Spreken, kijken, luisteren

Spreken, kijken, luisteren
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Spreken, kijken, luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Dit gaan we oefenen:
  • Welke luister/tekstdoelen er zijn
  • Hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • Aantekeningen maken

Slide 2 - Tekstslide


Welke 5 luister/tekstdoelen zijn er?

Slide 3 - Open vraag

Voorbeelden van informeren zijn:

A
Een make-up tutorial
B
Een aflevering van 'Ik hou van Holland'
C
Een politicus die over zijn partij vertelt.
D
Een filmpje van Freek Vonk over een slang

Slide 4 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een filmpje waarbij het luisterdoel 'activeren' is.

Slide 5 - Open vraag

Een ander woord voor 'amuseren' is:
A
iets snappen
B
vermaken
C
weten hoe je iets moet doen
D
kennis hebben

Slide 6 - Quizvraag

Let bij het volgende filmpje op:
  • Wat is het luister/kijkdoel?
  • Wat is het onderwerp?
  • Je krijgt ook wat vragen over de inhoud. Je mag aantekeningen maken.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat was het luister/kijkdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Instrueren

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de onderwerp van het filmpje van Freek Vonk?

Slide 10 - Open vraag

Waarom rijden ze niet achter de leeuwen aan?
A
Dan vallen leeuwen aan.
B
Dan jaag je ze op.
C
Dan verstijven ze.
D
Dan krijgen ze honger.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe noem je een baby olifant?
A
een kuiken
B
een big
C
een kalf
D
een puppy

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel weegt een baby olifant ongeveer?
A
1 kilo
B
10 kilo
C
1000 kilo
D
100 kilo

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet het nest van een arend?
A
een nest
B
een horst
C
een huis
D
een vorst

Slide 14 - Quizvraag

opdrachten uit het boek
BA
Mondelinge taalvaardigheid BK
perron 1 opdr. 1 tm 7
perron 3 opdr. 1 tm 22 (13, 17 en 19 hoeven niet)

KA3
Mondelinge taalvaardigheid KGT
perron 1 opdr. 2, 4 tm 7
perron 3 opdr. 1 tm 19 (8, 9 en 10 hoeven niet)

Slide 15 - Tekstslide

Weer een filmpje, let op:
  • Wat is het luisterdoel?
  • Wat weet je na het kijken van dit filmpje?
  • Wat vragen over het filmpje.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat is het luister/kijkdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Instrueren/instructie geven

Slide 18 - Quizvraag

Wat weet je na het kijken van dit filmpje?

Slide 19 - Open vraag

Met hoeveel personen speel je padel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor soort zool hebben padelschoenen?
A
een gladde zool
B
een geribbelde zool
C
een visgraatzool
D
maakt niet ui

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een volley?
A
Als je de bal met jouw handen naar de overkant slaat.
B
Als je hem overspeelt naar iemand uit jouw eigen team.
C
Als je de bal overspeelt na 1 x stuiteren.
D
Als je de bal overspeelt zonder dat hij gestuiterd heeft.

Slide 22 - Quizvraag

Is de puntentelling hetzelfde als bij tennis?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Hoe speel je een tie break?

Slide 24 - Open vraag

opdrachten uit het boek
Maak in tweetallen (10 min)
BA
Mondelinge taalvaardigheid BK
perron 3  opdr. 13, 17 en 19 
KA3
Mondelinge taalvaardigheid KGT
perron 3 opdr. 8, 9 en 10


Slide 25 - Tekstslide

opdrachten uit het boek
BA
Mondelinge taalvaardigheid BK
perron 1 opdr. 1 tm 7
perron 3 opdr. 1 tm 22 
KA3
Mondelinge taalvaardigheid KGT
perron 1 opdr. 2, 4 tm 7
perron 3 opdr. 1 tm 19, 21 tm 24

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Wat was het luister/kijkdoel?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

Wat was het luister/kijkdoel?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Link

opdrachten uit het boek
Je krijgt 3 lessen de tijd om dit af te maken.
BA
Mondelinge taalvaardigheid BK
perron 2
opdr. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 30, 32, 34

KA3
Mondelinge taalvaardigheid KGT
perron 2
opdr. 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 19, 20, 22, 23, 24, 26, 27, 28, 29, 30

Slide 32 - Tekstslide

Wat is Tanja?
A
tijdprofessor
B
gedragsprofessor

Slide 33 - Quizvraag

Vul in:
Voor een kind van tien jaar duurt de tijd veel … dan voor een ouder iemand.
A
korter
B
langer

Slide 34 - Quizvraag

Hoe komt dat?
Oudere mensen …
A
… maken minder nieuwe dingen mee.
B
... maken meer nieuwe dingen mee.

Slide 35 - Quizvraag

Waar maakt Tanja gebruik van om te onderzoeken hoe mensen van verschillende leeftijden hun tijd besteden?
A
tijdschrift
B
tijdmeter
C
tijddagboek
D
tijdsbesef

Slide 36 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Jonge kinderen kunnen heel moeilijk inschatten hoe lang vijf minuten duren.
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Wie heeft rond half 3 geen tijd voor zichzelf?
A
Tom
B
Toon
C
Mevrouw Brandon

Slide 38 - Quizvraag

Hoe wordt de generatie van de kinderen die veel hobby’s hebben genoemd?
A
hobbygeneratie
B
nieuwe generatie
C
digitale generatie
D
achterbankgeneratie

Slide 39 - Quizvraag

Hoe veel echte piekmomenten hebben Nederlanders gemiddeld op een dag?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 40 - Quizvraag

Waarom wordt tijdsonderzoek gedaan?

Slide 41 - Open vraag

Waar of niet waar?
Uit onderzoek blijkt dat de Nederlandse kinderen het gelukkigst zijn van alle kinderen op de wereld.
A
waar
B
niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Hoe luister je actief naar een instructie denk je?
Noem 3 dingen

Slide 43 - Open vraag

Bij instructie geven
let je op:

Slide 44 - Woordweb

2 filmpjes over pannenkoeken bakken

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Slide 47 - Video

Wat is het verschil tussen beide filmpjes?

Slide 48 - Open vraag

Welk filmpje vind je het duidelijkst?
Filmpje 1
Filmpje 2

Slide 49 - Poll