Week 11 - Bron bij technisch testen - JV49

Introductie ProjectManagement
TTR-SSD leerjaar 3
Week 11: 
Technisch Testen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Introductie ProjectManagement
TTR-SSD leerjaar 3
Week 11: 
Technisch Testen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Nieuw: testen van je systeem.

Nieuwe opdracht.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Vandaag vooral herhalen
Herhaling SCRUM   
Herhaling definition of done

Nieuw: testen van je systeem.

Nieuwe opdracht.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
  • SCRUM is een AGILE project management methode.
  • Een AGILE methode werkt met SPRINTS.
  • SCRUM heeft 3 rollen.
    (ProductOwner, Scrum master, Team)
  • SCRUM heeft 3 artifacts
    (Sprintbacklogs, Productbacklog &  Increment).
  • SCRUM heeft 3 rituelen
    (Sprint planning, daily scrum, sprint review)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Increment
Een increment is wat je elke sprint oplevert.

De increment brengt het einddoel van het project een stap dichterbij.

De increment bouwt voor op wat je tijdens vorige sprints opgeleverd hebt. En creëert zo waarde voor de klant.

Een increment is altijd uitgebreid getest!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definition of Done
Naast acceptatiecriteria zijn er overkoepelende waar het gehele project aan moet voldoen. Deze gelden dus ook voor iedere userstories.

  • Code voldoet aan de in het bedrijf geldende conventies.
  • Code is voorzien van comments.
  • Alles is gestest zodat er geen fouten optreden.
  • Code is gereviewd door een collega.
  • ...............

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over testen

  • Wat is testen?
  • Waarom testen we?
  • Hoe testen we?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Testen
"Het testen van software is het vaststellen in hoeverre de software aan de eisen voldoet. Hierbij is het van belang te weten wat er getest gaat worden (het testobject), de eisen, (de testbasis), wanneer er getest gaat worden en hoe er getest gaat worden (methode)."


Slide 8 - Tekstslide

Algemene definitie van testen

Slide 9 - Tekstslide

Waar zit testen in het proces?
Welke soorten testen kennen we al?

Slide 10 - Tekstslide

Deze kennen wel al; de acceptatietest (hoort bij opleverfase, helemaal aan het einde v/h project)

Slide 11 - Tekstslide

Dit is nieuw!
Integration test
Werken de verschillende onderdelen van het systeem goed samen?


Slide 12 - Tekstslide

Even terugblik; hoe was het ook alweer?
Integration Test



"Het werkt op mijn computer"

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit test
Testen of een kleine functionaliteit doet wat het moet doen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Unit test
Testen of een kleine functionaliteit doet wat het moet doen.

Test niet meerdere dingen tegelijk.

Goed: Kan een account gemaakt worden?
Fout: Kan je een account maken, en hiermee inloggen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

De losse onderdelen werken, maar het systeem niet. Nu even focus op die UNIT-TEST. Later in project komt ook de acceptatietest, daarbij kijk je naar het gehele systeem.
3

Slide 17 - Video

Zelfstandig laten kijken! Is een interactieve video met vragen tussendoor
02:13


Wat is een unit?
A
Eén file met code
B
Alle code van een userstory
C
Een aantal regels die bij elkaar horen
D
Een externe package

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

04:11
Happy path
Edge cases
Extreme cases
Input die net
niet klopt
Input die nergens op slaat
Input die correct zou zijn

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

07:16


Wat is nu de 30 coins?
A
Input van de unit
B
Output van de unit

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goed voorbeeld van een 'unit' voor een technische test?
A
Het plaatsen en uitbetalen van een weddenschap
B
Het plaatsen van een weddenschap

Slide 21 - Quizvraag

Unit is één stukje code dat bij elkaar hoort, dus B
Je maakt een technische test, hierbij vraag je de tester om bij het veld 'leeftijd' in te vullen het getal '-10'. Wat test je dan?
A
Happy path
B
Edge case
C
Extreme case

Slide 22 - Quizvraag

Unit is één stukje code dat bij elkaar hoort, dus B
Je maakt een technische test voor een bank-app. Het saldo is €260,-.
Je vraagt de tester om €224,- over te maken.
Wat test je?
A
Happy path
B
Edge case
C
Extreme case

Slide 23 - Quizvraag

Unit is één stukje code dat bij elkaar hoort, dus B
Je maakt een technische test voor een bank-app. Het saldo is €260,-.
Je vraagt de tester om €261,- over te maken.
Wat test je?
A
Happy path
B
Edge case
C
Extreme case

Slide 24 - Quizvraag

Unit is één stukje code dat bij elkaar hoort, dus B
Je maakt een technische test voor een bank-app. Het saldo is €260,-.
Je vraagt de tester om €cklci,- over te maken.
Wat test je?
A
Happy path
B
Edge case
C
Extreme case

Slide 25 - Quizvraag

Unit is één stukje code dat bij elkaar hoort, dus B
Je maakt een nieuw voetbalteam,
wat is een goede extreme case?
A
Een team met als naam "A"
B
Alle velden leeg laten

Slide 26 - Quizvraag

A is edgecase (wel juiste soort input, maar net niet goed)
Je maakt een nieuw voetbalteam,
wat zijn twee goede edge cases?
A
"A"
B
"NAC"
C
Een team dat al is gemaakt
D
"!@#$%^&*"

Slide 27 - Quizvraag

  • A is edgecase want teamnaam min. 2 karakters
  • B is happy path
  • C is edgecase want juiste soort maar net niet goed
  • D is meer extreme case, slaat nergens op
Je gaat het inloggen testen,
wat zijn twee goede edge cases?
A
"b.roos$curio.nl"
B
""
C
"b.roos@curio.nl"
D
"b.roos@"

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat het genereren van het wedstrijdschema testen, maar er staat maar één team in de database.

Dit ene team is de input van de unit die het schema genereert. Wat test je?
A
Happy path
B
Edge case
C
Extreme case

Slide 29 - Quizvraag

  • A Happy path zou kunnen, maar het is erg onlogische input.
  • B Edge case is beste antwoord dus.
Dit is goed om te testen, want misschien crasht je code daar wel op omdat er geen teams tegen elkaar gezet kunnen worden.
Je gaat het genereren van het wedstrijdschema testen, maar er staan géén teams in de database.


Wat voor test is dit?
A
Happy path
B
Edge case
C
Extreme case

Slide 30 - Quizvraag

C Extreme case, want slaat nergens op om dit als input aan je algoritme te geven.

Maar wel goed om te testen! Want je app moet hier wel mee kunnen dealen door nette foutmelding te geven.
Opdracht
Maak de opdracht: 'Opdracht use-cases'

Gebruik de template: 'Bron 7.2. Use Case Test template.docx'

Lever in bij: PRO-C1 -> Lesmateriaal -> 23A -> Inleverplaats -> Use case testen 1.

Slide 31 - Tekstslide

JV49: Controleer welke opdracht de studenten moeten maken.
Opdracht
Maak de opdracht 'Opdracht 7.3. Opdrachten technisch testen.docx'

Gebruik de template: 'Bron 7.2. Use Case Test template.docx'

Lever de opdracht in bij map inleverplaats.

Slide 32 - Tekstslide

JV49: Controleer welke opdracht de studenten moeten maken.