In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Nederlands - Periode 3
De Dorpskrant - Les 14
Creatief schrijven & Spelling
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les ...
... heb je 1 tekst voor de dorpskrant nagekeken, aangepast en verbeterd.
... heb je 1 tekst voor de dorpskrant uitgeschreven.
Slide 2 - Tekstslide
Aan het einde van deze les ...
... heb je nog eentekstnagekeken, aangepast en verbeterd.
... heb je met je groepsgenoot afgespraken gemaakt over de specifieke spellingregels(meervoudsvormen, samenstellingen, verwijzingen, samentrekkingen).
Slide 3 - Tekstslide
Checklist
Op de volgende slides volgt een aantal vragen die bedoeld zijn om je tekst te verbeteren / nog beter te maken.
Neem ze goed door en doe er ook daadwerkelijk iets mee!
Dus: eerst checken, dan verbeteren, aanpassen en optimaliseren!
Slide 4 - Tekstslide
Aan de slag!
Ga naar jullie krant.
Zoek de tekst op die je vorige les hebt geschreven.
Verbeter deze met behulp van de checklist op de volgende slides.
Slide 5 - Tekstslide
Interpunctie: Begin en eind van de zin
Begint iedere zin met een hoofdletter? Eindigt iedere zin met een punt, vraagteken of uitroepteken?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe
Slide 6 - Quizvraag
Interpunctie in de zin
Staan er komma's in de zinnen? Tussen 2 persoonsvormen en voor voegwoorden (omdat, zodat, daardoor, etc)?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe
Slide 7 - Quizvraag
Spelling
Zijn alle (werk)woorden goed gespeld? Zijn tikfouten verbeterd?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe
Slide 8 - Quizvraag
Zinsbouw
Klopt de woordvolgorde van de zinnen?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe
Slide 9 - Quizvraag
Alinea's
Bestaat je tekst uit alinea's?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe
Slide 10 - Quizvraag
Titel en tussenkopjes
Heeft je tekst een titel (en tussenkopjes) die nieuwsgierig maken?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe
Slide 11 - Quizvraag
Titel en tussenkopjes
Heeft je tekst een titel (en tussenkopjes) die nieuwsgierig maken?
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> pas aan, voeg toe!
C
Een beetje? --> pas aan, voeg toe
Slide 12 - Quizvraag
Creatief taalgebruik
Zit er een vorm van beeldspraak of een stijlfiguur in je tekst?
A
Ja? --> check en onderstreep!
B
Nee? --> voeg toe en onderstreep!
Slide 13 - Quizvraag
Creatief taalgebruik
De zelfbedachte bewoner komt in de tekst voor en maakt wat mee. Hierin komt je fantasie duidelijk naar voren.
A
Ja? --> check!
B
Nee? --> voeg toe!
C
Een beetje --> voeg nog meer toe!
Slide 14 - Quizvraag
Samen met je groepsgenoot
Bel, chat, facetime nu met je groepsgenoot.
De volgende slides neem je samen door.
Waarom?
Om tot afspraken te komen over de specifieke spellingregels.
Slide 15 - Tekstslide
Weet je nog?
Tot de criteria voor de dorpskrant behoren ook de specifieke spellingregels.
Verwerk in de krant:
4 meervoudsvormen
4 verwijzingen
4 samenstellingen
4 samentrekkingen
De woorden hiervoor bepaal je zelf. Je onderstreept ze in de krant.
Slide 16 - Tekstslide
Meervoudsvormen
Hoe zat het ook alweer?
Ga (eventueel) terug naar les 3 voor de uitleg.
Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.
Slide 17 - Tekstslide
Welke 4 meervoudsvormen verwerken jullie in de krant?
Bepaal samen welke woorden in het meervoud in jullie krant passen (misschien staan ze er al in). Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.
Slide 18 - Open vraag
Samenstellingen
Hoe zat het ook alweer?
Ga (eventueel) terug naar les 5 voor de uitleg.
Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.
Slide 19 - Tekstslide
Welke 4 samenstellingen verwerken jullie in de krant? Bepaal samen welke woorden als samenstelling in jullie krant passen (misschien staan ze er al in). Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.
Slide 20 - Open vraag
Samentrekkingen
Hoe zat het ook alweer?
Ga (eventueel) terug naar les 6 voor de uitleg.
Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.
Slide 21 - Tekstslide
Welke 4 samentrekkingen verwerken jullie in de krant?
Bepaal samen welke woorden als samentrekking in jullie krant passen (misschien staan ze er al in). Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.
Slide 22 - Open vraag
Verwijzingen
Hoe zat het ook alweer?
Ga (eventueel) terug naar les 4 voor de uitleg.
Beantwoord samen de vragen op de volgende slide.
Slide 23 - Tekstslide
Welke 4 verwijzingen verwerken jullie in de krant?
Bepaal samen welke verwijzingen in jullie krant passen (misschien staan ze er al in). Bepaal ook in welke teksten ze komen te staan.
Slide 24 - Open vraag
Tot slot
Verwerk de meervoudsvormen, samentrekkingen, samenstellingen en verwijzingenin de dorpskrant