar in de binnenband is geblazen
D
Zorg dat er minimaal 8 bar in de binnenband is geblazen

Slide 10 - Quizvraag

Moeten de banden van een mountainbike net zo hard zijn opgepompt als die van een racefiets?
A
Ja, daarmee kun je sneller de bochten door en heb je minder weerstand
B
Nee, je moet de wortels goed kunnen voelen, zodat je wordt gewaarschuwd waar ze liggen tijdens het fietsen
C
Nee, door te harde banden glijd je sneller weg met je mountainbike
D
Ja, zo rijd je minder snel lek

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Waarom moet je je stuur losjes vasthouden wanneer je op een zandstrook rijdt?
A
Anders verkrampen je armen, je moet zo af en toe een beetje onstpannen
B
Je voorwiel zoekt vanzelf de weg van de minste weerstand, anders glijdt je wiel weg
C
Dan kun je eerder reageren op een hobbel in de zandstrook

Slide 13 - Quizvraag

Waarom kom je met een hoog beentempo de zandstrook opgefietst?
A
Dan kun je makkelijker blijven ronddraaien en heb je minder last van de weerstand.
B
Dan kun je sneller afstappen van je fiets wanneer je wegglijdt.
C
Doordat het zand mul is krijg je op deze manier geen kramp in je bovenbenen

Slide 14 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met groen= grip
A
Je hebt meer grip wanneer je over mulle stukken zand fietst i.p.v. gras
B
De grasstroken zorgen voor grip i.p.v. natte modderstukken/mul zand
C
Je glijdt snel weg wanneer je hard aanzet op een grasondergrond

Slide 15 - Quizvraag